Zions roem en sterkte - pagina 25

:

VAN DE EEUWIGE VERKIEZING GODS.

17

te worden, maak mij als een van uwe huurlingen. Eindelijk, de H. Geest werkt in den mensch doorbrekende kracht, lust en liefde, tot betrachting van het goede. Zijn hart wordt afgetrokken van de liefde tot de wereld, en hetgeen hij hij grijpt Christus aan zijn gewin rekende, acht hij nu schade door een levend geloof Hij maakt vrede met God, en geeft zich Deze zal zeggen over om voor den Heere te leven, Jes. 44 5. Ik ben des Heeren, en die zal zich noemen met den naam Jacobs: Ik ben des Heeren, en en gene zal met zijne hand schrijven

zoon genaamd 4.

:

:

:

:

toenoemen met den naam

zich

Israëls.

Vraag. Wat is het andere deel der voorverordineering Gods? Antw. De verwerping. Vraag. Wat beteekent dit woord ? Antw. Eene wegwerping, met afkeer des gemoeds. Dus leest In wiens oogen de verworpene veracht is. men, Psalm 15 4. Matth. 21 42. De steen dien de bouwlieden verworpen hebben. :

:

Vraag. Wat is de verwerping ? Antw. De verwerping is dat onveranderlijk besluit Gods, waardoor Hij van eeuwigheid besloten heeft sommige personen, om de zonde van Adam verdoemelijk, in de zonde en het verderf te laten, tot betooning van Zijne macht en gestrenge rechtvaardigheid. .*. Vraag. Hoe wordt de verwerping in de H. Schrift genaamd? Antw. De verwerping wordt doorgaans genoemd een haten Gods, Rom. 9 13. een stellen tot toorn, 1 Thessal. 5 9. een zetten tot ongehoorzaamheid, 1 Petr. 2 8. een opschrijven tot het oordeel, Jud. 4. een toebereiden tot het verderf, Rom. 9 22. een niet opschrijven in het boek des levens, Openb. 13 8. Vraag. Wat voor eene daad is de verwerping ? Antw. 1. Ten deele is de verwerping eene daad van Gods opperheerschappij, waardoor Hij verwerpt, dien Hij wil naar Zijn vrijmachtig welbehagen, Rom. 9 18. Hij verhardt dien Hij wil. 2. Ten deele eene daad van Gods rechtvaardigheid, voor zoo verre Hij vastgesteld heeft den mensch, in de zonde gevallen, om zijne zonde eeuwig te verdoemen. Dit drukt de Belijdenis in dezer voege uit rechtvaardig, doordien Hij de anderen laat in hun val en verderf, daar zij zichzelve in geworpen hebben. :

:

:

:

:

.

.

:

:

Vraag. Is dan 's menschen ongeloof en onbekeerlijkheid de oorzaak niet, waarom God sommige verworpen heeft ? Antw. Ganschelijk niet, want de zonde, ofschoon zij is de ware oorzaak van de dadelijke verdoemenis der verworpelingen, is evenwel de oorzaak niet, welke God bewoog om hen te verwerpen, omdat Gods eeuwig besluit zijne oorzaak niet hebben kan, in iets dat in den buiten God voorvalt. Vraag. Hoe bev/ijst gij

tijd

dit ?

Antw. 1. De verwerping is eene daad van Gods vrijmacht. Immers bij aldien een aardsch pottenbakker zooveel macht heeft over het leem, dat hij hetzelve naar zijn welgevallen maakt ter eere of ter A. Rotterdam II

2

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen