In de schaduwe des doods - pagina 141
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
133 Hoeveel eeuwen was Amsterdam er nu al niet. Nog toont het niet het minste teeken van verval. Hoe ter wereld zou zulk een stad dan
wegkomen? Maar toch het allersterkst hebben we dat gevoel van heel onze aarde. Al lezen we toch in de Schrift van groote steden als Babyion en Ninevé, die met den grond zijn gelijk gemaakt; en al lezen we van het Heilige land, dat eens van melk en honig overvloeide, en toch ligt de plek, waar Babel eens stond, nu zoo dor en kaal is nog altoos onbewogen, en trekken naar het verdorde Palestina nog ooit
;
stroomen van pelgrims toe. Al weten we dus zeer goed, dat huizen eindelijk gesloopt worden, en steden verdwijnen kunnen, en zelfs stukken grond door aardbeving weg kunnen zinken, dt wereld zelve blijft toch altoos, zoo denken we, en wat ook verdwijne of wegga, de aarde zelve blijft die ze is. altoos
Tegen
algemeen en
dit
Schrift lijnrecht in,
menschelijk zij
besef
gaat
nu
echter de Heilige
zegt u, dat deze aarde niet blijft; dat heel
wereld eens veranderd wordt; dat eens zelfs de tijd uit zal hebben; en dat dan de voleinding der eeuwen komt. En dat hooren we dan aan. We laten het ons gezeggen. En wie deze
gelooft,
En
weerspreekt het wel niet. Maar toch het grijpt ons niet aan. we voortleven in het besef, alsof alle dingen blijven
steeds blijven
zullen gelijk ze
nu
zijn.
Vroeger was dat niet zoo. Zelfs zijn er tijden geweest, dat men vrij algemeen in het besef leefde, dat het einde der wereld nabij was. Op een jaar na rekende men dan uit, wanneer de wereld vergaan zou. En dit eenmaal voor vast aannemende, verkochten niet weinigen hun land en goed en maakten het geld op denkende dat ze er een volgend jaar, als de wereld verging, toch niets meer aan hadden. Maar juist doordien men dat „vergaan van de wereld" zoo telkens voorspeld had, en dat die voorspelling nooit uitkwam, hield men allengs op aan zulke voorzeggingen geloof te slaan. Al spoedig dreef men er den spot meê. En zoo kwam van lieverlee de voorstelling in zwang, alsof het eindeloos, aldoor, op aarde blijven zou zooals ;
het
nu
is.
Slechts
met de dat
;
het
kringen van Gods volk bleef men nog rekenen van de wederkomst des Heeren maar zonder regel veel invloed op aller besef en aller gedraging
enkele
in
stellige profetie
in
den
;
had.
En dit heeft geduurd, tot men de korst van deze aarde ging onderzoeken, en tot de wetenschap zich rekenschap ging geven van wat er in het hart der aarde voorviel. Toen toch altijd
geweest
zag is
men wat
voor ze
nu
zijn is;
oogen,
dat deze wereld lang niet
dat schrikkelijke omwentelingen en
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's