In de schaduwe des doods - pagina 206
meditatien voor de krankenkamer en bij het sterfbed
198
Ook
over de martelaren is nimmer gerouwd. dat niet, omdat men te machtig onder den indruk verkeerde van de glorie, die in hun heldhaftig sterven blonk. Niet de dood had hen, maar zij hadden den dood overwonnen. Steeds klonk bij hun sterven de apostolisehe kreet na: „Dood, waar is uw prikkel; graf, waar is uw zegepraal?" En immers, de apostel had het zelf aan de kerke Gods toegeroepen, dat een kind van God niet bedroefd mocht wezen, als de anderen die geen hope hadden. Dit was de zegepraal van het Kruis. Een zegepraal, die ook in de opgewekte dagen der groote Reformatie van de 16e eeuw nogmaals in Gods kerk schitterde. Want ook toen stond het geestelijk leven hoog; leefde men op aarde reeds in zijn eeuwig vaderland en had daarom geen lust aan het rouwkleed, dat symbool van het sombere was. Die achterbleef had wel verloren, maar die henenging had zoo oneindig gewonnen. En drong, gebood dan de liefde niet, om meer met hem te juichen, dan over onszelven in zak en asschc neder te zitten? Er stierven weer martelaren, en die martelaren maakten aan het rouwen een einde. Zelfs werd oorspronkelijk in tal van kringen tegen elk rouwen, als heidensch en den Christen niet betaraend, geprotesteerd.
Men kon
;
Er
is
nog een andere reden,
heel anderen hoofde, tegen het
waarom ook nu nog, zij rouwen soortgelijk protest
De rouw is zoo dikwijls tot een lemjen geworden. Een leugen doordien er gerouwd werd in het kleed, geen rouwe in het harte was. Gerouwd conventioneel,
het ook
uit
uitgaat.
als er eigenlijk
niet
omdat men
aan had, maar wijl men het niet laten dorst voor anderen. Gerouwd ook zoo kort mogelijk en gerouwd in graden, zooals men het telkens van de hoven der vorsten leest, dat de rouw is aangenomen wegens het overlijden van een prins of prinses die de rouwdragenden vaak nimmer zagen, waar ze niets van wisten, voor wier sterven ze niets voelden, maar waar ze toch over rouwen moesten. En dan zooveel weken lichte, of zooveel weken zware rouw alles tot in de kleinste kleinigheden bepaald, wat paarse of doffe zilvertint men dragen mag. Een tweede leugen in den rouw is, dat men zoo dikwijls rouwt over een rijken bloedverwant die stierf, en veel naliet. Dan is er geld, dan kan de dure rouw gemakkelijk betaald worden, en nu men zooveel erft, mag dat er wel af. Doch morgen sterft een bloedverwant in denzelfden graad, edoch arm, en dan rouwt men natuurlijk niet. er
zelf
behoefte
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893
Abraham Kuyper Collection | 316 Pagina's