Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 211

'

VOOR SOCIALE RECHTVAARDIGHEID. Hieruit blijkt duidelijk, dat Dr. titel

K

u

yp

189

e r in zijn predicatie die tot

draagt: „Geworteld en gegrond" op 10 Aug. 1870 uitgesproken, er

op gewezen

Woord

te

heeft, dat de

werpen op

al

Kerk geroepen

is

om

het Ucht van

Gods

de vraagstukken van het sociale en politieke

leven.

Als

hij tot

een anderen staat des levens

vertegenwoordiger voor Gouda schier

niemand

quaestie.

Hoe

het

is

overgegaan, door volks-

hij met klem, toen nog aan dacht, de aandacht gevestigd op de sociale

er

hem

te

worden, heeft

daarbij verging deelden wij reeds mede.

in 1871 schreef hij

een inleidend woord van een

taald werkje over

„De Arbeiderskwestie en de kerk". En

Reeds

het Duitsch ver-

uit

in „Ons Program" worden tal van artikelen aan dit onderwerp gewijd. Lang voor de zweep der arbeidersbeweging zich liet gevoelen, reeds in 1874 drong Dr. K u y p e r aan op een Wetboek voor den arbeid. Hij stemde in met hetgeen in 1875 een Duitsch geleerde, VonSybel, schreef: „Wanneer het voortbrengen en verkrijgen van rijkdom in strijd komt met het eigenlijk doel der nijverheid, namelijk de middelen te erlangen ter bevordering van gezondheid en arbeidskracht, van ontwikkeling, beschaving en weldadigheid, dan moeten de volkshuis-

houdkundige wetten wijken voor hoogere wetten en maatschappij, de Staat, niet slechts bevoegd

onderwerping aan hooger wet van ieder onderdaan

noods

is

de menschelijke

maar ook te

verplicht, die

eischen en des

dwingen.

af te

De pleidooien die Dr. K u y p e r voor sociale wetten in ons Parlement deed hooren, werden door Dr. B r o n s v e d in zijn „Stemmen voor Waarheid en Vrede" in 1875 met ingenomenheid begroet. Dr. 1

K u y p e r"

heeft (met zijn aandringen op een

Wetboek op den

arbeid)

waarlijk niets ongerijmds gevraagd; en aan zijn uitgesproken ver-

langen zal toch, vroeg of het in de Kroniek van

nog zoo ver

niet

om

laat,

voldaan moeten worden", zoo luidde

genoemd maandschrift. De Kamer was

dit te

in 1874

erkennen.

Dr. K u y p e r wees voortdurend op tweeërlei democratie. Wie meenen dat de democratie daarin bestaat, dat één klasse uit het volk, die der arbeiders, over alle andere zal kunnen heerschen, verschillen van hen, die er voor strijden, dat het volk in al zijn rangen en standen de door den graad van volksontwikkeling geëischte invloed op het Landsbestuur verzekerd is. Steeds waarschuwde Dr. K u y p e r tegen een democratie die, in de Revolutie geworteld, voert naar een Staats-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen