Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 710

CALVINISTISCH.

702

en maatschappelijk leven consolideerde zich èn staatkundig

burgerlijk

èn

kerkelijk

gedegenen vorm, politiek

vast

in

met volle

van beweging voor

vrijheid

als constitutioneel

Landskerk met hooge

religieus als heerschend in een

privilegies,

èn

doch

strooming

alle dissentieerende

daarnaast.

Ter

van

deze

deze uitkomst moet uiteraard op het

geheele

worden teruggegaan,

actie

onder

daarop

en

Calvijn,

in

kerkelijke eenheid.

waardeering van

juister

uitgangspunt eerst

Languefs

Calvijn's en

56.

§

Fransche godsdienstoorlogen, zich had aangekondigd eigen

sfeer

in

element

een

in

met de Joden

den

maar de Staat

Staat,

te

d.

dit

aan

alle

de Kahal van

in

zijn volgelingen,

ontkomen aan het

leden

name

in

feit,

door

werd de

positie

God die

de

dat krachtens

verband met de belijdenis

medezeggenschap toekwam,

Israël het geval

was geweest.

gelijk

Dit mocht Calvijn

nu uitdrukken door de consensus populi, en Languet meer vereiniteit

in

der geestelijk en intellectueel hoogst staan-

i.

leggen, toch niet

uitverkiezing,

konden

zoo kerkelijk als politiek,

autoriteit,

het geloofsstandpunt, en zulks met

ook

huishouding

Het Oud-Testamentisch model van Israëls

ook de

ze

handen der „besten",

der

Niet de Kerk een

de Kerk, en die Kerk heel het volk insluitend, alleen

als exceptie.

zelfbewust

den, poogden

:

als burgerlijke

volksstaat hierop toepassend, kon Calvijn, en

hoe

gelijk ze

Languet's systematiseering in de

aan het volk verleend eeren, maar aan een ieder op staatkundig

als

een sou-

in elk geval

toekwam, be-

erf

Wie gedoopt was en was volgerechtigd in de

heerscht door zijn positie op geestelijk terrein.

toegang

tot

het

Avondmaal had erlangd,

H.

Kerk des Heeren, en maatschappij.

lijke

der Kerk stond,

het

elkander

naast

uitsluitende

zijn,

Voor hem

te

vinden.

die buiten de geestelijke in

En

de burger-

gemeenschap

de aldus gekerstende burgermaatzelfs

Kerken,

bestaan

moest en kon

een

van onderscheidene,

ongerijmdheid

Waarheid slechts één was, dat

en

in

hierbij slechts

alleen geldig erkende. Kerk de heerschappij voeren, zoodat

als

dat de

zoodanig tevens volgerechtigd

was daarentegen

schappij geen plaats ééne,

als

dat

deze

Kerk door

alle

zou

zijn.

in

belijdenis elkaar

Rome's

er alzoo slechts

belijdenis

ééne Kerk kon

Overheid moest gesteund en ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen