GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 69

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 69

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAGSAFDEELING

IV.

Doet dan God den mensch geen onrecht, dat Hij in zijne Wet van hem wat hij niet doen kan? Antwoord. Neen Hij: want God heeft den mensch alzoo geschapen, dat hij dat konde doen; maar de mensch heeft zich zelven en alle zijne nakomelingen, door het ingeven des duivels en door moedwillige ongehoorzaamheid, van deze gave

Vraag

9.

eischt

beroofd.

Vraag 10. Wil God zulke ongehoorzaamheid en afval ongestraft laten? Antwoord. Neen, Hij geenszins: maar Hij vertoornt zich schrikkelijk beide over de aangeboren en werkelijke zonden, en wil die door een rechtvaardig oordeel tijdelijk en eeuwiglijk straffen, alzoo Hij gesproken heeft: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgene geschreven is in het boek der Wet, om dat

te

doen.

Vraag 11. Is dan God ook niet barmhartig? Antwoord. God is wel barmhartig, maar Hij

is ook rechtvaardig; daarom zoo eischt welke tegen de allerhoogste majesteit Gods gedaan is, ook met de hoogste, dat is met de eeuwige straffe aan lichaam en ziel gestraft worde.

zijne gerechtigheid, dat de zonde,

EERSTE HOOFDSTUK. Zoo dan, gelijk door ééne misdaad de schuld gekomen is over alle menschen tot verdoemenis, alzoo ook door ééne rechtvaardigheid komt de genade over des levens.

De

alle

menschen

tot

rechtvaardigmaking

Rom. 5

:

18.

mensch na den val verkeert, is, op geestelijke wijze niet meer kan volbrengen en toch volbrengen moet. Daar komt het zelfbesef van een natuurlijk mensch dan ook tegen op en, eer hij er op bedacht is, zweeft de vraag op zijn lippen: ,,Doet dan God mij geen onrecht, als Hij in zijn Wet van mij blijft eischen, wat Hij toch weet, dat ik niet doen kan?" dat

hij

tegenstrijdige toestand, waarin de

de

Wet Gods,

die geestelijk

is,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 69

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's