Bladeren
Van het kerkelijk ambt - pagina 18
Gereformeerde Stemmen.
i6
Geen sprake dus ook van een Staten Geneof Parlement om den Koning voor te
raal
want
lichten:
kent en doorziet
hij
zelf
eigen oogen den toestand van heel zijn volk.
met
En
ook geen Staten-Generaal of Parlement om den Koning in toom te houden of te controleeren, want feil noch zonde is in Hem denkbaar.
En wat hier vooral in aanmerking komt, geen Koning wien belet wordt uit eigen oogen te zien, en die deswege verlengarmen noodig
om
heeft,
de
afgelegen deelen van zijn rijk
maar een Vorst, groot
beheerschen,
te
macht,
voor
opheffen,
en
residentie
in
wien
koperen deuren zich
alle
hoewel
die,
in
Immers al deze getrapte rangen en opklimmende besturen, zijn door de koningen op aarde alleen daarom ingesteld, omdat zij geen kans zagen, om rechtstreeks met elk dorp en elke stad in gemeenschap te staan. En vooral vroeger, toen de post nog slecht en de telegraaf nog niet uitgevonden was, moest een koning gouverneur zetten
en deze deelen weer zoo
;
in
onderdeelen splitsen, dat er evenals
de
militairen,
bij
hoogere en lagere commando's
waren. Alleen op die manier toch
plaatselük in zijn
den hemel blijvend, toch door
wel in groote
land
zijn
stukken indeelen; over elk van deze deelen een
is
voor beperkte
menschen beheersching van een groot
terrein
denkbaar.
lijk
genade, majesteit en Geest, zelf persoonheel zijn riik doorschouwt, al zijn kerken,
en
de opzieners en personen in die kerken,
perkte Koning, gelijk onze vorsten op aarde
bij
name
zijn,
zijn
kent, kent beter
om
js,
uit
dan
zichzelven
zij
in staat,
bekwaam en machtig
den hemel
zelf persoonlijk aller
kennen, en die
leven te voeden. Hieruit
nu
verhouding
tot
Koning
Hem
in een geheel
staan,
van den aardschen koning
Deze soonlijk
de
zeer
laatsten
toch
andere
dan de ambtenaren tot hun vorst.
komen
bijna niet per-
met hem in aanraking. hooge ambtenaren is
Alleen aan dit
dan zou dat evenzoo moeten. dan
zou
Hij
kerk
zijn
Verreweg werken dus
in dienst
persoonlijk
door hem
de
meeste
te
zijn
Ze werken
king dan door de ambtenaren,
't
zij
van den
provinciën
die
met een
in
Deken
hoofd;
het
onderdeelen gedeeld, elk Classicaal
of
Bestuur aan
en zoo eindelijk in elke stad of
dorp een soott kerkelijk Burgemeester.
Zoo
heeft
dan ook elke Hiërarchie het met
een getrapt kader ingedeeld en ingericht.
Zoo de Paus. Zoo de Anglicaansche kerk. Zoo het Synodaal genootschap.
ingelicht.
ze naar. Maar ze arbeiden en dienen hun koning buiten den koning om. En de onderdanen van dezen aardschen koning komen bijna nooit anders met zijn macht in aanra-
de provinciën
en voor elke provincie een Bisschop. Voorts
van hun koning, zonder
instructie of order, en daar
elk land een vicaris-ge-
neraal. In elk land splitsing naar
ambtenaren
dezer
op aarde moeten
indeelen en splitsen. Een hoofdindeeling naar
vergund.
Niet aan de minderen, die in steden en dorpen zijn organen bij het volk zijn.
hebben een
derhalve Jezus onze Koning een be-
de landen, en voor
de ambtsdra-
vloeit voort, dat
gers van dezen
Was
Dit alles echter
is
één doorloopende looche-
ning en miskenning van wat onze Catechismus belijdt,
dat
majesteit,
onze Koning met
Christus
genade
en
plaats en aan elk oord Stel
de
zijn
Geest steeds aan elke
werkzaam
is.
u toch voor een aardsch koning, die
ongemeene
en
ondenkbare
werkkracht
belastingheffer, betaalmeester, rechter, politie-
bezat,
agent enz., hiërarchisch
van een middel om zijn kracht tot aan de grenzen van zijn rijk te laten werken, en op elk oogenblik van den dag, elk zijner ambtenaren in elke stad en op elk dorp te leiden, en immers al die tusschenpersonen van gouverneurs enz. zouden
graden en rangen getrapt optredend. Hoogere Rijksambtenaren, provinciale ambtenaren, gemeentelijke in allerlei
ainbtenaren. Heel een kader, vertakt naar de grootere of kleinere deelen van het land
Maar
bij
den Koning der Kerk
is
zijn.
dit alles
van geheel andere natuur. Hij heeft in zijn geen indeeling in provinciën of diocesen,
rijk
kantons of arrondissementen noodig.
in
die
getrapte
Al rangen van een opklimmend
kader vervallen
En
bij
Hem
dit is natuurlijk.
geheel.
om, door middel van telegraaf of
tele-
foon, en voorts voorzien
overtollig zijn en wegvallen.
Een
veldheer, die op hetzelfde oogenblik de compagnieën van zijn leger kon commandeeren, zou geen majoors en kolonels en al
generaals noodig hebben.
En
zoo nu
is
het feitelijk met
Koning
Jezus.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Printen
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's
