GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 106

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 106

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS

f i l FiADEMISCHE J L\ klTUALITEITEN RAPPORT-DE GROOT

Voor de lezers die het nog niet kennen hier een weergave uit het omstreden rapport-De Groot over selektie voor het postsekundair onderwijs. Op het informatiecentrum (hg W-03) ligt een kopie van het volledige rapport en een samenvatting ter inzage. In januari verschijnt het in druk. 'Het percentage jongeren per jaargang van de gehele bevolking, d a t voldoende leervermogen bezit om toe te komen a a n en te slagen in een studie op akademisch n i veau is zeer klein; dit geldt voor alle ontwikkelde kultuurlanden. Uitkomsten van Intelligentie-onderzoeken wettigen de konklusie d a t er in de huidige situatie in Nederland door verbetering v a n de doorstroming en van h e t o n derwas zelf géén grote reserve a a n potentiële probleemoplossers op tertiair niveau meer te mobiliseren valt. Het percentage jongeren d a t per jaargang geschikt is voor de meer abstrakte (akademische, tevens dure) vormen v a n hoger onderwijs in h e t toekomstige postsekundaire systeem, k a n niet veel groter worden d a n h e t n u is.' Dit zijn enkele p u n t e n uit h e t r a p p o r t 'Selektie voor en i n h e t hoger onderwijs, een probleemanalyse', d a t in september 1971 i n opdracht v a n de Commissie O n t wikkeling Wetenschappelijk O n derwijs (commissie-De Moor) in studie Is gegeven a a n de Stichting Research I n s t i t u u t voor de Toegepaste Psychologie a a n de Universiteit van Amsterdam olv prof. dr. A. D. de Groot. 'De filosofie v a n dit rapjwrt is', aldus prof. De Groot, 'dat m e n onrecht door selektie niet moet t r a c h t e n t e omzeilen door expliciete, institutionele selektie t e vermijden- of erger, n e t t e doen of er geen selektie is m a a r intussen middelmatig en ondoelmatig o n derwijs a a n aUen t e geven. M e n moet wèl durven selekteren, op rationeel gekozen 'selektiepimten', met aanvaardbare methoden, die duidelijk konsekwenties hebben; en men moet negatieve fouten van de selektieprocedure — die onvermijdelijk zyn — opvangen door verstandige regelingen: h e r k a n singen, goede alternatieven, de tweede opleidingsweg.' I n zijn omstreden r a p p o r t vindt prof. De Groot d a t niet alleen selektieprocessen, m a a r ook bepaalde vormen v a n actieve Institutionele selektie — zoals die in alle ontwikkelde landen voorkomen — onontbeerlijk zijn. De vraag is niet of men t n een onderwijssysteem als geheel, en in h e t tertiaire systeem in h e t bijzonder, moet selekteren, m a a r hoe m e n dit moet doen. Analyse van de eisen v a n billijkheid en doelmatigheid leidt, voor de meeste selektie-situaties, t o t een kategorische afwijzing v a n i n terviews, schoolcyfers, persoonlijkheids- en intelligentietests en niet —objektief — scoorbaar e x a m e n werk. W a t overblijft als akseptabele selektieprocedure is een 'selektie-examen', d a t a a n een a a n t a l speciale eisen voldoet. Voor professionele opleidingen bepleit h y invoering van h e t 'expeditiemodel' (samen uit, samen t h u i s ) ; i n tegenstelling tot h e t huidige 'veldloopmodel', m e t veel afvallers en veel vertraging o n derweg. Een andere v a r i a n t v a n selektievry onderwijs is die van de vrije studie volgens h e t model v a n de 'onderwijssupermarkt'. Uit een oogpunt van struktuurplanning is h e t hoofdprobleem waarschijnlijk hoe m e n verschillende modellen In een gedifferentieerd algemeen kontrakt k a n kombineren zonder d a t zü elk verwateren. Welke andere mogelijkheden t o t verdere studie s t a a n er open voor degenen die voor een bepaald p r o g r a m m a afgewezen ziJn of worden? Een bevredigende oplossing van dit 'alternatieven-probleem' is bii invoering van een selektieve propaedeuse die twee soorten stud e n t e n doet o n t s t a a n : (geslaagden en gezakten) even onontbeerlijk als herprogrammering. Voorgesteld worden o.a. de invoering van gesloten p r o g r a m m a s n a a s t de open programma's, 'n planmatige ontwikkeling n a a r diversiteit— b i n n e n een s t r a k landelijk systeem v a n graden en kursusduren — en speciale a a n d a c h t voor de idee v a n de open universiteit of algemener: een 'tweede systeem' naast h e t geregelde systeem. Prof. De Groot beveelt a a n d a t by onderwijsplanning, en by het

ontwerpen van selektieregelingen als onderdeel daarvan, rekening wordt gehouden met de eisen van een differentieel beleid dat op basis van expliciete, zowel onderwUskundig als politiek en financieel h a n t e e r b a r e beleidsdoelstellingen, k a n worden gevoerd. Voor een efficiënte regelmg v a n die selektie en doorstroming is een (verbeterde) kodifikatie v a n h e t r e c h t op onderwijs onontbeerlyk. Die kodifikatie moet gesteld zyn in termen v a n : vaste t y d s eenheden en bybehorende beperkingen (strukturering in t y d ) , garanties voor (selektievrye) deeln a m e a a n h e t onderwys, op studieprestaties gebaseerde rechten op voortzetting van onderwijs, en examens, graden en diploma's. Een principiële keuze voor een opbouw van ons hele onderwyssysteem tn de zin van selektievrye perioden, met een m i n i m u m a a n duideiyke selektiedrempels, is zowel voor h e t onderwys als voor een rationele, doelmatige en billyke regeling van selektie en doorstroming uiterst wenseiyk. De selektie Is h e t beste te regelen als zy losgekoppeld is van h e t onderwysgebeuren en gelokaliseerd wordt in een zo klein mogeiyk a a n t a l expliciete selektiedrempels; h e t onderwys is gebaat met de afwezigheid van selektie-bygedacht e n (over mogeiyk ongeschikte

1 DECEMBER 1972

studenten) en met de sterkte van h e t wederzyds aangenomen-werkkontraKt. Mbt de eindexamens en de d a a r by behorende studierechten is een principiële keuze uiterst wenselyk: by voorkeur vóór h a n d h a ving van de bestaande, uniforme, studierechten gevende examenregelingen en tegen de verdere ontwikkeling van vrijbiyvende niet-objektieve en niet-genormeerde schoolexamens; als m e n beide tegelyk bevordert komt m e n terecht in h e t niemandsland t u s sen 'diversiteit' en 'uniformiteit', waar niets meer duideiyk is. Een analyse van de a a n v a a r d baarheidseisen v a n selektleprocedures in h e t onderwijssysteem leidt t o t de konklusie, d a t alleen een selektie-examen op in h e t voorafgaande onderwys verworven intelektuele vaardigheden onder bepaalde kondities akseptabel IS. Hoewel een selektief propaedeur, tisch examen per definitie een dubbele funktie heeft — afsluiting en toelating — k a n h e t zo worden opgezet d a t h e t die dubbele funktie adekwaat vervult. Voorwaarden daartoe z y n : een duidelyke onderscheiding van de twee funkties, een eerste prioriteit voor de selektie-funktie en een goede regeling van de alternatieven voor de tweede soort studenten die een selektieve propaedeuse doet o n t s t a a n : de gezakten (en v e r m y ders). Verdere uitwerking van dit p u n t leidt t o t de volgende stelling: 'ledere propaedeutische opleiding moet een uit de algemene doelstellingen vooropleiding, i n -

troduktie en onder wyskundige s a m e n h a n g afgeleid, m a a r zo gedifferentieerd mogeiyk totaal p r o g r a m m a annex afsluitend examen kennen, waarvoor ook een substantieel a a n t a l van de voor de toelating afgewezen studenten moet k u n n e n slagen.' Professor De Groot vindt d a t wanneer een selektief propaedeutisch examen wordt doorgevoerd, een mogeiyklield van centraal gemaakte, en eventueel centraal afgenomen en gescoorde examenopgaven (studietoetsen) ernstig overwogen en zo nodig m e t spoed gerealiseerd moet worden. Het is voor h e t slagen van de h e r strukturering volgens de nieuwe wet, en in de geest van 'hoger onderwys nieuwe styi', van h e t grootste belang en van de hoogst mogeiyke urgentie, d a t er duidelyke en bevredigende alternatieven worden gekreëerd voor diegenen die niet t o t h e t doktoraalp r o g r a m m a zyn toegelaten. I n dit verband verdienen tv-onderwys en een eventueel op t e r i c h t e n 'open universiteit' minstens een, a a n een korte t e r m y n gebonden, 'zware' adviescommissie. Het verband van de, volgens prof. De Groot voortreffelyke, engelse Idee van de open university' met h e t selektieprobleem kan als volgt onder woorden worden gebracht: 'Waar een goed begaanbare tweede weg is, k a n men, zonder iemand onrecht te doen, h e t verkeer over de eerste weg n a a r zyn eigen eisen rationeel regelen, onder meer mbv minimum-eisen a a n voertuigen kwa vermogen en snelheid, door selectie.'

Geweld en fetisjistische erotiek in werken van Martien de Kier Deze Tnaand toordt zowel in het Exposorium op Uilenstede als in het Provisorium een tentoonstelling gehouden van het werk van Martien de Kier. Martien de Kier werd in 1943 in Zaandijk geboren en streng gereformeerd opgevoed: één goede, enge weg naar HET einddoel, aan weerszijden van deze weg de bermen van het kwade. Deze levensopvatting veroorzaakte in hem vele frustraties. 'Ik heb altijd graag getekend, en dat kon ik ook goed. Ik tekende om iemand te zijn. Toen ik van de lagere school kwam, werd ik getest en omdat ik stevig gebouwd was, was de uitslag: metselaar of smid. Ik werd huisschilder in Twello. Toen ik het expressionisme leerde kennen, ging voor mij een kleurenwereld van geweld — in positieve zin — open.' Martien verkoopt sinds vier jaar regelmatig werk via de beeldende kunstenaars-regeling (de kontraprestatie) en geeft tekenen schilderles in een psychiatrische inrichting. Hij is erg aktief geweest in de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars (BBK) en destijds een van de bezetters van

de nachtwachtzaal museum

in het

Rijks-

TECHNIEK Zijn procédé begint met het kopen van fetisjisten-bladen. 'Amerikaanse bladen op dit gebied zijn het meest banale, dus het beste.' Hij bladart deze tijdschriften door, totdat zijn aandacht wordt gevestigd op een afbeelding 'waarin een schilderijtje zit'. Het gaat hierbij orh de details van een afbeelding: de benen, de billen, de borsten (praktisch nooit geslachtsdelen). Vervolgens wordt het detail in kwestie gefotografeerd en als dia geprojekteerd op het te bewerken doek. Dan wordt de geprojekteerde dia nagetekend en 'ingevuld' met kleuren. Het is mogelijk dat de toeschouwer bij het zien van dit werk zal denken dat deze kunstenaar een fetisjist IS, of een waanzinnig gefrusteerd persoon op seksueel gebied. Maar het snuffelen in fetisjistenbladen betekent voor Martien de Kier een herkenning van erotiek en niet een intens beleefd seksueel gevoel. Het is bovendien moeilijk voorstelbaar dat iemand zijn seksuele drang via het maken van deze schilderijen wil

uiten, want vanaf het moment dat de dia geprojekteerd wordt is er sprake van zuiver rationele konsentratie: het werken met synthetische verf op katoen. Na zijn diensttijd gaat Martien de Kier zich bezighouden met politiek. Vooral de film 'The War Game' maakt veel indruk op hem Vanaf dit moment beseft hij het gevaar van de bureaukratie en het leger als één grote anonieme Tnassa. Martien verwerkt 'het gevaar dat om de hoek loert' door schilderen. Deze geweldperiode eindigt wanneer hij ontdekt dat de meeste mensen zijn werk esthetisch 'erg mooi' vinden, maar dat de bedoeling ervan — protesteren tegen de ellende van de wereld, door de inhoud van zijn schilderijen kritiek uitlokken — niet overkomt. Zijn laatste periode omvat de afbeeldingen van laarzen, billen en vrouwenbenen.

BEÏNVLOEDING In het werk van Martien de Kier is een duidelijke beïnvloeding zichtbaar door pop-art kunstenaars als Andy Warbol en Allen Jones. De kunstenaar van populair art is positief of negatief; er is een dialektiek tussen beide. Warhol maakte meer dan 900 films. Zijn hoofdthema's zijn voedsel, seks en dood en worden met een repeterend gigantisch karakter voorgesteld. Martien heeft dit dmv diaprojektietechniek verkregen repetitieeffekt ontleend aan Warhol. Dit effekt zien we duidelijk in zijn periode van het geweld. In Arnhem heeft hij de muur van de Bovenbeekstraat beschildert met bloemen die sterk doen denken aan Warhols 'Flowers' uit 1964. In de werken van Allen Jones speelt de erotiek een belangrijke rol: close-ups van bikinies, dijen en liezen. Het werken vanuit fetisjistenbladen met vrouwenbenen en naaldhakken heeft Martien aan hem ontleend. Het lijkt me niet mogelijk Martien's werk in een stroming te plaatsen, ondanks de invloeden is hij zeker geen uitgesproken pop-art-kunstenaar. Soms lijkt een naaldhak agressief te worden: je staat voor een doek waar een venijnige hak op afgebeeld staat, en het lijkt of de hak uit het doek komt en in "je buik priemt. Een ander doek fascineert zonder agressief te zijn, en zet je aan het denken. Bij een derde doek grijns je. Mochten er straks toch nog mensen zijn die bij het zien van een lekkere, schitterende roze dij denken: 'Bah, wat een pornografie,' dan is dat héél jammer: zij hebben er niets van begrepen. BERENICE WITSEN ELIAS

EERST BEDRIJFSKUNDIGEN Aan de Ned. Economische Hogeschool in Rotterdam en de T H / Delft zijn donderdag 30 november de eerste 29 studenten als bedrijfskundig doktorandus afgestudeerd bij de interfaculteit Bedrijfskunde. Op 5 oktober 1970 begonnen 32 studenten, voor h e t grootste deel kandidaten i n de technische, j u ridische, ekonomische en sociale wetenschappen en enkele afgestudeerde ingenieurs, a a n de opleiding tot bedi-ijfskundige. Twee studenten staakten in een eerder stadium h u n studie; één beëindigt deze over drie maanden. De interfaculteit bedryfskunde biedt de mogelykheid tot een opleiding op akademisch niveau tot management-funktles. Doelstelling is: 'het zo goed mogelyk voorbereiden, door gezamenlyke aktiviteit van de Ned. Economische Hogeschool en de TH/Delft, in de behoefte van Nederland a a n b r e der onderlegde funktionarissen voor h e t bedrijfsleven. Hierbij wordt gedacht a a n academici, die zeer complexe verbindingen tussen de velerlei specialisten kunnen onderhouden en op de talloze scharnierpunten der organisatie voor een efficiënt en effecttef funktioneren helpen zorgen.' Het begrip bedrijfsleven wordt niet beperkt tot primair op winst-gerichte ondernemingen. Te denken is ook a a n allerlei organisaties en instituties, zoals ziekenhuizen, overheidsorganen en vakbonden. Sinds kort is de interfakultelt ondergebracht in een zelfstandig interuniversitair instituut, w a a r a a n behalve de oprichters (NEH en T H / D e l f t ) , de VU en de Stichting Bedryfskunde t e R o t t e r d a m deelnemen. De studie is verdeeld in twee fasen: de adaptatie-fase en de doktorale fase. Nadat m e n met goed gevolg de studie doorlopen heeft, wordt h e t doktoraal verleend, d a t recht geeft op de titel bedryfskundig doktorandus.

ARBEIDSBUREAU

B y h e t direktoraat-generaal voor de Arbeidsvoorziening van het ministerie van Sociale Zaken (Ryswijk, Volmerlaan 1, tel. 070184670) is per 1 november j t een landelijk bureau 'Arbeidsvoorziening Academici' ingesteld. Academici en hoger leidinggevend personeel alsook werkgevers die beschikken over vakatures, k u n nen zich rechtstreeks tot dit bureau wenden voor h e t verkrijgen van informatie omtrent vakante arbeidsplaatsen resp. gegadigden voor een funktie. Met de instelling van dit bureau is een eind gekomen a a n de aktiviteiten van h e t Centraal P u n t voor Akademlcl By de Arbeidsvoorziening Academici' is een zg. vakature-bank ondergebracht, waar men vrybUjvend inlichtingen k a n inwinnen over vakatures tn binnen- en buitenland. Akademlcl kunnen zich laten registreren, waardoor zy regelmatig op de hoogte k u n n e n worden gesteld van voor h e n van belang zynde vacatures.

KONKURRENTIE BOEK 'Het wetenschappelyk tmderwys ondergaat grote veranderingen wat betreft hoeveelheden studenten, geschakeerdheid van disciplines en studierichtingen, én In de ontwikkeling van nieuwe onderwysmethoden.Dit brengt m e t zich mee, dat de bibliotheken a a n d a c h t moeten gaan schenken a a n ook andere Informatiebronnen d a n h e t boek: film, video-tape en al die 'non-book materials' die zelfs nog niet zyn uitgevonden. Vanzelfsprekend zal deze ontwikkeling niet de ondergang van h e t boek betekenen; m a a r h e t betekent wel, d a t er ernstig rekening mee moet worden gehouden, d a t h e t boek niet langer het enige kommunikatiemedium zal zyn', aldus minister Van Veen, tn een toespraak tgv h e t 50-jarig jubileum van de Rykscommissie van Advies Bibliotheekwezen, in Den Haag.

VAWO-VERGADERING De VAWO belegt een ledenvergadering op m a a n d a g 11 december om 12 uur in zaal C 023 van de UVA, Oude Manhuispoort 4. P u n t e n op de a g e n d a : bestuursuitbreiding; standpuntsbepaling tav rapport-Van Trier over de herstrukturering v a n h e t wetenschappelyk corps. Vaststelling van VAWO-beleldsuitgangspunten, zoals neergelegd in een b e leidsnota van h e t bestuur.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 106

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's