Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 204
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
HET LAND.
196
ZOO door
nabuurschap bezweken.
zijn
aan Japan den
hebben het ondervonden, wat krijgen.
Het
daarom
is
toekomst
rekenen, maar
te
nabuurschap
de
ligt,
niet zelden
zoo
vaak
naar
het
was, Frankrijk
naburen
in Algiers tot
om met
van
andere
een
is,
volk
het
en het land, dat naast ons Niet
1795
en
't
minst, indien, gelijk
beweging
revolutionaire
overslaat.
het landsgebied van den
voor den volkstoestand en voor de volks-
is
van nog hooger gewicht.
gezien
En
1848 weten
uit het
er
ook
ééne land ten onzent
verhalen.
te
Het
daarom een schrede
is
vooruit, dat aan het eenzijdig theoreti-
over de rechtsverhoudingen paal en perk
seeren in
't
Marokko
altoos land naast land, waaruit het gevaar opkomt.
is
het volstrekt niet voldoende,
eigen staat
van
Korea en Mandschoerije hebben
der nabuurschap moeten betalen. Tunis en
tol
de algemeene, als
ook aan het land
staat
kan beweerd, dat het
als land
wordt geschonken.
Niet van eiken
rekening brengen ook van het land zoo
in
heeft, als dit bij
we opmerkten,
kan, gelijk
gezet, en dat zoo
de bijzondere staatsleer steeds ernstiger aan-
in
dacht
hooge beteekenis
is
ons het geval
is.
Ten onzent toch
bijna gezegd, dat het volk het land en het
Zóó sterk wederzijdsch op elkaar inwerken van volk en land als ten onzent plaats greep, komt elders dan ook bijna niet voor. Voor wat een enkele stad betreft, moge Venetië land
het
gemaakt
volk
in dit opzicht
heeft.
met Amsterdam kunnen wedijveren, maar voor wat den ge-
heelen Staat aangaat,
is
de wederzijds op elkander uitgaande inwerking
van grond en mensch ten onzent geheel eenig
deswege
uit
regel
te
trekken
al
groote
te
en
onzent al
zijn
noemen. Doch
al is
zich voordoet geen algemeen geldende er Staten aanwijsbaar, die allicht
zonder
ongelijkheid hun gebied over en weer konden uitruilen,
met
Bulgarije
gelijk
land
wat ten
te
schier
altoos
Servië, tot
op
toch
zekere
is
het onmiskenbaar, dat volk en
hoogte
zijn
saamgegroeid
;
dat de
eigenaardigheid van het volk, althans na eenigszins langeren duur van
bewoning, ten klimaat
en
slotte al
bodem
;
en
meer overeenstemt met de eigenaardigheid van dat het tegen de natuur indruischt, zoo
een doctrine van staatsrechterlijken aard als panacee voor in staat
na
staat,
poogt
te
verwezenlijken.
een staatsleer en op staatsrechterlijk gebied te
ver
gaan.
In
Natuurlijk kan
in het nationaal
alle
men
volken
men ook
in
verbijzonderen
de ten deele gelijksoortige afstamming en herkomst
van de volken, die Europa bewonen, en
tot
op zekere hoogte
zelfs in
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's