E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 480
Derde deel
ZOND.
482
XXXIVa. hoofdstuk
En zoo nu stond de zaak metterdaad onder het Oude Verbond
een
IV.
in Israël. Israëlietisch rechtvaardiy
de politieke, ceremonieele en
iegelijk, die
morele wetten ten genoege van de Overheid waarnam en opvolgde, ten onzent een iegelijk voor een „eerzaam sing
komt met de
vaardige ^
de
politie.
daarom nog
Israël
in
voor God was
Wet
justitie of
men
Of wel doordien men
in het geloof heel
dan weer
hoorzaamheid aan
alle
schaduwen een einde
te
schaduwen, omdat
hoorzaamheid
dit
te toonen.
ceremonieelen
hun den
werk aanvaardde welke
men
zich in stille geloofsge-
daarom
heeft,
voor hen de eenige
En de
rijker
;
ordinantiën van
aan den Dienst der
Het volk dat
tweeërlei.
houdt
hij in
den Dienst der
weg was, om hun
geloofsge-
en rijper zielen, die het einde van
God
te
Wet
inhoud der
rijken geestelijken
alle
om
maar nu gevaar
inzagen,
dienst
volbrenging rechtvaardigheid voor <,
hij
hem
zult leven.*'
zijn
Jezus komt,
maken, doet
geloof in
persoonlijk
geen
gij
den ceremonieelen dienst van het
ceremonieele diensten en aan
Nu
recht-
Rechtvaardig
Of doordien men de gansche
:
tot conditie had, dat
de wettige Overheid onderwierp.
den
was een
zichzelf echter
en daarin den Messias en
Israël,
laatste eisch
nog
Op
naar haar geestelijken inhoud vervulde: „Doe dat en
symbolische
gelijk
burger" geldt, die niet in bot-
niet rechtvaardig voor God.
slechts op twee wijzen
was
om
liepen,
gaan zoeken, werpt te ontsluiten, de
in wetshij,
door
wanhoop
juist daardoor ze te
Doch
lokken tot geloof in hem.
hieruit volgt
dan ook, dat voor
ons, die uit
den Dienst der scha-
in dien der Vervulling zijn overgegaan, en voor
duwen \ waarneming der geboden dus geen uitlegging van Jezus de eenige terwijl
de
in
om
het hart, dat ze aan volbrenging van die wet nooit te denken hebben;
is,
brood meer die
is,
maar
waarde voor ons
uitlegging der Schriftgeleerden, ook al
gezag tot uitlegging bekleed, voor ons
wie de ceremonieele
alle
gif,
de geestelijke
bezit
en ons bindt;
waren
ze destijds
met
beteekenis verloren heeft, en
ons hoogstens nog de dienst bewijst van een afschrikkend voorbeeld. Het particulier
karakter dat de
laten glippen, die
de
Wet
om
Wet
ons uitsluitend
des Heeren èn voor
voor Israël had, kunnen te al
we dus
geheel
bepalen tot de geestelijke beteekenis,
wat mensch heet èn meer bijzonder
voor elk geloovige, zoo onder Israël oudtijds, als thans in de dagen des
Nieuwen Verbonds geestelijke
kennis der
heeft. In dit opzicht toch is er
Wet
is
voor
geen onderscheid. De
alle tijden, streken
en personen één en ;
ook de uitwerking van deze geestelijke kennis kan, onder w^at wisselende verhoudingen ook, nooit anders dan éénzelfde karakter dragen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's