Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 25
college-dictaat van een der studenten
;
:
§ de
a.
nemen
opvatting
Christocentrische
25
de geheele Tiieologie soteriologisch
wil
Dogmatiek slechts
de
dus
en
Introducüo.
1.
als
wetenschap
de
zonden geboren mensch
om
de vraag
te
Zoo wordt God bijzaak, en de mensch niet in zijn oorspronkel. bestemming genomen maar zooals hij door de zonde geworden is. Hoofdzaak is dus de Locus de Christo, de Gratia en de Eschatologie, als aangevend hoe alles terecht komt hoe een
beantwoorden,
Ze vervalt
den mensch.
uit
niet
de soterioiogie op den voorgrond
met de soterioiogie
in
zalig wordt.
neemt haar uitgangspunt en beginsel
opvatting
Anthropocentrische
de
b.
in
de fouten der Method. en anderen, die
in
stellen.
Haar huldigen meest modernen,
het Evangelie en de mysteriën van het
die
Woord gebroken
en nu in de Dogmatiek niet de waarheden omtrent het wezen en de bestemming der dingen (God en kosmos) willen geven maar het wezen der religie niet God maar Godsdienst, een menschelijk verschijnsel waarom ze
hebben
;
;
dan ook hun uitgangspunt nemen
De
opvatting,
rechte
zoowel
in bij
den mensch. de
(Th. Aquin.) als tijdens de Reformatie c.
de
Kerkvaders en de groote scholastici de Geref. gevonden
Theocentrische, die het begin neemt daar,
vinden
te
bij
is
:
het
eerste
is
is.
waar het begin der dingen
God, dus de ontwikkeling der waarheid omtrent
wezen der dingen moet van God uitgaan. Zoo evident is dit, dat zelfs modernen dit voelen en men nu weer zijn aanvangspunt in God begint te nemen. Alles komt nu op de vraag „wat gelooft gij van God den Almachtige, Schepper des Hemels en der aarde ?" Nemen wij dit nu ook als vaststaande, dat het uitgangspunt in God genomen moet worden, dan vloeit daaruit voort, dat we b. v. den Locus de Homine nooit anders kunnen opvatten, dan onder de signatuur van het beeld het
:
van
God ; de zonde onder de
signat.
van den afval van God
onder de signat. van het terugbrengen tot God. levensverband
gesteld
van God gaan
alle
stroomingen
moet de Dogmatiek zelfverheerlijking
van
gedachten
worden met den uit,
alle
alles
;
de soterioiogie
dogma moet in beheerschenden Locus de Deo;
moeten
Elk bijzonder
in
Hem
weerkeeren en daarom
uitloopen op de Eschatologie, die niet anders
Gods
in
Zijn
en uitgangspunt.
eeuwig
Elk afzonderlijk
Zóó
dan de
is
we dogma moeten we
Koninkrijk.
eenheid
krijgen
aan dat
beginsel verbinden en daaruit afleiden.
Intusschen in
is
daarmee de vraag naar de plaats van den Locus de Providentia
de Dogmatiek nog niet beantwoord.
Beginnen
we met
het uitgangspunt te
nemen
in
God, dan krijgen
we
logisch
deze volgorde a.
zijn
„Wie is God?" (onderzoek naar Zi\n Wezen), dan: „Welke de eigenschappen Gods ?" (liever „virtutes", deugden), dan „ Wat is de
eerst de vraag
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 25](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's