Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 85

:

§ praeformatie

De

3.

Zeg

uitgedrukt.

volgt

Neen,

want het

God door

moet

origineel

Idixv.

evolutie uit den

dan het

er eerder zijn

85

•

geschapen

nu, dat de menscli

ik

daaruit dan, dat

Beeld,

Providentia kxt'

naar Gods

is

mensch voortkomt?

Waar we

portret.

een

we

wereld ingaan, waarin meer en meer het Darwinisme ingang vindt, moeten de

helder plant

niet

het

in

plan

Gods

den

mensch,

plan

is

om

samenhang

dien

in

nemen,

van het evolutie-systeem

fout

lag

de mensch

De

enz.

Niet als

praeform.

wèl

is

in

beeld,

de

dat mensch, dier en

ons uitgangspunt

God

in

maar

zelf

dan het dier

in het

als beeld

van

maar

het

realiteit het eerst,

dan de praeformatie.

eerst het volkomenste,

ik,

Schepping

de

in

Gods

Zeg

we

dan moeten

staan,

delfstoffenrijk.

eerst

inzien.

in

Zoo begrijpen we, waarden mensch is en dan bij

beschouwd wordt, hoe het bij het dier (juist andersom dan door het Darwinisme geschiedt). I. Bij den mensch vinden we A. Dat hij handelt naar onbewuste factoren, waaronder hieronder

eerst

:

hem zijn ingeschapen. Er zijn neigingen, door hem zelf gemaakt of ingebracht maar

verstaan die dingen, die

zijn te

10.

aandrangen

wezen,

zijn

in

niet

wezen opkomend. Zoo is de generatieve aandrift ingeschapen. Deze begint onbewust te werken, beweegt hem door een factor maar onbewust. Zoodra hij helder inziet, wat die drift is, dan wordt het bewust. Dit geldt voor zijn

uit

ingeschapen motieven. 20.

den

In

mensch

onbewuste factoren tengevolge van gewoonte.

zijn

Men

gewent zich aan dingen en de gewoonte geeft aan de natuur een plooi, is men gewoon op te staan, zoodat men om acht uur gereed is, dan wordt men niet wakker maar toch is wezen opkomend, die hem wakker maakt. Er dus een factor (de persoon komt in beweging) maar onbewust (de persoon

tegen dien er is

weet

niet,

Van

die

dat

zijn

de

hij

hem,

uit zijn

het doet).

recurrit ;"

bewustzijn niet

komt

30.

in

beide factoren

tamen usque met

wakker. Die persoon maakt zichzelf

tijd

motie

een

hierbij

aangewend

ouder

:

in

„Naturam furca ons zoo stuk

(2o.)

10.

b.v.

geworden

men

zijn (visschers

hebben andere gewoonten dan landbouwers)

ook met onbewust

Nu werken om den mensch de zwakste graad het

dat

er

Deze categorie moet begrepen worden onder maar met dit verschil, dat men die kan hebben

in

van

van

maar de

te

brengen in

in

de tweede plaats

graad van sterkte

is daar, waar we gedreven worden Komt men een kamer binnen en ruikt men

bewustzijn

affect van de zintuigen.

;

te zijn.

beweging

bewuste factoren. Die bewuste factoren nu verschillen

door

frustra expellas zijn,

kan dringen.

of die hereditair in het geslacht

op ouder

laatsten beginnen B.

in

geldt

motieven

die

het atavisme.

gewoonheidsfactoren

zelf

dat

2o.)

en

(lo.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen