Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 263

HET VOORZIENIG BESTEL. wat mensch was, politioneel

hetzij

worden,

kon

men

gezelschappen, waar

van

prijs

crimineel door de doodstraf,

hetzij

oproer, hetzij in militairen zin

bij

Zoo kwam

van den oorlog.

den

Vandaar, dat zelfs het leven de

uitging.

regelmaat

en

orde

255

bij

het uitbreken

het Overheidsgezag niet op in disputeer-

beschouwingen over

zich te goed deed aan

noch door afspraak en overeenkomst, waarbij men over

mensch,

en weder macht en recht stipuleerde.

Het Overheidsgezag

is

van

als

Godswege op onze saamleving gelegd, en na de verbreking van het geopgekomen uit de zonde, uit den nood en uit den drang des levens. Gezag is voor een saamleven van zich zelf bewuste nealogisch verband

dus

en

Had

misbaar.

dan ware 't

eigen aandrift handelende menschen

uit

God

zelf

geweest,

patriarchalen zin door het geslachtshoofd, dat

Maar toen

had.

gevestigd

onder menschen gelden deed. logisch

En

te

Met

dit resultaat is

men nog

niet verder,

instrumenteel

's

In

Heeren

de geboorte

het was,

maar verliep en ging

waardoor dat Goddelijk gezag zich

Dit orgaan toch, hield op, zich genea-

besiel.

men

er intusschen

dan dat nu

door een Overheid

blijkt,

in

nog

niet.

greep

Israël

wege

plaats

bijzondere,

maar

;

juist

Hiermede toch

is

hoe het Goddelijk "gezag zich

den zondigen toestand, en zulks

zonder bovennatuurlijke ingrijping, kan handhaven. anders.

zelf in

in

opkomen van de Overheid.

Het voorzienig

27.

God

zijn

Het moest nu van buiten als verband aangelegd.

stellen.

dit gaf het

§

ordinantie heel

nu door de zonde breuke kwam, bleef

Gods ongedeerd, wat

gezag

het

er

loor het orgaan, het instrument,

te

Wiens

beheerscht had, en zou dat instrumenteel uitgeoefend

leven

wel

noodig en on-

zulks nu geheel beantwoord aan de Schep pingsordinantie,

gezag het gezag van

dit

altijd

Bij

bovennatuurlijke

daarom was

't

Israël

was

ingrijping

zoo ernstige

dit

van fout,

dat Languet en op zijn voetspoor vele Calvinisten zich veroorloofden,

wat plaatsgegrepen had volken toe te passen.

in Bij

en met

Israël,

ook op het leven der overige

de overige volken traden geen profeten op,

was geen Urim en Thumim, en is er geen sprake van dat de Vorsten en hun wetgeving gedragen werden door opzettelijke, bijzondere openbaring,

gelijk

deze

bij

Israël én in

de wetgeving op Sinaï én in de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen