Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 15
3
Straks
van het Kruis zal het kruis woord uitgaan „Het is hier op den Thabor spreken Mozes en Elias van een :
1
volbracht'
''
;
uitgang dien
hij
moet volbrengen.
Toont dit niet, dat het op Thabor allerminst de aankondiging van een voor Jezus verborgen lijden was, maar veel meer, dat Thabor strekte om de volle impi'essie, den vollen indruk van de realiteit, van de werkelijkheid van bet komende lijden in Jezus* zelfbesef te voleinden? Vergeet toch nooit, dat Jezus' menschelijk bewustzijn, niet plotseling, niet op eenmaal de volheid van wat als kennisse Gods in hem was, in zich opnam.
Natuurlijk als Zone Gods was de kennisse van Messias aan de kennisse des Vaders en des Heiligen Geestes even gelijk. Maar daarom verloor het menschelijk bewustzijn voor Jezus zijn menschelijk karakter niet, en het karakter van ons menschelijk bewustzijn is, dat het eerst bij trappen, eerst van lieverlee, eerst door gestadige rijping in den vollen indruk der dingen overgaat. Of lezen we niet van Jezus dat hij toenam in wijsheid en genade? Al belijden we dus eerbiedigiijk, dat de Goddelijke kennisse van den Christus volkomen en voor geen volmaking vatbaar was, toch moet er aan worden vastgehouden, dat Jezus met zijn menschelijk bewustzijn niet dan allengs zoo meer tot het volle besef van wat hij tegenging, en dus ook van zijn lijden doordrong. Wel dat hij alle die dingen lijden moest, en dat hij moest ondergaan in dood en vloek, wist hij, maar het was nog heel iets anders, dat alles te weten, en het zoo vooruit te beseffen, dat ook de indruk van de realiteit van dat lijden en sterven vooruit door hem doorleefd werd. En daarom is het niet hetzelfde, als de profetie hem aankondigt, welk lijden hem te wachten staat, en als hier Mozes en Elia in zulk een oogenblik, en bij de verhoogde ontvankelijkheid, die het in heerlijkheid verhoogde levensbewustzijn hem schonk, hem voorhouden, dat al dit lijden tot in den dood moest volbracht worden.
Nog verstrikt het ons zoo vaak in raadselen, waarom die realiteit van Golgotha onmisbaar was. Of waren ook Henoch en ]N"oach, waren Abraham en Israël, waren een David en een Jesaia niet reeds tot de rechtvaardigmaking gekomen ? Was ook hunner niet het geloof in den komenden Messias ? En als zij dan reeds tot de schare der volmaakt rechtvaardigen waren ingegaan, zonder dat de realiteit van Golgotha verwezenlijkt was, waarom kon gelijke genade dan ook ons niet bewezen zijn, al ware dat Golgotha steeds verschoven, ten leste verschoven tot het einde der wereld, en daardoor vanzelf overbodig geworden ?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's