E voto Dordraceno - pagina 403
ZONDAG
schuld geboren. En
wet
u zijn
Uw zijt,
blijft
staat,
aan
in zijn eisch
bestaat alleen
XV.
u,
HOOFDSTUK
391
I.
waarin ge tekort schoot. Hieruit
is
uw
maar
voorts dat Hij zijn pretentie op u niet loslaat,
opleggen, én voor eertijds én voor nu, daar bezwijkt ge onder.
of ge als een
zondaar of
hangt dus insgelijks aan
zijn
als
oordeel,
een rechtvaardige voor en aan zijn
oordeel
Hem
alleen.
Zoolang een dief niet ontdekt is, blijft hij in den staat van een eerlijk mensch. En ook zoolang een valschelijk beschuldigde niet in zijn onschuld is uitgekomen, blijft hij in den staat van een schuldige verkeeren. Voorzoover dit nu echter enkel hangt aan de publieke opinie, heeft dit nog geen rechtsgevolgen. Maar als de overheid, als de rechter u óf schuldig ook vrijsprak, niettegenstaande ge meer naar wat gij wezenlijk zijt of deedt, maar enkel naar de uitspraak van den rechter. Verklaart hij u eerloos, ook al zijt ge onschuldig, dan zijt ge in het land uw eere kwijt en geldt voor een eerlooze. En omgekeerd, verklaart hij u onschuldig, ook al waart ge wel terdege schuldig, dan blijft ge in het land uw eere genieten, ook al zijt ge voor uw zielsbesef uw eere kwijt. Zoo nu kan het gebeuren, dat er een moord is geschied, de eigenlijke moordenaar vrijloopt en als eerzaam burger rond blijft wandelen, terwijl een onschuldige wordt gegrepen en als moordenaar veroordeeld. Welnu, in dat geval, draagt deze onschuldige de straf, die voor den moordenaar bestemd was; hij wordt als die moordenaar gerekend, en staat voor den rechter als dragende de schuld van zijn moord. En is het nu, dat in eenig land het overnemen van iemands schuld toe is gestaan, en er was een moord gepleegd, en een onschuldige bood zich vrijwillig aan, om in plaats van den moordenaar de straf voor dien moord te boeten, dan zou deze persoon voor den rechter staan, dragende de schuld van den moordenaar; als moordenaar door hem worden veroordeeld; en met de straf die op moord gesteld was, door hem worden gestraft. En zoo nu is het ook bij den Heere onzen God. Wij allen staan voor den Heere als eerloozen en doemschuldigen, want God weet, hoe we allen voor Hem in de schuld liggen, als overtreders van zijn wet en schenders van de eere van zijn majesteit. Niemand onzer staat van nature bij God in den staat der eere, maar allen v/orden we ontvangen en geboren in den staat van den goddelooze en eerlooze. Omgekeerd is het de grondslag van Gods waarheid, dat de Immanuël verklaart, hoewel ge niet misdeedt, óf
schuldig waart, rekent
misdeed, maar
uw
staat voortaan niet
volkomen heiligheid verkeert en altoos verkeerd heeft en heilig is tot in den diepsten wortel van zijn wezen. Moet dus God de Heere én ons én Hem aldoor rekenen in dien staat, die overeenstemt met ons beider innerlijk wezen, dan kan het niet anders niets
in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's