Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 451

443

PLAATSELIJKE GESTELDHEID.

onze

dat

dagteekenen,

periode

was,

onvervalscht

ommekeer

onze Catechismus beide

toen

en

dat

de

Calvinistische

onzent

ten

eerst

treft,

nog schier geheel

Prins

dan

klein,

maar

dood, de groote zich hieruit van

het

kenmerken vertoonen, maar dat

weder

zich alles

't

op deze oorspronkelijke

groep nog

Maurits'

verklaart

de eerste

uit

de Belijdenis der Calvinisten aan-

in

Schriftuurlijke

toestand, toen

latere

na

doorging,

hoe de begrippen, die men

zelf,

de

en

Geloofsbelijdenis

in

meer

voorstelling niet

een Volkskerk verliep, paste.

Het ideaal, waarvoor de martelaren hun bloed hadden vergoten, en

waarvoor zieling

die,

met

i.

leven afbrachten, uit volle overtuiging en be-

't

na

is

dit

hooge

een

Synode van Dordrecht

de

en kerkelijke toestanden

van de

dat d.

er

hadden,

geijverd

begraven,

duct

die

zij,

spottend,

ideaal

beginsellooze

Gereformeerde Kerken van

gedurende

anderhalve

eeuw,

anders waren, dan

niet

Neem

practijk.

in

van

profeit,

1619

tot

1798

gedoogde,

niet

in

't

mee tevens

het

Bedienaren

des

nog droever

Woords

feit

allerlei

niet

saamviel, dat aan verreweg de meeste

missen,

vrije

men kon

't

beschikking over deze

zich verzekerd achten.

Heeren

om

niet

nemen.

te

toelachte,

zekere

Wat bovenal

was,

dat

heerschappij

aan zich konden trekken.

voor de

Men kon

zonder tractement

ze,

stoffelijke

de en

bestaansmiddelen

klemmende mate de

in

den

door

leven schier van zelf

was.

Nauwelijks

kerkelijke

van de wereldlijke

steun

over de burgerij, vooral ten platte lande, In tal

en

van dorpen werd de Bedienaar

tal

des Woords alzoo de gezagsman, en heerschzucht sloop

bluscht

't

beurzen doen, en alleen door de gunste van de Overheid kon

men van de

macht,

heeft, terwijl hier-

spoedig de moed ontzonk,

al

Gereformeerde beginselen tegen de Overheid op

kerkgebouwen

't

oog, hoe het

de dusgenaamde Gereformeerde Overheid was, die de doorwerking

van het Calvinisme ten onzent gestuit en verhinderd

lijk

ja,

het Overheidsgezag

de handen der kerkelijken geheel bond, en het springt juist

't

ééne

Synode konden

generale

saamkomen, eenvoudig, omdat de Overheid het dat zelfs op de Synode generaal in Dordrecht

1618

dit

slechts

Nederland

niet

in

leven getreden,

in het

zijn alstoen

in,

zoodra

was de

't

in het

kerke-

vuur van heilige geestdrift ge-

18e

eeuw dan ook

ingetreden, of

geestelijk nog bezielde element trok zich niet alleen uit het burgelijke,

maar evenzoo Gezelschappen.

uit

het

kerkelijk

leven

Hierdoor verarmde

de

terug,

in

wat

Kerk nog

te

we noemen de Ook de

meer.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen