Een geloofsstuk - pagina 25

EEN GELOOFSSTUK.

plant mij,

uw

en door

Om

de Wetenschap, die u

d.i.

haar

kleinheid

wetenschap nooit veracht worden.

ge

het

den

opkomen van een

om

stichtingsjaar

gis

De

noemen

die haar

wetenschap

Van Leiden

Universiteit?

Leidens ontzet, maar wie uwer

?

ja kent

zal

op

invloed van een school hangt aan den geest,

inspireert, en

ken van het land gelukt

dan

als

ik,

aan Curatoren opdroeg,

afgehouwen

in

Te roemen

wat

Nooit

tronk.

we

ander

door ons

is

iets heel

Eerst in

uitgegaan, alsof

doel

Amerika en

in

Zuid-

in

hetgeen onze

valt

voor een kring

en die het oordeel over de hoogleeraren

is,

mogen saamvatten.

in

eens hoogleeraar, niet

zelf

saam

Vrije Universiteit in alle stre-

is.

hoogleeraren hieraan toebrachten. hier thans

reeds geconstateerd,

onzen Indischen Archipel, het spoor

van haar gangen aanwijsbaar

Nu roem

mag nu

en dat zelfs

is,

Afrika, ja, ten deele zelfs in

den

in

mag zulk een School der Wat zijn even dertig levens-

vormen van geesten aan onze

dat het

aannam,

ons het jaar van Utrechts of Groningens Academie-

af

stichting

als

als voedsterling

eigen studiën voort.

aanvankelijke

jaren in het

23

anders. Laat mij

ik straks zei is

't

in

tweeërlei

van het rijsken aan

van onze school de pretentie

verzinners van nieuwe vondsten waren. Nooit het

in

oog gevat dan

om wat

eens

groot maakte te doen herleven, en zich verder te

onze vaderen

doen ontwikkelen. De stam werd wel afgehouwen en veel dor hout van

takken

zijn

leven

in.

woud

het

in

tronk daarom nog in

opgelezen, maar ontworteld was die

minst

't

Hoe zwak

niet.

ook, er gloorde nog

Dien tronk nu hebben we gezuiverd van het mos en

We

schimmel, dat er zich

om

heden

besproeiing doen wijken.

voor

op getuurd,

duchtige er

of

leven vertoonde.

en

het

kleine

God gedankt

tusschen

zich

En toen

rijsken

en het van

had gezet.

de

hebben

schors

zijn vale

We

door

dor-

hebben

er

ook nieuw

dat leven glinsterde, en het lot uitschoot,

zich

omhoog

Hem

verhief, toen ja

afgesmeekt:

O

hebben we

God, laaft groeien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen