Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 1004

Locus DE Christo (Pars Tertia).

188

Bij

menschelijk erfrecht moet het terstond aansluiten

doorioopen

één

:

Davids huis

breekt

interruptie

Waar

meer.

niet

de

;

Na de

erfrecht.

't

moet ongestoord

lijn .

ballingschap regeert

koningshuis dus 400 jaar lang niet meer

het

Denk u, had, hoe zou het daar nu ineens weer kunnen optreden. nog een afstammeling over was van 't Henegouwsche huis, die hier men zou hem óf gek verklaren kwam en op de kroon pretenties maakte Als wij ons op het terrein van de algemeene genade óf gevangen zetten.

geregeerd dat

er

—

deze

zijn

stellen,

kant

alle erfrecht

men

Gaat

regels

dus ook op Christus van toepassing en

voorts de geslachtsregisters na van Mattheus en Lucas, dan zien

dat het geslacht gedeeltelijk afgeleid wordt niet

wij,

van dien

is

dus uitgesloten.

uit

Salomo maar

uit

een

En nu spreekt het wel vanzelf, dat waar sprake is van een erfrecht, dat aanspraak geeft op de kroon, er dan ook niets aan ontbreken mag en er geen speld tusschen moet te krijgen zijn. Eindelijk geldt tegen een ieder, die Jezus in dien zin koning wil doen zijn anderen zoon van David.

over

Israël

souvereiniteit,

hemelen,

d.

Hem

en

dat

w.

z.

die

algemeene genade

onder de

dus

Hem

daarmee

stelt

feitelijk

Waarom door

't

is

zijde

van David's koningschap

Saul verworpen en David de

volk aangewezen

is

en David door

Hier

koningschap.

constitutioneele

het

der

man God ?

ligt

leidt,

dan moeten wij

zien.

naar Gods hart ?

Neen, want

door Gods profeet en de aanstelling door

wij de zalving

koninkrijk

't

het eigenlijke koninkrijk van Christus geheel vernietigt.

Willen wij den draad vinden, die op het goede spoor

op een andere

met opgelegde

stelt

buiten

't

bij

volk

;

Wijl Saul

beide vinden beide

bij

dus het verschil niet

was

Raakt

in.

dan wellicht het koningschap in de algemeene genade en de opgelegde Neen, want ook daarin stonden beide volkomen gelijk. Het onderscheid lag hierin, dat David behalve koning ook beelddrager was van het

souvereiniteit?

den Messias en

zijn

Daarom

Dat miste Saul en dat bezat David.

instrument.

was David de man naar Gods hart en Saul niet. Dat David nu typisch koning gold dat het vleeschelijke Israël? Neen, maar voor het Israël was over Israël

—

in

onderscheiding

met

koningschap was dus qualiteit.

Was

tevens naar

't

dat

bij

volkeren, voor

alle

David ook

typische

't

geestelijke Israël.

koningschap dus

recht der volkeren

Dat typische

een geestelijke eigenschap, eengeestelijke

daarvan

ook koning over

die

afhankelijk,

dat

menschen was?

hij

Neen

want David was een type van Christus reeds voor hij koning was toen hij nog rondzwierf op de bergen achter zijn kudde schapen. Toen dus het koningschap naar de wereld onder Zedekia vernietigd werd, werd dat geeste;

lijke

leven.

typische

koningschap

vernietigd.

niet

En dat koningschap nu

is

tot Christus

Het

bleef die vier

gekomen en wel

eeuwen lang

—

zooals het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen