GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 134

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 134

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

122

HOOFDSTUK

VII.

I.

op het gevaar van zulk onwaarachtig voorgeven

leering de gemeente

te

wijzen.

Op

de vraag: „Worden dan

alle menschen wederom door Christus zalig, verdoemd geworden?" moet dus niet geantwoord: Ja, maar moet door Gods kind beleden: Neen zij. Als de zonde woelt en gist, gist haar gif vanzelf; maar als de genade

alzoo

door

zij

en

uitgaat

Adam

zijn

werkt en

zegenen

zal,

gaat

naar

het

goddelijke

keur

en

schifting.

Maar zelfs zóó ontgaan we alle verleiding men ons toe: „Uitnemend, zoo bedoelen wij

niet.

Want

hoor, dan roept

het ook. Alleen,

we houden

staande, dat allen door Christus kunnen zalig worden, en dat de vraag, of ze dit worden of niet

Want

worden

niet

aan God, maar aan hen zelven hangt.

dat er zeer zeker keur en schifting

schifting

komt door het

geloof.

maar dat die keur en daad des menzegt men, dat alleen de mensch

is,

alleen

En overmits nu

geloof een

is zoo staat het hiermee immers vast, mensch hier de keur uitmaakt en de schifting tot stand brengt!" Men maakt er dan van, dat onder de bedeeling van het genadeverbond door een algemeene genade de verhindering in ieders ziel wordt weggenomen die hem zou beletten te gelooven. Aan allen die gedoopt zijn, zoo leert men dan, is een soort genade ingestort, waardoor de doodelijke nawerking van de zonde in hen gestuit is. Vrucht dier genade is dan, dat ze nu kunnen gelooven, maar ook zoo blijft het toch van hen afhangen,

schen als

of ze gelooven zullen en willen.

En wat

maar voor dat zeggen op den Heidelberger en roepen u zegevierend toe: Lees maar, het staat er zoo duidelijk: ,,Niet allen worden in Christus wederom zalig, maar dan toch al diegenen die Christus door een oprecht geloof worden ingelijfd, en alle zijne weldaden aannemen." Het erger nog

niet enkel dat ze dit zeggen,

is,

beroepen ze zich dan

zelfs

staat er dus duidelijk, zoo besluit

men dan:

of ge zalig wordt, hangt er

maar aan of ge verkiest in Jezus te gelooven. Dat beroep op den Catechismus moet hun echter uit de hand geslagen; want wat ze voorgeven dat in den Catechismus zou staan, staat er niet. De Catechismus spreekt van een ingelijfd worden" en wat zij beweren ,,

zou

alleen

doorgaan

zelven inlijven".

Dan

als

,,

ingelijfd

is

het een zaak waarbij

zij

zijn,

die

zij

lijdelijk zijn;

zelven

want

er

worden".

De oorzaak van hun ,,

„die door een oprecht geloof zich

toch zou het een zaak geweest

deden; nu daarentegen staat:

er stond:

vergissing en dwaling ten deze

ligt in

het

woordeke

oprecht", dat voor geloof staat, en waardoor reeds zoo menig prediker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 134

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's