Zions roem en sterkte - pagina 305

;

:

;

VAN HET HEILIG AVONDMAAL.

297

maar eens een lichaam uit Maria aangenomen, en dat een lichaam van vleesch en bloed, maar geenszins van brood daar deze leer Christus duizenden van lichamen toeschrijft; b. tegen de waarheid van Christus' lijden en sterven, dat Hij eenmaal onder Pontius Pilatus heeft ondergaan, Hebr. 9 28. Alzoo ook Christus eenmaal geofferd zijnde, om veler zonden weg te nemen; Rom. 6 9. Wetende dat Christus uitdedooden opgewekt zijnde, niet meer sterft daar Hij volgens de leer der heeft

;

:

:

;

transsubstantiatie alle dagen moet sterven c. tegen de waarheid Zijner hemelvaart, waardoor de hemel Hem heeft ontvangen, tot de tijden der wederoprichting aller 21. Maar hoe kan dit zoo zijn, zoo Christus dingen, Handl. 3 hier lichamelijk wordt gegeten, en op het bevel der mispriesters, :

duizendmaal op eenen dag neder komt; d. tegen de waarheid van Zijne verheerlijking aan de rechterhand Gods, waardoor Hij boven alle schepselen verhoogd is, Hebr. 1 3. Daarom kan Zijn verheerlijkt lichaam aan zoovele mishandelingen niet onderworpen zijn, zoo dikwijls met de tanden verbrijzeld van de ratten en wormen geknaagd, en wederom uitgeworpen worden, of op het welgevallen van den priester nederkomen in het brood tegen de waarheid van Zijne wederkomst ten oordeel, Handl. e. 1:11. Deze Jezus, die van u weggenomen is in den hemel, zal alzoo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien henenvaren. Want hieruit volgt, dat Hij niet kan gezegd worden gedurig in het brood of in den ouwel neer te komen. Vraag. Hoe al meer ? Antw. 5. Dit gevoelen der Roomschgezinden is strijdig met de zinnen, niet met één, maar met al de zinnen, niet van sommigen maar van alle menschen, niet somtijds, maar altijd. Dit bewijs van de uiterlijke zinnen erkende Aristoteles van zulk een klem en kracht te ziin, dat men, naar zijn oordeel, over een materie, die door de uiterlijke zinnen wordt bevestigd, niet behoorde te twisten. Trouwens waarop kan de mensch het best staat maken, dan op hetgeen hij met zijne oogen ziet, met zijne handen voelt, met zijn gehemelte smaakt, met zijne neus riekt, en met zijne ooren hoort; daarom gebruiken de Apostelen dit bewijs, om de waarheid der Christelijke leer te bevestigen, 1 Joh. 1 1 3. Hetgeen wij gehoord hebben, hetgeen wij gezien hebben met onze oogen, hetgeen wij aanschouwd hebben, en dat onze handen getast hebben dat verkondigen wij u. Christus zelf zag dit bewijs aan van eene overtuigende natuur, als Hij tot de discipelen zeide, Lukas 24 Waarom klimmen zulke overleggingen 38, 39. in uwe harten ? Ziet, Mijne handen, en Mijne voeten want Ik ben het zelf. Tast Mij aan, en ziet want een geest heeft vleesch noch beenen, gelijk gij ziet dat Ik heb. 6. Strijdt dit gevoelen met de natuurkunde, met de meetkunde, met de weegkunde en met de telkunde, die alle op vaste gronden steunen a. tegen de natuurkunde, stellen zij dat Christus' waarachtig menschelijk lichaam, waarin Hij des vleesches en bloeds, gelijk de kinderen, is deelachtig geworden, op ontelbare plaatsen, in welke de consecratie ter eener ure geschiedt, en in zooveel ge:

•

.

,

:

;

— :

;

;

—

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen