GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 256

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 256

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

12

AD VALVAS — 25 MEI 1973

\%ii Voorontiverp van wet

ONTWIKKELING HOGER ONDERWIJS In de nabije toekomst zullen scholen van hoger beroepsonderwijs (h.b.o.) en universiteiten of hogescholen op onderwijskundig gebied met elkaar kunnen gaan samenwerken. Dit gebeurt op vrijwillige basis. Beide partners sluiten hiertoe een overeenkomst van samenwerking. Een uit beide partners voortkomend paritair samengesteld gemeenschappelijk orgaan krijgt dan deels adviserende, deels bindende bevoegdheden. Een dergelijke h.b.o.-school wordt uit de 'Mammoetwet' gelicht en binnen het kader van het 'hoger onderwijs' gebracht. Ze heet dan ook 'instelling van hoger onderwijs'. Dit wordt voorgesteld in het voorontwerp 'Ontwikkeling hoger onderwijs', dat zojuist aan allerlei instanties ter advies is toegezonden. Het voorontwerp van wet sluit aan bij de vorig jaar gepubliceerde ministeriële nota's 'Op weg naar hoger onderwijs nieuwe stijl*. De cursusduur van deze instellingen van hoger onderwijs bedraagt minimaal vier Jaar. Deze cursusduur is als regel verdeeld In twee fasen: een propedeutische fase van tenminste een Jaar en een baccalaureaatsfase van ten hoogste drie Jaar. Voor deze instellingen wordt ook een regeling van de maximale inschrijvingsduur van de studenten voorgesteld, die telkens een Jaar langer is dan de cursusduur van elk van beide fasen. Een analoog systeem is al voorgesteld voor het universitair onderwijs. Alle abituriënten van havo of vwo (gymnasium en atheneum) met de voor de desbetreffende instelling van hoger onderwijs vereiste twee verplichte eindexamenvakken krijgen het recht op toelating tot een instelling van hoger onderwijs. Tot dusver zijn deze abituriënten slechts 'toelaatbaar' tot de hbo-scholen; zy kunnen die om allerlei redenen, bijvoorbeeld gebrek aan ruimte — door de hbo-scholen geweigerd worden. Afgestudeerden van deze instellingen van hoger onderwijs wordt het recht toegekend de titel 'baccalaureus' te voeren. Deze titel wordt, afgekort tot 'bc', vóór de naam geplaatst. - Uitzonderingen zijn de afgestudeerden van de hts en hls: zy heten 'ingenieurs', afgekort tot 'ing' voor d^ naam. Horizontale doorstroming Doel van deze voorstellen is in de eerste plaats de mogeiykheid tot wederzydse vroegtydige doorstroming van studenten tussen het wetensohappeiyk onderwys (w.o.) en het hbo te vergemakkeiyken. resp. mogeiyk te maken. Als een wo-student in of meteen na de propedeutische fase naar een verwante studie aan een instelling van hoger onderwys overstapt, zal hy vrystellingen krijgen voor die onderdelen die hy reeds, op voldoende wyze beëindigd heeft. Studenten aan een instelling van hoger onderwys zullen by gebleken aanleg naar een verwante studierichting aan een instelling van WO kunnen overstappen; deze overstap vindt onmiddeliyk na het propedeutisch examen plaats. Tot dusver zajn er geen officiële regels t.a.v. eventuele vry stellingen die een wo-student kan kry-

UR HOUDT HET OP DE DINSDAG Ook in het komende seizoen zal de imiversiteitsraad op dinsdag en wel om de veertien dagen vergaderen; twee van de drie vergaderingen op de middag, één derde op avond. Het vergaderschema tot en met december volgt hier: 14 28 11 25 9 23 6 20 4 18

augustus augustus september september oktober oktober november november december december

mi av mi mi av mi mi av mi mi Opmerking: de middagvergaderingen (mi) zyn gepland van twee tot vyf uur; de avondvergaderingen (av) duren van 19.00 tot 22.00 uur, aldus luidt de planning. Het wil wel eens uitlopen.

gen, als hy naar een verwante studie binnen het hbo omzwaait. Tot dusver is het verder voor een hbo-student wettelyk onmogeiyk om al vroeg in zyn studie naar een verwante studierichting binnen het WO om te zwaaien, indien hy havo gedaan heeft. Hy moet eerst zyn hele hbo-studie afronden en daarop aan het begin van de verwante studierichthig in het WO beginnen (dd zogeheten 'vertikale doorstroming'). Dit laatste geldt overigens niet eens voor alle hbo'ers: voor nogal wat van de hbo-sectoren is de 'vertikale doorstroming' niet geregeld. Is de 'horizontale doorstroming' voor hbo-studenten slechts onmiddeliyk na het propedeutisch examen mogeiyk? In principe, ja. Wo en hbo hebben hun eigen aard en functie en dus uiteenlopende onderwijs- en examenprogramma's Het ligt daarmee voor de hand de doorstroming zo vroeg mogeiyk te doen plaats vinden. Maar by uitzondering, zo wordt voorgesteld, kunnen pas afgestudeerde baccalaureï, van wie de aanleg voor een verwante studierichting In het WO pas later is gebleken, tot een verkorte (maximaal tweejarige) studie voor het doctorale examen in een verwante studierichting toegelaten worden.

2. Het adviseert over regeling van dè inrichting en omvang van het baccalaureaatsexamen aan een instelling van hoger onderwys. 3. Het adviseert over de regeling van het onderwysprogramma en van de examens in het wo, voorzover het onderwys betreft dat verwant is aan het onderwijs aan een samenwerkende Instelling van hoger onderwys. 4. Het stelt de regels vast mbt de toelating van studenten die by het propedeutisch examen van een instelling van hoger onderwys naar een verwante studierichting in het wo omzwaaien e n j i e t beslist verder ook over de eventueel te verlenen vry stellingen. 5. Het adviseert het wo in byzondere gevallen over de toelating van een baccalaureus tot een verkorte studie in een verwante studierichting. 6. Het stelt de regels vast mbt de vrystellingen die een wo-student kan krygen, als hy tydens of oamiddellyk na de propedeutische fase naar een verwante studie in het hbo omzwaait. 'In de kern behoort (...) de onderwyskundige coördinatie reeds van meet af aan tenminste op twee doelen betrekking te hebben: a. door kennisneming en beoordeling van e'kaars onderwysprogramma's en onderwysmethodes de bewaking van de specifieke taken op WO-terrein enerzyds en op hbo-terretn anderzyds; b. de wederzydse doorstroming van studenten.'

Bredere context. Door de commentaren die o.m. de Academische Baad en de Onderwysraad op de nota 'Op weg naar hoger onderwys nieuwe styl' hebben uitgebracht, zyn de ministers overtuigd dat zy niet duideiyk genoeg geweest zyn over het uiteindeiyke doel van 'de reis'. Daarom Bredere doelstellingen. geven ze een 'nadere schets van de Breder gezien is het doel van deze beleidsdoelen op langere termyn', voorstellen het scheppen van een in het begin van de toelichtende kader, waarbinnen de ontwikkenota van het voorontwerp. ling van onderwyskundige samen- Uitgangspunt is: op 'de langere werking tussen WO en hbo tot termyn is het beleid er op gericht stand kan komen. Deze samende te verwachten sterke groei in werliing omvat ondermeer een on- deelneming aan vormen van terderlinge taakverdeling tussen wo tiair onderwys mogelyk te maken.' en hbo, opdat de eigen aard en Dit om 'te beantwoorden aan styfunctie van wo en hbo (of beter: gende verwachtingen van mensevan de studierichtingen aun in- lyke ontplooiing door het volgen stellingen van hoger onderwys) i van onderwys' en 'de voorwaarden optimaal tot hun recht komen. De te vervuUen tot voortgaande ministers wensen m.a.w. onder- maatsohappeiyke vooruitgang op wyskundige coördinatie (samen- grondslag van wetenschappeiyke werking) en geen integratie (sa- vooruitgang'. Om deze sterke mensmelting) . groei tn deehienüng adequaat op De ontwikkeling van onderwijs- te vangen moet — zoals gezegd — kundige samenwerking tussen wo het tertiair onderwys zeer gedifen hbo betreft in principe alle ferentieerd worden, en wel in sectoren van wo en hbo. Hierby aard, richting en cursusduur. moet wel aangetekend worden dat Hierby moet het beleid mede gede opleidingen voor onderwyzend richt blyven worden op de opspopersoneel (leraren, pnderwyzers) ring van 'verborgen talent' en op by de voorstellen van het voor'correctie van sociaal bepaalde ontwerp van wet 'Ontwikkeling leerkeuze'. By de problematiek hoger onderwys' voorlopig nog rondom de Individuele vraag van niet geregeld worden. De minis- personen naar hoger onderwys en ters willen eerst de adviezen over de maatschappelyke behoefte aan deze sector afwachten. Maar het (bepaalde) afgestudeerden beis wel de bedoeling deze sector in hoort de indivduele vraag in het het hierop volgend wetsontwerp algemeen richtsnoer te zyn. Bete betrekken. gelmatige publikatie van behoefOp langere termyn gezien Is het teramingen kan de persoonlyke doel van de ontwikkeling van het vraag bysturen. 'hoger onderwys nieuwe styi' de vorming van een kader op uitvals- Het explosief toenemende aantal afgestudeerden aan Instellingen basis voor een zeer gedifferentivan WO hoeft, zoals wel beweerd eerd tertiair onderwys voor achttienjarigen en ouderen. Als de wordt, niet tot structurele werkeloosheid te leiden. Wel is 'het gedeelnemingsgraad van de jongeren tussen de 18 en 14 jaar aan volg voorspelbaar, dat het verband tussen opleiding' en latere het tertiair onderwijs van ongearbeidsbetrekking losser zal worveer 14 procent nu naar een 20 ä 30 procent in de nabye toekomst den.' 'Daardoor zal er waarschynstygt, dan moet ook rekening ge- lyn ook verandering ontstaan tn houden worden met een grotere de aspiraties van deelnemers aan universitair onderwys'. Van de heterogeniteit in wensen, capaciandere kant bekeken zal de arteiten en motivatie van de toebeidsmarkt voor afgestudeerden komstige studenten. Deze heterogeniteit zal tot een grote mate 'een zekere elasticiteit' vertonen. De maatschappelyke inzetbaarvan differentiatie binnen het tertiair onderwys moeten lelden. Een heid zal een al belangryker rol differentiatie in aard, richting en spelen, terwyi de vooropleiding relatief minder belangryk wordt. De structurering in de tyd. basisperiode in het tertiair onderwys kan beperkt worden, onGemeenschappelijk orgaan. der geiyktydige opbouw van een stelsel van na- en byscholing.' De taken van het paritair samenMaar kunnen we die explosieve gesteld gemeenschappelyk orgaan toeneming van het tertiair onderzyn van adviserende, regelende of beslissende aard. De belangrykste wys betalen? De basis-periode kan bekort worden en het daarop voltaken volgen. gende wederkerende onderwys 1. Het adviseert over de inrichting ('recurrent education') kan bevan het onderwys en de inrich- taald worden uit de heffing van ting en omvang van het propeeigen bydragen. Door de mogeiydeutisch examen aan een instel- ke ontwikkeling van de onderwysling van hoger onderwys. Als hiertechnologie kan de kostenfactor over geen overeenstemming bewellicht sterk verminderd worden, '--reikt wordt tussen het bevoegd doordat de bestaande verhouding gezag van de Instelling van hoger student-staf verlaagd zou kunnen onderwys en het Gemeenschappeworden. By een voortgaande diflyk orgaan, doet de minister eefi ferentiëring kunnen ook meer stubindende uitspraak.

denten naar vormen van tertiair onderwijs gaan, die niet per definitie met wetenschappelyk onderzoek vervlochten hoeven te zyn. Deze vormen zyn goedkoper dan het huidige universitaire onderwys, waarby iedere docent ongeveer 40 procent van zyn tyd aan research besteedt. Open universiteit. 'Het is nodig te onderzoeken in hoeverre de instelling van een Nederlandse "open universiteit" mede de groei van het tertiair onderwys mogeiyk zal kunnen maken. In de gegeven situatie bestaat primair behoefte aan een "open universltoit" als instelling van tertiair onderwys, die van andere dan de gebruikeiyke methoden gebruik maakt en daardoor ook groepen bereikt waarvoor de bestaande onder wysinstellingen onvoldoende mogeiykheden bieden. Hier moet vooral ook worden gedacht aan degenen die uit elgen verkiezing eerst een werkkring hebben gezocht en een studie daarmee willen combineren. "Er zyn redenen om tn het perspectief van haar verdere uitgroei de "open universiteit" te beschouwen als onderdeel van een brede conceptie van "education permanente". Wil men op korte termyn tot iets komen dan is het echter noodzakelyk met een beperkte doelstelling te beginnen". De bewindslieden zouden het verstandig vinden, "wanneer het nieuwe kabinet de bestudering van de problematiek rond de "open imlversltelt" in alle facetten zou bevorderen.'

BEZEniNKJES Nadat dinsdag de afdeling bedryfssociologie in het gebouw PHlaan 35 door circa 25 studenten was bezet, volgde woensdag een bezetting door een iets kleiner aantal studenten, van het (historische) pand Van- Eeghenstraat 112, waar o.a. het bestuur en de administratie van de subfaculteit der sociaal-cultvirele wetenschappen gevestigd is. By de samenstelling van dit blad beschikten de samenstellers niet over communique's van de bezetters. Wel was een krantebericht en een verklaring van de staf van de afdeling bedryfssociologie beschikbaar. Daaruit blykt, dat het in het eerste geval gaat om een (vermeende?) verzwaring van een deel van het (doctoraal) examen bedryfssociologie I; dit hl samenhang met een meningsverschil over de status van een vakgroepsreglement. De bezetting van een vitaal deel van het apparaat van de subfaculteit der sociaal-culturele wetenschappen, lykt te moeten worden verklaard uit moellykheden rond de aanpassing van het subfaculteitsreglement aan het universiteitsreglement, welk laatste l.t.t. de huidige voorlopige reglementen minder bevoegdheden zou bevatten (voor met name de studenten) .

VRAGEN IN DE RAAD Zonder iets af te doen aan de rest van de vergadering, kwamen er in de rondvraag van de UR-bijeen» komst van 15 mei een aantal interessante zaken aan de orde. De heer Landman (t.a.s.) stelde vragen over de relatie tussen VU en Academisch Ziekenhuis VU en de heer Soeteman (wet corps) kreeg antwoord op eerder door hem gestelde vragen over de taak van de Vereniging. VÜ-AZVU De vragen van de heer Landman luiden: Door de invoering van de WUB werd het noodzakelyk om de verhouding VU-AZ onderling en ten aanzien van de Vereniging te herzien. Een gemengde commissie is bezig het vraagstuk van de toekomstige verhoudingen te bestuderen. Uit een brief van de medisch algemeen directeur van het Academisch Ziekenhuis gedateerd 3 mei 1973 blykt nu dat per 1 mei j.l. organisatorische wyzigingen hebben plaatsgevonden. Er is een dienst huisvesting gecreëerd met aan het hoofd een personeelslid van de Algemene Dienst, die per 1 juli 1973 in dienst treedt van het Academisch Ziekenhuis. Deze dienst huisvesting krygt tot taak het huisvesten van alle ziekenhuisaktiviteiten (nieuwbouw, verbouwingen en ruimteiyke aangelegenheden). Andere deskundigen zullen nog worden aangetrokken. Myn vraag is nu of deze eerste maatregel genomen is in overleg met de commissie en deel uitmaakt van een aantal voorbereidingen of is deze beslissing genomen zonder de commissie daar vooraf by te raadplegen? Naar myn mening zullen voor een doelmatige werkwyze de nieuwbouwplannen van het Academisch Ziekenhuis aan de overzyde van de De Boelelaan gecombineerd moeten worden met die voor de medische faculteit en de Valeriuskliniek, waarvoor een gezamenlyk bouwbureau nodig zal biyken dat coördinerend optreedt. Had dus niet gewacht moeten worden tot althans het advies van de commissie in de raad was besproken en goedgekeurd? Verder ryst de vraag waarom de afdeling Bouwzaken, welke tot nu toe al deze onderwerpen ook voor het Academisch Ziekenhuis behandelde, in een eventueel aangepaste vorm, deze diensten aan de Vereniging niet zou kunnen verrichten. Ligt het in de bedoeling van het Academisch Ziekenhuis om naast het Bouwbureau van de Universiteit een eigen bureau in het leven te roepen, is dit geen verspilling? Op deze vragen zou ik gaarne, vla

het presidium, een antwoord van de commissie willen ontvangen. Het antwoord van de commissie is voor de afdeling Bouwzaken belangryk omdat daaraan personele- en beleidsaspecten verbonden zyn waar op korte termyn dan rekening mede gehouden zal moeten worden. Taak Vereniging In een oproep van sollicitanten voor de funktie van algemeen secretaris van de Vereniging had de heer Soeteman gelezen dat het bestuur het de taak van de Vereniging acht de grondslag der Vrije Universiteit te handhaven. Ook rezen by hem vragen over deze passage in de advertentie: 'Voorts wil zy haar aktivitelten ten aanzien van het uitdragen van hetgeen aan de Universiteit wordt verricht, intensiveren en uitbouwen'; hy vond dat hier In de eerste plaats een universitaire taak (bureau Pers en Voorlichting) lag. De voorzitter van het college van bestuur antwoordde op deze vragen na overleg met prof. Sizoo het volgende: Wat betreft het fimktioneren van grondslag en doelstelling is er een uitgesproken taak van de Vereniging, in het byzonder van het Bestuur van de Vereniging; uiteraard kan deze taak van het Bestuur van de Vereniging slechts tot zyn recht komen indien vanuit de VU eveneens toegespitste aandacht vart velen op het handhaven en funktioneren van de doelstelling bestaat. Overigens moet worden toegegeven dat In de tekst van de advertentie de formulering wat genuanceerder had kunnen worden gekozen. Meer uitvoerige gegevens hierover zyn indertyd gepubliceerd in het interview van prof. Siaoo met het VU Magazine januari 1973. Wat betreft het uitdragen van het werk van de VU ziet het Bestuur van de Vereniging vooral een taak als ondersteunende assistentie. Het gaat niet primair om een algemene toezichthoudende taak op de publiciteit rond het werk van de VU. Het is overigens een feit dat er een duideiyke verantwoordeiykheid ligt van het Bestuur van de Vereniging ten aanzien van de vele duizenden leden en belangstellenden in het land. In dit verband vestigde prof. Sizoo de aandacht op de opzet van de jaarvergadering op 16 juni a s ; het gaat daar over de vraag op welke manier de Vereniging, in samenspraak met de Universiteit, het werk van de VU verder kan steunen en daar toezicht op kan houden.

i

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 256

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's