E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 395
Derde deel
ZOND. XXXIII.
HOOFDSTUK
397
I.
saam behandelen van de wedergeboorte en de bekeering onder het van de „Bekeering" vindt nu op zich zelf niemand vreemd. Ook in het gewone leven pleegt men niet in de eerste plaats met zijn Dit
ééne
hoofd
kinderen over hun ontvangenis en geboorte
te
spreken,
maar wel over de Aan hun
wijze waarop ze het aldus ontvangen leven hebben te besteden.
ontvangenis en geboorte hebben ze niets toegebracht; feit;
dit is
een voldongen
een afgeloopen zaak. Daarover valt dus niet met hen te redeneeren.
Maar wel komt
hen de vraag, welke verplichtingen vcor hen
tot
uit
deze
geboorte voortvloeien, zoo jegens hun ouders van wie ze het leven ontvingen,
En
voor de bestendiging van het leven, dat hun geschonken werd.
als
nu ook moet men op
zoo
spreken
over
de
geestelijk gebied niet in de eerste plaats
waarop we het nieuwe leven ontvingen,
wijze
meer over de wijze waarop we natuurlijk in verband
altoos
nieuwe leven gaf;
dit
zoo
het
zijn
ontvangen leven hebben
dit
met onze
juist zooals
verplichting jegens
kinderen komt,
om
ze naar den eisch
huns wegs
feit
zullen
Bedenk
dat tot de gedoopte
is,
te onderwijzen,
volkomenlijk
lijdelijk
is,
te wijden, waarbij het
dan wel
om
en dat
vermanen, dat ze deze bekeering niet
zaad der
het zaad der kerk, op
grond van de onderstelde wedergeboorte, tot bekeering op te
ons
minder voor de hand lag een afzonderlijke afdeeling
daardoor
hen
die
een kind op zou houden kind te zijn
aan den oorsprong van het nieuwe leven kerk toch
Hem,
verplichting jegens zijn vader uit het oog verloor.
toch wel, dat de Catechismus een practisch leerboek
het juist
als veel
te besteden;
als een op
te roepen,
en
eenmaal afgedaan
beschouwen, maar in die bekeering zullen voortvaren
alle
de
dagen huns levens.
Hiermee nuttig
is,
is
echter volstrekt niet gezegd, dat het ook niet gewenscht en
dat ook de zaak der wedergeboorte, in haar onderscheiding van
de Bekeering, steeds duidelijker in de gemeente Gods worde voorgesteld.
De Heilige ling
Schrift zelve gaat ons hierin voor.
geweest,
dat
we
Ware
het toch haar bedoe-
ons uitsluitend over de bekeering zouden bekom-
meren, zoo zou ze over de wedergeboorte gezwegen hebben; en niet thans het geval
is)
onderscheidenlijk,
niet ééns,
maar
(gelijk
telkens, op heel
andere wijze ons de Wedergeboorte, en op weer andere wijze de Bekeering hebben uitgelegd. Zelfs ligt het op onzen weg, dit duidelijker en om-
standiger
te
doen, dan onze vaderen dit in den
tijd
der Reformatie, en,
op hun voetspoor, de latere godgeleerden gedaan hebben. Immers het kan kwalijk bij
ontkend,
dat
de beide stukken van
onze vaderen nog veel
van beide
tot
te veel in
Wedergeboorte en Bekeering
elkander loopen, en daardoor geen
genoegzame Schriftuurlijke helderheid
zijn gebracht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's