Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 466
Deel een. Inleidend deel
;
458 Afd.
eerste de halieutiek, die
extensief
noemt:
ERNEST MARTIN, LICHTENBERGER ENZ.
§ I39.
2. Hfst. III.
op de uitbreiding der Kerk doelt en dus
en de overige practische vakken,
is,
voor zoover ze doelen op de Kerk
i.
samfund)
eeniging (andligt
,
meer theoretisch, en Pastoraal en Liturgie ken
en
;
die doelen
2.
hij
intensiva
als geestelijke ver-
Catechetiek en Homiletiek
w.
t.
die
als
als
meer practische vak-
op de uitwendige formatie der Kerken
t.
,
w.
het Kerkrecht en de Kerkelijke verordeningen. Het zwakke punt
van Johansson de
verzekeren
ligt
de Dogmatiek
toonde
niet
hier
onrechte voegt
Theologie
in zijn
hij
Teologi ar icke
Wat
verlegenheid.
zijn
van
het geheel
dogmatiek maar
er
fullt
zijn
bewijskracht
in zijn apologetiek, is
er
toch
is
uit
voor
een wetenschap van
inhoud,
„till
dan ook
zelf bij
exakt",
d.
i.
hela dess innehall?" Niet ten :
„Benamningen systematisk
de benaming van systematische
niet ten volle juist.
is
Vaucher,
Frankrijk en Zwitserland de encyclopaedische studiën
in
meer dan dusver de aandacht der Godgeleerden trekken, reeds
te
ligt
tegenwoordige gestalte met opzicht tot
§ 139. Ernest Martin, Lichtenberger,
Dat ook
De
systematisch vak geen plaats. Reeds zijne definitie
als
Christendom
het
in zijn
dit gelukt.
den grond Schleiermacheriaansche opvatting
zijn in
bij
van de aloude dogmatiek poogt
maar zonder dat hem
,
voor Johansson en
natuurlijk in zijn dogmatiek, waaraan hij wel
en de beteekenis
waardij
de artikelen van encyclopaedischen aard
blijkt
in het Bulletin
Théologique van Godet (1863), van Pronier (1863) en van
Thomas
(1865), waarvan het laatste ook afzonderlijk verscheen onder den titel: LOUIS Thomas, Esquisse d'une Encyclopédie des sciences Théologiques, Paris 1865. Ook F. LICHTENBERGER gaf in zijn schoone E7icyclopédie
des sciences religieuses, Paris 1878,
Tom.
IV, op
blz.
419 een kort artikel over de Theologische Encyclopaedie, waarin hij uitgaat van het goede inzicht, dat het de taak der Encyclopaedie
dans Ie
is:
i.
„de déterminer
1'objet
de
la
Théologie
1'ensemble des connaissances humaines"; en
lieu
2.
et sa place
de montrer
organique de ses diverses branches, tant entre
avec leur principe fondamental ou générateur"
(p.
elles qu'
419). Hij ver-
klaart zich tegen de bloot empirische opvatting van de Theologie
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894
Abraham Kuyper Collection | 502 Pagina's