Ad Valvas 1959-1960 - pagina 139

Rijkssubsidie Hoe zit dat nu met die subsidieregeling? In korte woorden samengevat als volgt. In 1948 werd in de wet op het hoger onderwijs een bepaling opgenomen dat de bijzondere universiteiten en hogescholen aanspraak konden maken op een tegemoetkoming in de kosten voor gebouwen en terreinen, voor universitaire doeleinden bestemd en in de kosten voor het onderwijs en de algemene dienst. Na enige wijzigingen in de loop der jaren is het thans zo, dat de Vrije Universiteit een tegemoetkoming ontvangt van 90% der (subsidiabele) uitgaven verminderd met de universitaire ontvangsten (college-, examen-, inschrijfgelden en dergelijke). Een wetswijziging die onder meer een verhoging van het subsidiepercentage tot 95% inhoudt, is in voorbereiding. De theologische faculteit valt buiten de subsidieregeling en komt derhalve geheel voor eigen rekening van de vereniging. Bovendien wordt ook in de verenigingskosten en enkele andere uitgaven, welke geacht worden niet op het onderwijs betrekking te hebben, geen tegemoetkoming ontvangen. Voorts wordt van de kosten voor algemene dienst 4%, beschouwd als voor de theologische faculteit te zijn gedaan, welk deel derhalve ook niet subsidiabel is. Het bedrag van de uitgaven, dat, na aftrek van het rijkssubsidie, door inkomsten uit particuliere bron moet worden gedekt, overtreft thans reeds heel ver het bedrag van de totaal-uitgaven van de jaren toen nog geen rijkssubsidie werd ontvangen. De miljoenen voor de nieuwbouw In de jaarvergadering 1959 te Utrecht gehouden, hebben directeuren bij monde van ir. C. A. Doets, uitvoerige inlichtingen verstrekt over de nieuwbouwplannen en over de kosten daarvan. De korte inhoud volgt hieronder. Kosten van het academisch ziekenhuis in aanbouw . . . . . . . . . . Nieuw te bouwen laboratoria wis- en natuurkunde . . . . . . . . . . Laboratoria medische faculteit Kosten van een hoofdgebouw voor de A-faculteiten, bibliotheek, administratie enz. . Totaal benodigd, inclusief kosten van inrichting

ƒ 40.000.000.— - 45.000.000.— - 20.000.000.— - 25.000.000.— ƒ 130.000.000.— ƒ 200.000.000.—

Hierbij is dan nog niet gerekend met de kosten van diverse voorzieningen ten behoeve van de studenten, waartoe in principe wel reeds besloten is en waarvan op dit ogenblik alleen een studentenhuis wordt genoemd. Directeuren zijn namelijk van oordeel, dat de universiteit ook op dit terrein een taak heeft waaraan zij zich niet kan en mag onttrekken. Het zijn getallen om van te duizelen. Toch is het goed ze onder de ogen te zien. Overigens behoeven wij ons over de financiering van deze nieuwbouw gelukkig geen grote zorgen te maken. Ook dat is gezegd en wordt hierbij herhaald. De Vrije Universiteit beschikt namelijk, dank zij diverse grote inzamelingen (o.a. bij het jubileum in 1955) en dank zij de vorming van een kapitaal uit legaten, nalatenschappen en andere grotere schenkingen, over een bouwfonds van rond 6 miljoen guldens. Aan dit bouwfonds kan jaarlijks door rentebijschrijving en uit de opbrengst van de busjes Vrouwen V.U.-Hulp (zolang deze nog niet voor de exploitatierekening nodig is) worden toegevoegd ruim een halfmiljoen. Directeuren hopen en vertrouwen dat deze gang van zaken nog enige jaren bestendigd kan worden. Mede in aanmerking nemende de mogelijkheid van verhoging van het subsidiepercentage en de waarde van de thans in gebruik zijnde eigendommen — die t.z.t. te gelde gemaakt kunnen worden — zal naar de verwachting van directeuren het voor de kapitaalsuitgaven vereiste bedrag er zijn wanneer dat nodig is. , ^ H. van Namen Jr,

3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen