E voto Dordraceno : toelichting op den Heidelbergschen Catechismus - pagina 490
Derde deel
,
492
ZOND.
XXXIVa. hoofdstuk
VI.
en dat er evenzoo ergens een magazijn moet wezen, waarin de grondstoffen voor het banket bewaard worden en gereed liggen. zulk een winkel een ieder, en toch bij
de uitlegging van de
Wet
dan zegt ook de Catechismus
is dit juist
Dat begrijpt nu
aantoont. Als er sprake
dan dat
niets anders
van een moord
is
er een
haard moet
waarin het vuur opglom van den hartstocht, waardoor den
ontvlamd werd, en dat vuur noemt hy
kunnen branden, dan moest
om
gaat
zijn,
moordenaar
wraak. En zou dat vuur
er de brandstof voor
aanwezig
zijn
;
en daar
op die brandstof in het menschelijk hart terug.
hij
Ook kan men het
zich door het beeld van een
Als ge een giftige bloem
niet alleen dat die giftbloem er
maar tevens stengel. Aan
is,
hebben gezeten. En
die stengel
moet
moet een wortel
datzelfde zaad
ééne bloem
zonder er zich
dat andere
Immers,
die
moet blad
dien stengel
gedrongen. Dat alles zegt
die ééne giftbloem
denken. Dat
te
bij
veel meer.
opgeschoten uit een zaad, en uit
in de aarde zijn
En wie nadenkt kan
u.
al
zijn
maken.
plant duidelijk
weg, dan weet ge daardoor
den
op
ziet liggen
bloem moet gegroeid zyn aan een
die
liaat of
bij
wat de Catechismus
hetzelfde
Zegt nu een eigenaar tot zijn hovenier: „Zorg, dat
niet
zien,
achter die bloem.
zit alles
dit giftkruid
wegkomt",
en die hovenier snoeide wel dat kruid weg, maar strooide tegelijk
met
den hof, dan zou de eigenaar
hem
milde hand het zaad van dat kruid
in
volkomen naar recht bestraffen; want wie zulk zegt daarmee vanzelf, ook al voegt
kruid niet in zijn hof
Vraagt
men
mag
Want
doodslager in
bij,
weten komt,
te
dan moet ge geen poging wagen, lezen.
het er niet
om
uit
de
loat
achter elk gebod dat
Schrift
en dat wie een vrouw ook maar aanziet
is,
alle de bijzondere
een overspeler
is;
maar
dit
om
geeft
alles
zit,
saam
te
te lezen.
Dat vindt ge er
niet,
te begeeren,
u nog niets alle tien
meer
geboden
en kunt ge er niet in vinden, omdat
Bondt ge u toch aan Schriftuitspraken
wat de
en geen zonde
haar
zonden, die er in geoordeeld liggen, uit de Schrift pogen
van de Wet
ingaat.
rechtstreekschen
vorm,
heel deze gedachte juist tegen de geestelijke opvatting
al
van dat
wel zegt de Schrift dat wie zijn broeder ook maar haat, een
zijn hart reeds
dan zou
wil 'hebben,
dat het zaad
dan een enkel voorbeeld. Vruchteloos toch zoudt ge voor
saam
weg
geduld.
men dan
nu, hoe
hij
giftkruid
zijn.
Schrift niet
in haar
met name noemde
Zoodoende zoudt ge dus juist
bij
er
ook buiten vallen
het valsche standpunt
der Pharizeën aankomen, die by elk gebod zekere bepaalde overtredingen
opsomden, en Elk
gebod
juist
gaat
en zoo breed
daardoor de zenuw van het zedelijk leven doorsneden.
zoo
diep
als het te
als
spannen
het is.
maar kan, zoo ver
als
Vandaar dat het evengoed
het
reikt,
geheel he
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Abraham Kuyper Collection | 631 Pagina's