Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 205
college-dictaat van een der studenten
§ Eveneens zijds
De
7.
schijnt
Providentia et miraculis.
strijd
van de Providentia
Gods en
als
te bestaan tusschen
andererzijds het plaatsgrijpen van wonderen.
Gods voor
besluit toch zijn de ordinantiën
overmits
en
gesteld,
ordinantiën gaan, zijner tijd
te
de voorstelling eener-
uitwerking en uitvoering van het Raadsbesluit
van
nu
alle creatuurlijk
Raads-
leven vast-
de wonderen niet naar den regel van deze
maken ze den indruk van terzijde
In dat
eerst later uitgedachte, en
om
ingeschoven middelen,
hetgeen naar de
gewone ordinantiën spaak liep, terecht te brengen. Ook aldus kan men dan in de wonderen wel een daad van voorzienig bestuur zien, maar de indruk, of de Providentia ten deze niet naar het Raads-
ontstaat
maar juist ervan afwijkt en het als ongenoegzaam aanvult. komt dan het vermoeden op, alsof de wonderen, die niet naar
besluit gaat,
Zelfs
de regel der vaste ordinantiën gaan, die ordinantiën zelve onvast maken, gevolg waarvan
is,
dat er eenerzijds
mannen opstaan,
die
om
de vast-
heid dier ordinantiën in de natuurwetten te handhaven, die wonderen hetzij naturalistisch
onder de
wegredeneeren,
hetzij
loochenen, en dat andererzijds
geloovigen de neiging opkomt,
om
wonderen de vastheid der ordinantiën en het Raadsbesluit zelf te laten glippen. ligt
men
hierin, dat
ter
handhaving van de
ten slotte de vastheid
De
fout
van deze redeneering
uitgaat van de voorstelling, alsof de
de haar gestelde ordeningen
te
van
beschouwen waren
als
kosmos met
een zelfstandige
macht, die spontaan de bestaande orde van zaken maintineerde, en alsof
dientengevolge die ordonnantiën te beschouwen waren als een macht,
waaraan Beide
niet alleen het schepsel,
daarentegen
denkbeeld een orde
zelf in
deze
van God
in
maar ook de Schepper gebonden ware.
stellingen strijd.
verwerpt de H.
S. als
met het
Er bestaat geen kosmos noch ook
maar één oogenblik buiten God uit Van oogenblik tot oogenblik bestaat orde uitsluitend niet alleen door den wil, maar
dien kosmos, die ook
of inzichzelf bestand zou hebben.
èn de kosmos èn
zijn
evenzoo door de kracht Gods, en elk oogenblik, dat
kosmos anders
zal bestaan, bestaat hij
bron voor
bestaan en zóó bestaan dan
de kosmos
zijn niet.
Diensvolgens kan
uit
Hij wil, dat die
op die andere wijze. Een andere in
Gods
wil en kracht bezit
het bestaan en zóó bestaan
van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
![Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 205](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/dictaten-dogmatiek-locus-de-providentia-peccato-foedere-christo/1910/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's