E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 506

ZOND.

508

XXXIV&. HOOFDSTUK

I.

dit dus, dat ge God op uw weg vindt, God uw leven ontmoet, telkens op God stuit, en dat dit u hindert, u tegen uw wrevel opwekt en dat ge er nu bedacht zijt, om u van God te

Op God overgebracht zegt in is,

;

ontslaan, u van uit

uw

Hem

ontdoen,

te

Hem weg

God tegenover

leven. Stond dus

ook getracht

men

duidelijk.

komen

De ééne

pool, die der gebodsvolbrenging,

Hem

hebben, dat ge alleen voor is,

nemen

Hem te doo-

en

voor hen stond, u

dit volko-

God zoo

is.

vol-

wilt bestaan, en de andere

dat ge God zoo volkomen haat, dat te

vernietigen.

kan daarom zeer wel nog met veel godsdienstig vertoon gepaard

gaan; zooals in het

dit in

algemeen

in zijn hart

aan

hulp nog een

en in

vreest

is

Cajaphas en het Sanhedrin sterk uitkwam. Doch ook het zeer wel denkbaar, dat iemand er geheel goddeloos

prijs

God op na

hoofde de

om God

God

niet eert,

religie

als

Maar

eere te geven,

een steunsel en hulpmiddel voor

zijn

God

die zelf

v.

is,

als het volk

bij

op

niet

zich

zijn re-

wereldsche lieden bestaat, en uit

uit

aanmoedigen.

God de

b.

er voor zijn eigen

kan daarom zeer wel

veel lichter regeeren

het

dan dat het enkel

stelt,

niet

houden. Een koning

te

zijn regeering

dien

aangenaam vindt

toestaat, en toch het

zelf overleggen, dat ligie

God

zelf

in dat gebod zeggen

voor zooveel aan u hangt. God poogt

Dit

j^

De twee polen

die der gebodsverkrachting,

pool, ge,

lief te

heeft.

te

naaste voor u staat,

te vallen

den, juist zooals het Sanhedrin, toen in Christus dit

<

uw

u, gelijk

God aan

zoo zou die haat er u toe brengen, op '

denken en weg

te

dan doet

natuurlijk,

maar om God

te

hij

dit

misbruiken als

eigen gezag. Zoo ook zijn er tal van

die in hun hart eigenlijk aan alle vreeze Gods zijn afgestorven, maar toch in hun huis op zekeren godsdienst prijs stellen, omdat dit voor vrouw en kinderen en dienstboden beter is, ten einde ze in tucht te houden. En zoo ook zijn er menschen, die wel driehonderd dagen van het jaar zonder God in de wereld leven, maar die toch, als er ernstige

menschen,

zieken in huis dies

meer

zij,

zijn,

op verjaardagen,

ook wel

bij

bij

feestelijke gelegenheden,

begrafenissen, vinden, dat

God

en wat

er zoo bij hoort,

dat God misschien nog redding kon aanbrengen, en dat in elk geval het

noemen van God bij zulke gelegenheden een zekere leegte aanvult. Dit gaat zoo vreemd toe, dat onder personen, die nooit aan God denken, soms bij het afscheid nemen, deels om toch wat te zeggen, deels plechtiglijk

door een onwillekeurige opwelling, de een den ander toevoegt

gen houdt God voor oogen

!"

heeft

natuurlijk

met de echte

maar

zelfzucht,

die alles

is

ook uit God munt

Doch

al

dit

gebruik van den

religie niets gemeen. Dit

is

:

„Nou

jon-

godsdienst

geen

religie,

en ook God voor zichzelven wil gebruiken. Er

te slaan.

En daarom houdt men

daar ook, dat als God zulke lieden mester wille

is,

de

religie bij.

Van-

en als ze uit den nood

tot

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen