GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

E voto Dordraceno - pagina 41

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

E voto Dordraceno - pagina 41

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ZONDAG

II.

HOOFDSTUK

29

II.

verzeld van de aanbieding van het Genadeverbond, tot ons toch dank, dank er

uw God

voor, dat Hij nooit en

nimmer

kwam; maar

al ware ook maar het wicht van een haar, van die onverbiddelijke strengheid der Wet heeft afgelaten. Want bedenkt wel, een Wet, die met ook maar iets minder dan met de drijfveer der zuiverste en volkomenste liefde vrede nam, zou u als mensch verlagen en u doen zinken beneden het van God voor den mensch gestelde peil. Ge zijt eenmaal zoo hoog als mensch door uw God gezet, dat ge een hart hebt, hetwelk op de zaligste en teederste liefde is aangelegd. Juist door dien aanleg van uw menschelijk hart is er inleven in het leven des Eeuwigen voor u mogelijk. En waar er ook maar eenigermate met het uitwendig volbrengen, met het opus operatum. vrede kan genomen, zou de glans van uw menschzijn voor u ondergaan, het ideaal van goddelijke heerlijkheid voor u eeuwig verloren zijn, en kind van God wierdt ge nooit. En daarom zij er dank, dank ook in ons zondig hart, dat God, de Heere, dit heerlijk en heilig ideaal niet dalen liet, dat Hij den bloemstengel niet af knotte, dat Hij de mogelijkheid van het kindschap niet voor u afsneed, en even daarom zijn hoog gebod onverbiddelijk liet, wat Hij het eens gemaakt had, een gebod, dat liefde eischt en liefde in den volkomensten en den allervolmaaktsten zin. iets,

het

Vandaar dan ook, dat de liefde voor den naaste" niet voorop staat, want dan zonkt ge nog. ,,

in

die

Wet

des

Heeren

Neen, voorop gaat de eisch, dat ge den Heere en volmaakt zult liefhebben.

En

uw God,

alzoo zuiver

er staat bij: dit en niet de „liefde voor

Wel is het gebod om den naaste lief hebben, „aan deze gelijk" maar dit keerde toch de orde niet om. Liefde voor den Heere blijft toch het uitgangspunt, de drijvende en bezielende gedachte. Iets wat hierdoor uitkomt, dat ook de liefde voor uw naaste den naaste"

is

„het groote gebod."

te

waardeloos voor de Wet Gods is, tenzij ook de liefde voor uw God u drijve.

Ge

voor den naaste

uw

naaste liefhebt.

kunt het dus niet omkeeren. Niet, omdat ge

God

hebt ge

den eisch naaste

Er

tot die liefde

maar omgekeerd, dan eerst hebt ge uw naaste naar van Gods bevel lief, zoo liefde voor God u tot liefde voor den lief,

drijft.

is

hier alzoo

om om deswege

groote gebod tweede,

oorzaak en gevolg. De oorzaak ligt in het eerste en den Heere lief te hebben, en het gevolg ligt in het

den naaste te minnen. Gevolg en oorzaak nu zijn, zoodra de oorzaak geheel heeft uitgewerkt, aan elkaar gelijk, maar

desniettemin

blijft

toch altoos de oorzaak de groote zaak en de eerste.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's

E voto Dordraceno - pagina 41

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Abraham Kuyper Collection | 512 Pagina's