Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 274

,

Afd.

266

Hfst.

2.

WALCH.

§ 88.

III.

wohl nach der Beschaffenheit der Standen, darinnen

und

stehen,

sie

des thatigen Christenthums überhaupt als auch insonderheit nach der ,

Einrichtung

der wircklichen Handlungen,

wie es die Regeln des

und der Christlichen Klugkeit mit

göttlichen Gezetzes

nach Anweisung der Heiligen Schrift vortraget

und auf Seiten der Menschen

Gottes

deren ewiges Heil

van deze

iets

300).

(p.

ook

Toch neemt hoe

wijst,

in

hij

later

deze Theolo-

vorkommen,

Wahrheiten

einige

,,

op

damit die Ehre

wahre Gottseligkeit und

die

definitie terug, als hij er

moraal

gische

befördern "

zu

um

,

sich bringen

die in der

Natur ihren Grund haben, und mit der Vernunft erkannt werden,

annehmen mussen wie

wir als ungezweifelte Grundsatze

die

unzulanglich sind

nehmen;

naturliche,

poging heid

nur

was

op

ze

Schrift

gevoeld heeft

,

hij

zijn Christelijke

ontleend wordt, deels

uit

om

moraal deels

der

in

,

uit

(p.

in

welchem

:

Het

(p.

648).

Maar

hier

„die Christliche Rechtsgelehrheit"

die

Glaubigen ihre Handlungen nach

poging dus

en

om

handhaven

deze

er althans

,

hem dan „die Lehre vom

,

voor

God

als

,

door

seines geistlichen

und des thatigen Christen-

komt dan

in

die heeft

aan

dem

de tweede plaats te

toonen „wie

Göttlichen Gesetze ein (p. 649),

een

Wetgever ook het karakter van Rechter

en de verzwakking van de opvolging der goddelijke

als bloote

deugdsuitingen

te

keer te gaan. Niet alleen de

door den aardschen koning gegeven in

in staat

Doch

Walch

zu richten und also ihre Pfiichten zu erfüllen haben "

last

Een

moeilijk-

hetgeen aan de

eerste deel

Ansehung

er sich beftndet,

bij

geboden

308).

hij

biedt.

streeft

engeren zin genoemd, behandelt

thums überhaupt"

te

sich

de Christelijke moraal tot innerlijke vastheid te brengen.

Beschaffenheit eines Christens in

Standes,

"

Walch de

wat de natuur

Hij deelt ze daartoe in vier deelen in

moraal

Werck an

und keine theologische;

zegt, geeft niets. Feitelijk

hij

onbepaaldheid van zienswijze daargelaten naar,

aber

mit zur Hülfe

maar zonder dat

,

Immers wat

lossen.

te

mengt

toch

,

und keine Christliche Sittenlehre

die hier schuilt

,

sie

beruht darauf das eigentliche

onderscheiding, waaruit blijkt dat

tot

sie

nur den wenigsten Theil davon

sie

Sonst ware es eine philosophische

nicht.

eine

machen

also

an sich Wahrheiten. Wir haben

aus. Sie bleiben

zu

,

;

nog hoogeren

zin,

komt

is

een wet, maar evenzeer,

dit juridisch-bindend

karakter aan de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen