De drie Formulieren van Eenigheid - pagina 113
benevens het Kort Begrip der Christelijke Religie
VERWERI'INGE DER BW.VLINGEN.
99
Die keren :' «dat de ware geloovigen en herborenen kunnen IV. zondigen de zonde tot don dood of tegen den Heiligen Geest," dewijl dezelfde Apostel Joliannes, nadat hij in het 5. Kap. van zijnen eersten Zendbrief, vers 16 en 17, van degenen, die tot den dood zondigen, gesproken had en verboden voor hen te bidden, terstond in het 18^ vers daarbij voegt: Wij weten, dat een God geboren is, niet zondigt (verstaat met zulke iege'ijk, die uit zonde), maar die uit God geboren is bewaart zich zelven en de ,
booze vat
hem
niet (1
Joh. 5
«dat
:
18).
men geene
zekerheid vaji de toekomende hebben zonder bijzondere openbaWant door deze leere wordt de vaste troost der ware ring." geloovigen in dit leven weggenomen en de twijfelinge der Pausgezinden in de Kerk weder ingevoerd; daar de Heilige Schrifture Die V. volharding
—
leeren in
:
dit
leven
kan
deze zekerheid doorgaans trekt, niet uit eene bijzondere en buitenuit de eigene merkteekenen der kinderen Gotls en uit de zeer standvastige beloften Gods; inzonderheid de Apostel Paiilus: Geen schepsel kan ons scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onzen Ileere {Rom. 8 39); en Johannes: Die zijne geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in denzclven ; en hieraan kennen wij, dat Hij in ons blijft, namelijk uit den Geest, dien Hij ons heeft gegeven (1 Joh. 3 24). Die leeren; «dat de leer van de verzekerdheid der volharVI. ding en der zaligheid uit haren eigen aard en natuur is een oorkussen des vleesches, en voor de godvruchtigheid, goede zeden, gebeden en andere heilige oefeningen schadelijk maar daarentegen V/ant dezen beloonen, dat het prijselijk is daaraan te twijfelen." dat zij de kracht der goddelijke genade en de werkinge des inwonenden Heiligen Geestes niet kennen en wederspreken den Apostel Johannes, die het tegendeel met uitgedrukte woorden leert in zijn eersten Zendbrief: Geliefden/ nu zijn wij kinderen Gods, en het is nog niet geopenbaard ivat wy zijn zullen; maar wij weten dat, loij Hem zullen gelijk wezen, want als Hij zal geopenbaard zijn wij 2ullen Hem zien, gelijk Hij is; en een iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zich zelven, gelijk Hij rein is (1 Joh. 3 2, 3). Daarenboven worden dezen wederlegd door de voorbeelden der Heiligen, zoo des Ouden als des Nieuwen Testaments, de welken, alhoewel zij van hunne volharding en zaligheid zeker waren noch-.
gewone openbaring, maar
:
:
,
—
,
,
,
:
,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 152 Pagina's