E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 450
Derde deel
ZOND. XXXIII. HOOFDSTUK VIII.
452
den ouden en het doen opstaan van den nieuwen mensch, en deze beide door de ééne daad des geloofs.
Wie
nu
dit
komt
heid,
voorbijziet,
altoos
en enkel onderzoek naar
teleurgesteld uit en
wie de zaak dieper opvat, en van <<.en
evenzoo van
niet
zijn heilige
zijn
daden van
heilig-
slingeren op en neer.
blijft
zijn zondige
daden op
zijn
daden op
zijn
nieuwen mensch
Maar
ouden menschf
ziet, die
rekent
meest met wat de menschen merken, maar bijna eeniglijk met wat
Gods oog
in zijn binnenste ziet;
daar bespeurt geloof
om
op
hij
te
dan daden van geloof bouwen,
het geloof opsproten, zijn geloof
en in dien verborgen mensch des harten
nog gezond
die
hem is
en
hem
om
af te breken, en
enkel genade
zijn,
en,
daden van.
omdat
ze uit
de overtuiging schenken, dat de wortel van leeft.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
![E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 450](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/e-voto-dordraceno-toelichting-op-den-heidelbergschen-catechismus/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's