Zions roem en sterkte - pagina 155

VAN DE WEDERGEBOORTE EN GOEDE WERKEN.

147

om zoo te spreken, om aan de zonden met verschrikking denken, maar alles in beweging om den Heere grootlieid te geven. Even als Zacheus, die Jezus met blijdschap ontving, Lukas 19 9. Jezus zeide tot hem: heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal ook deze een zoon van Abraham is. En de kamerling, die gedoopt zijnde met den Heiligen Geest, zijnen weg met blijdschap reisde. Hand. 8 39. Vraag. Gaan allen even ras door de wedergeboorte tot de dadelijke bekeering uit ? Antw. Neen sommigen gaan in zeer korten tijd, nadat zij het beginsel des levens van God ontvangen hebben, ja als op hetzelfde moment, tot betering des levens, en heiligmaking over. Zie dit in Zacheus en velen op den Pinksterdag, Hand. 2: 37, 41, 42. Sommige integendeel worden eerst na vele verwisselingen, van vreugde en droefheid, van geloof en ongeloof, vallen en opstaan, hiertoe gebracht welke ook meer de gewone weg schijnt, langs welken God Zijne ellendigen leidt, hoewel anderszins de wedergeboorte in een oogenbllk geschiedt, dewijl tusschen dood en leven, geen onderscheid kan zijn. tijd is,

te

:

:

.

.

;

;

Vraag. Hoe is de mensch in het eerste oogenblik van zijne wedergeboorte ? Antw. Ten aanzien van de werking van Gods Geest in deze verandering, is de mensch alleen lijdelijk, zonder dat hij daarin met God medewerkt, als zijnde dood en machteloos tot het geestelijk goed. Daarom, Efeze 2:1. En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden. Vraag. Is dan de mensch tot de wedergeboorte niet meer gesteld als een steen of blok, dat men beweegt ? Antw. Ganschelijk niet de mensch wordt in de wedergeboorte niet bewerkt als een steen of blok, want de ziel des menschen is een wezen dat werkzaam en begaafd is met natuurlijke beginselen van werkingen, verstand en wil, welke hem maken tot een bekwaam onderwerp van de wedergeboorte. ;

Vraag. In wat tijd des levens wedervaart God den uitverkorenen ? Antw. God wedervaart alle uitverkorenen niet op een tijd, maar op verscheidene tijden, als blijkt in de gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard, van welke sommige ter eerster, andere ter derder, ter negender of ter elfder ure werden geroepen, Matth. 1—7. Zoo leert ook de ondervinding; want sommigen ont20 vangen de genade der wedergeboorte in hunne kindsheid, hetzij voor het gebruik van hun verstand, zonder middel van Gods woord, gelijk bleek in Johannes den Dooper, van welken de Engel Gabriël zeide, Lukas 1 15. Hij zal met den Heiligen Geest vervuld worden, ook van zijns moeders lijf aan hetzij in de opkomst van het gebruik van hun verstand, als menigmaal gebleken is in kinderen van vijf, zes of zeven jaren, in welke de vonken van het geestelijk leven uitflikkerden in heilige begeerten, brandende gebedjes, teederheid van geweten, eerbiedig spreken van Christus, en groote bekommering van God door de zonde te vertoornen zoo getuigt de Schrift, dat Timotheus van kinds af •

.

.

:

:

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen