GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 179

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 179

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS — 9 MAART 191%

3

VRIJE UNIVERSITEIT EN UNIVERSITEITSBLAD

KIESRECHT TENTAMEN-EN EXAMENSTUDENTÈN

Vervolg van pagina 1 Daarmee wil gezegd zijn dat het hoofd van dit bureau toeziet op werktijden, assistentie in geval van ziekte, vakantieregelingen etc., terwijl hij — vanuit een oogpunt van efficiency — tevens verantwoordelijk is voor de technische kant van de uitgave van het blad ('produktieproces' en tijdige verschijning). Ten aanzien van de inhoud heeft Pers en Voorlichting geen zeggenschap, noch is het hoofd van die afdeling — behalve ten aanzien van de. officiële mededelingen — voor de inhoud verantwoordelijk, (p. 5) — de beleidsraad, tot instelling waarvan door de commissie geadviseerd wordt, is een permanente commissie van de universiteitsraad en heeft tot taak namens de universiteitsraad: '— toezicht uit te oefenen op de uitvoering van de door de universiteitsraad vastgestelde formule van het blad; — deze formule verder uit te werken in een meer operationele vorm, indien daaraan in de praktijk behoefte zou bestaan; — periodiek overleg te plegen met de redactie over de inhoud van het blad; b.v. omtrent nieuwe initiatieven welke de redactie denkt te nemen voor publikaties in de komende nummers en deze initiatieven zonodig aan te vullen teneinde een evenwichtige en optimaal op de informatiebelioefte van de lezerskring afgestemde Inhoud van het blad te verkrijgen.' (p. 5) Deze beleidsraad wordt door de universiteitsraad — al dan niet uit zijn midden — benoemd en dient te bestaan uit ten minste drie en ten hoogste zes leden. Als kriteria voor de samenstelling worden genoemd voldoende deskundigheid in zaken die een universiteitsblad betreffen en 'dat ook de verschillende geledingen in de universiteitsraad zich daarin gerepresenteerd kurmen achten', (p. 5) Het hoofd van het bureau Pers en Voorlichting maakt als adviserend lid deel uit van de beleidsraad. De beleidsraad stelt tevens de concept-begroting vast die in onderling overleg tussen redactie en het bureau Pers en Voorlichting is opgesteld, en zendt aan het eind van elk studiejaar een kort verslag aan het College van Bestuur en de universiteitsraad, *dat desgewenst op de agenda van de raad kan worden geplaatst. De commissie wijst erop dat de leden van de beleidsraad geen redaktionele werkzaamheden mogen verrichten. 'Zij kunnen slechts op dezelfde voet als elk ander lid van de universitaire gemeenschap een bijdrage in het universiteitsblad leveren, zij het dat het In verband met h\m functie gewenst is, dat zü van deze bevoegheid een bescheiden gebruik maken. Een dergelijke regeling acht de commissie nodig teneinde een strikte scheiding te verzekeren, tussen de beleidsbepalende en toezichthoudende instantie enerzijds en de uitvoerende instantie anderzijds', (p. 6) Tenslotte stelt de commissie uitdrukkelijk dat zij als ideaal ziet een volledig zelfstandig opererende redactie en een beleidsraad die niet meer dan enkele malen per Jaar bijeenkomt, zij het dat in de beginfase frequenter overleg noodzakelijk zal zijn, omdat aangenomen mag worden dat het creëren van een evenwichtig funktionerend universiteitsblad een leerproces vraagt. De voorkeur voor een funktioneel zelfstandig werkende redactie die alleen verantwoording schuldig is aan de beleidsraad en via deze aan de universiteitsraad, wordt door de commissie aldus nader gemotiveerd : Tn haar gedemokratiseerde vorm vormt de universiteit een samenwerkingsverbond van verschillende geledingen en organen. Het universiteitsblad heeft mede tot taak het zich ontwikkelende samenwerkingsproces op evenwichtige wijze te begeleiden. Teneinde zo goed mogelijk te waarborgen dat de redactie haar taak, binnen de beschreven formule in alle vrijheid zal kunnen vervullen.

acht de commissie het gewenst de redactie functioneel duidelijk te scheiden van een bureau dat hiërarchisch ressorteert onder — en daarmee deel uitmaakt van — de uitvoerende organen van de universiteit.' (p. 6)

Verschijningsfrequentie De commissie adviseert de verschijningsfrequentie van ongeveer 40 maal per Jaar, zoals deze thans bestaat aan te houden. Bij een lagere frequentie verliest het blad een deel van zijn fimctie als nieuwsblad. De omvang van het blad dient minimaal op het bestaande niveau te worden gehandhaafd, maar de vormgeving van het blad wordt door de commissie duidelijk voor

verbetering vatbaar geacht, hetgeen, naar het haar toeschijnt, zonder een belangrijke kostenverhoging gerealiseerd zou kunnen worden. Ten aanzien van de kosten heeft de commissie zich op het standpunt gesteld dat de voor het blad beschikbare financiële ruimte bezien zal moeten worden in het kader van de begroting van de universiteit als geheel en de daarbinnen te stellen prioriteiten. Zij heeft zich daarom van een oordeel omtrent de aanvaardbaarheid van de

kosten die aan de voorgestelde opzet verbonden zijn onthouden. Overigens kan naar haar mening, wanneer de voor het blad beschikbare middelen beperkt moeten worden gehouden, het blad enigermate worden gereduceerd zonder daarmee de voorgestelde structuur aan te tasten. Bovendien zou ook de mogelijkheid kunnen worden overwogen het blad intern te verspreiden en het nog slechts aan hen per post toe te zenden, die bereid zijn de portokosten te vergoeden.

Invoering Uitvoering van haar advies, kan, naar de mening van de commissie, slechts dan tot een bevredigend funktionerend universiteitsblad leiden wanneer: — de universiteitsraad voldoende bekwame en enthousiaste leden van de universitaire gemeenschap bereid kan vinden zitting te nemen in de beleidsraad; — de beleidsraad, samen met het College van Bestuur, een bekwaam redactieteam weet samen te stellen. Deze voorwaarden betekenen dat de commissie de personele bezetting minstens zo belangrijk acht als de structuur. In verband daarmee meent de commissie, tenslotte, te moeten adviseren eerst dan uitvoering te geven aan de in haar rapport gedane aanbevelingen, indien de universiteitsraad in meerderheid de overtuiging heeft dat èn de beleidsraad èn het door het College van Bestuur te benoemen redactieteam, wat de personele bezetting betreft, voor hun taak berekend ziJn.

Het College van Bestum- maakt bekend dat tentamen- en examenstudenten, die door onbekendheid met de regeling niet vóór 26 februari 1973 kiesrecht hebben aangevra-agd, alsnog In de gelegenheid worden gesteld dit kiesrecht te verwerven door aanvraag bij de kiescommissie, hoofdgebouw kamer 2D-26. Als vóór 19 maart 1973. 13.00 uur een formulier is ontvangen door de kiescommissie, zal via een beroepsprocedure de mogelijkheid worden geopend de namen van aanvragers op te nemen in het klesregister. FormuUeren (in tweevoud In te leveren) zijn te verkrijgen by het Informatie Centrum, hoofdgebouw lD-03. Deze aanvullende regeling komt op een besluit van de Ul^iversiteitsraad in zijn vergadering van 6 maart 1973. Het is de bedoeling dat het tijdschema van de verkiezingen hierdoor geen wijziging ondergaat.

NEDERLAND EN DE FRANS-DUITSE OORLOG In juli 1870 brak de Frans-Duitse oorlog uit. Nederland verklaarde zich neutraal. Zou ons land inderdaad buiten de oorlog kunnen blijven? Optimisme leek, gelet op de Europese verhoudingen, ongegrond. Toch volgde gedurende deze oorlog geen Franse inval of Pruisische annexatie. Dat betekende echter niet, dat er geen risico's bestonden. Zo speelde men, tijdens eind 1870 gehouden vredesbesprekingen, met de gedachte aan een verdeling van de lage landen tussen Duitsland en Frankrijk. Dat Nederland er tenslotte zonder kleerscheuren door kwam, was niet de verdienste van Nederlandse politici of diploma-

VERKIEZINGEN STUDENTLEDEN UNIVERSITEITSRAAD Klesregister Tot 16 maart 1973, 11.00 uur is het nog mogelijk voorstellen tot wijziging van het klesregister (zie E.2.4. kiesreglement) bij de kiescommissie in te dienen. O.m. met het oog daarop kunnen tot voormeld tijdstip de deelregisters met de namen van alle kiesgerechtigden worden geraadpleegd op de volgende adressen: In de periode van 5 tot 16 maart 1973 liggen de deelregisters van de afzonderlijke districten ter visie op de hierna vermelde adressen. dlstr.nr. sub/inter/faculteit 15

godgeleerdheid

contactadres Hoofdgebouw 14A-18, adjimct-secretaria

16

rechtsgeleerdheid

Hoofdgebouw 5A-18, adjunct-secretaris

17

geneeskunde (ind. tandheelkunde) en lichamelijke opvoeding

Van de Boechorststraat 7, balie fac. bureau Ie etage, alsmede De Lairessestraat 142, k. 107, adjunct-secretaris

18

wiskunde en natuurwetenschappen en fysische geografie

De Boelelaan 1081, H 308. de heer C. P. Blok, alsmede De Lairessestraat 174, NB-06. mevrouw A. A. Kok

19

letteren

Hoofdgebouw lOA-16, mej. E. B. Boerma

20

economie en actuariaat en econometrie

Hoofdgebouw 2A-15, meJ. P. v. d. Broek

21

sociale wetenschappen

22

centrale interfaculteit en sociale geografie (incl. planologie)

Psychologicum, k. 23, mej. L. Veiten Van Eeghenstraat 112, mevrouw C. L. Bongers Hoofdgebouw 13A-15, mej. C. M. Breman Hoofdgebouw 7A-18, adjunct-secretaris

15-22

integraal klesregister

Informatiecentrum, Hoofdgebouw lD-03, mej. N. H. de Pater

Op deze adressen ligt eveneens voor iedere belang hebbende ter visie een exemplaar van het — ten opzichte van vorig jaar op tal van punten herziene — kiesreglement. ZiJ die interesse hebben voor de handelingen van de kiescomm^issie, kunnen conform artikel A.3.4. kiesreglement bij het informatiecentrum en de secretaris gedurende de hele verkiezingsprocedure, inzage verkrijgen in verslagen van vergaderingen van de kies commissie. Tijdschema verkiezingen Relevante data in de nabije toekomst zijn: voorlopige vaststelling klesregister 19 maart 1973: tot deze datum bestaat gelegenheid een verzoek, als bedoeld in art. F 11 kiesregle23 maart 1973: ment, (erkeiming als vrije Idesvereniging) bij de kiescommissie in te dienen na behandeling van mogelijke beroepen, definitieve vaststelling klesregister 26 maart 1973: 26 maart-6 april 1973: gelegenheid tot kandidaatstelling Commissie van Toezicht In de Commissie van Toezicht — die toeziet op het goed en eerlijk verloop van deze verkiezingen — art. B.2. idesreglement) benoemde het Bestuur van de Vereniging: mevrouw A. M. Hassoldt-Garschagen (herbenoemd) ; mej. J. van Leeuwen; mr. dr. H. H. Sillevis Smitt. ADRES KIESCOMMISSIE: Hoofdgebouw 2D-26, TELEFOON (48) 3601

ten. Ministers waren of gedroegen zich incompetent. De volksvertegenwoordiging tolereerde In de laatste maanden van 1870 de lange duur van een mede door haarzelf veroorzaakte kabinetscrisis. Koning WUlem III en de leden van zijn familie belemmerden een verantwoord binnen- en buitenlands beleid. Gezanten op gewichtige posten maakten — soms zware — fouten. Hierbij kwam dat de mobilisatie in de zomermaanden van 1870 aan het licht bracht, dat het leger niet in staat zou zijn geweest, het land effectief te verdedigen: de defensie was verwaarloosd. Ongetwijfeld bestond er samenhang met het hier te lande optredende antl-militarisme en pacifisme; het laatste nam jmst in 1870 een georganiseerde gedaante aan. Voorts bleek het gevoerde neutraliteitsbeleid niet werkelijk berekend op de internationale situatie: men was te passief, timide. Tegenover dit alles dient gesteld te worden, dat bij velen de wens om zelfstandig te blijven vooropstond, terwijl de regering althans de economische belangen goed behartigde. Personalia: Aime Doedens, op 25 juni 1945 te Den Haag geboren, studeerde aan de VU en legde in 1969 het doktoraal examen geschiedenis af. Sedert 1967 is hiJ als leraar werkzaam bij het 'Comenius-college' te Hilversum, eerst part-time, later in volledige betrekking. Enkele stellingen: I Het buitenlands beleid van Nederland gedurende de tweede helft van 1870 - zoals dat In de vorm van een te behoedzame neutraUteitspolitiek gevoerd werd — gaf geen adequaat antwoord op de internationale situatie in dezelfde periode. VI De Parijse 'Commune' van 1871 is voor Nederland in drieër-

Korte samenvatting van het proefschrift Nederland en de Frans-Duitse oorlog. Enige aspecten van de buitenlandse politiek en de binnenlandse verhoudingen van ons land omstreeks het jaar 1870, waarop drs. A. Doedens te Maartensdijk vandaag promoveert tot doctor In de letteren. Promotor is prof. dr. A. Th. van Deursen, co-promotor prof. dr. H. Lademacher.

lei opzicht van concreet belang geweest. In de eerste plaats droeg zi) bij tot de achteruitgang van het ledental van de 'Eerste Internationale' In ons land; in de tweede plaats was het mede aan haar te danken, dat er arbeidersverenigingen van een gematigde (r) signatuur ontstonden; in de derde plaats werd de legalisering van de georganiseerde arbeiderssamenwerkhig erdoor uitgesteld, de Academische Raad nam een onjuiste, althans aanvechtbare VIII De sectie geschiedenis van beslissing, toen zt) besloot te adviseren, dat in het eindexamenpakket van V.W.O.-abiturlënten die geschiedenis wensen te gaan studeren, 'in leder geval' wiskimde I opgenomen dient te zijn. Cf. het schrijven van het secretariaat van de sectie geschiedenis van de Academische Raad aan de schooldecanen van Instellingen van Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs, d.d. 11 februari 1972.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 179

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's