Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 74
Deel een. Inleidend deel
Afd.
66
Hfst.
2.
Schriftuur beheerschen, en het
gedachten
in dien zin
is
saamvattende
zevental
een
in
TICHONIUS.
§ 42.
III.
,
,
dat
hij
deze grond-
,
Liber de septem
zijn
regulis schreef, waarin hij achtereenvolgens behandelt: i. de et et
corpore eius
;
et genere;
de specie
4.
lege;
de Domini corpore
2.
de diabolo pitulatione; en y Reeds in de opvatting van .
5
bipartito
;
3
.
de temporibus;
.
Domino
de promissis 6.
de reca-
et eius corpore.
derhalve het denk-
dit geschrift ligt
uitgesproken, dat het de roeping van den theoloog
beeld
om
is,
H. Schrift in zijn bewustzijn over te dragen, en,
den inhoud der
van ons menschelijk bewustzijn, d. i. op wetenschappelijke wijze, in te denken. Dit spreekt hij dan ook zelf uit, naar den
waar id
eisch
de regula prima zegt
hij in
Ecclesiam
est
,
49)
(p.
:
„Dominum eiusque
corpus,
sola ratio discemit
loquitur,
Schriptura
,
dum
quid cuique conveniat, persuadet; sed quia tanta est vis veritatis,
extorquet"; en videri posse
iets
quando a
,
„qua
verder:
re
in,
ratione
sola
proef op de som. Reeds
de
rust niet, eer hij het autoriteit der
bij
H. Schrift
non caput
corpus
monstratur
sed etiam apostolica autoritate firmatur"
crescere,
hem
„Non
maar
met de
aldus gevondene van achteren weer
kan.
est, sola ratione
capite ad corpus transitum faciat. " Hij dringt
dus met de ratio in de H. Schrift
dekken
manifestum
(p.
tistisch
iets
wat ongetwijfeld met
De
en dus dualistisch standpunt saamhing.
schap doet
bij
beteekenis.
Ze
hem nog
is
Tichonius draagt de weten-
schappelijke arbeid dus een eenigszins ander karakter dan
voorgangers en tijdgenooten;
Dit
50).
bij zijn
zijn
Dona-
profane weten-
wel dienst, maar verliest haar zelfstandige
strekt alleen
om
den theoloog
tot
kruk
te dienen.
Vandaar dat Tichonius er dan ook geen bezwaar in ziet, om de gewone categoriën van ons denken op heilig terrein over te brengen. Dit blijkt uit zijn vierde regula de specie et genere waarop hij ,
zeer
onrechte
ten
van
het zeggen
Paulus
toepast, dat
spreken moeten „naar menschelijke wijsheid" feitelijk
bij
genus en
hem op neerkomt,
species
derwijze verzwakt
in
dat
dat
56),
niet
de onderscheiding tusschen
de H. Schrift, zoo
wordt,
(p.
we
wat er dus
al niet
wegvalt, dan toch
genus en species over en weer
in
elkander overvloeien. In zijn vijfde regula over de tijden wordt op niet
minder wilkeurige wijze
te
werk gegaan. Reeds
hier
wordt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's