GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 165

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 165

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS — 10 DECEMBER 1976

Zonnehuis

TH Eindhoven

5

kwam onlangs gereed

Zonne-energie 'n wenkend perspectief? Het onderzoek naar het gebruik van zonne­energie voor woningver­ warming in plaats van aardolie en aardgas schrijdt de laatste jaren gestaag voort, i n 1973 bleek al, dat ook in het Nederlandse klim aat de zon als verwarm ingsbron in aanm erking kan kom en. Het onlangs gereed gekom en „zonnehuis" van de Technische Hogeschool Eindhoven vormt het resultaat van ruim drie jaren onderzoek en is reeds betrokken door het gezin van prof. dr. C. W. J. Koppen, één van de leiders van het onderzoek.* Het zal echter nog wel even duren, voordat iedereen zonne­energie in zün huis heeft, want pas als de huidige energieprijzen tweemaal zo hoog zijn, dan is bU m assaproduktie woningverwarm ing door zonne­energie rendabel. De opvang van ~de zonne-energie geschiedt door middel van zogen a a m d e zonnecollectoren, welke zich bevinden aan de zuidzijde van de woning en een oppervlakte hebben van circa 50 m^. De collectoren zetten de zonnestraling om in w a r m t e , die op haar b e u r t wordt overgedragen op door de collectoren stromend «water. In deze v o r m w o r d t de eventueel overtollige w a r m t e opgeslagen voor zonloze of zonarme periodes. De capaciteit van de w a r m t e -

Studenteostops te rigoureus

De studentenstops voor geschiedenis, biologie en farmacie blijken achteraf t e rigoureus te zijn geweest. P e r 1 oktober w a r e n nog 47 plaatsen voor eerstejaars vrij bij deze studierichtingen. Dit laatste hangt onder meer samen met het feit, dat na ontvangst van h u n plaatsingsbewijs bij geschiedenis 90, bij biologie 125 en bij farmacie 45 ingelote studenten alsnog afhaakten. Staatssecretaris Klein is overigens van plan de machtigingswet, w a a r mee het liiogelijk is studentenstops af te kondigen, te verlengen met twee jaar. De wet loopt op 31 augustus 1977 af en het n i e u w e systeem van hoger onderwijs zal er volgend j a a r nog niet zijn. Een voorstel tot verlenging is nu bij de Tweede K a m e r ingediend. De toelating tot het hoger onderwijs wordt te zijner tijd geregeld in het geheel van het nieuwe systeem. De p l a n n e n ervoor, gebaseerd op de nota hoger onderwijs in de toekomst, k u n n e n volgend jaar nog niet voldoende zijn uitgewerkt. Staatssecretaris Klein denkt rond 1 april 1978 een wetsontwerp bij de Tweede K a m e r te k u n n e n indienen. {J. K.)

Door Jaap Bankert opslag is voldoende om bij doorsnee w i n t e r w e e r de woning ged u r e n d e twee dagen te v e r w a r men. Een grotere capaciteit is technisch mogelijk, m a a r de extra kosten die dit met zich mee brengt, wegen niet op tegen de voordelen. Voor periodes, waarin bijna geen zonneschijn is, wordt gebruik gem a a k t van een bijstook-installatie. Deze zorgt ervoor, dat de temper a t u u r van het v e r w a r m d e water niet lager w o r d t dan 50 C en kan optreden als vervangende v e r w a r mingsbron, indien de aanwezige zonne-energie volledig v e r b r u i k t is. Het ligt voor d e hand, dat isolatie een belangrijk onderdeel vormt. Alle leidingen van de installatie w a a r w a r m w a t e r doorstroomt en ook de opslagtank zijn n a u w keurig geïsoleerd, teneinde verlies van w a r m t e zoveel mogelijk te voorkomen. Ook het huis zelf is zo goed als mogelijk tochtdicht gemaakt, waardoor ventilatie een belangrijk aspect vormt.

groot, namelijk circa 53% (zie tekening). In de uiteindelijke modelwoning is het door materiaal en grootte dominerende zonnedak zodanig verwerkt, dat aan het funktioneel gebruik van de b i n n e n r u i m t e geen afbreuk is gedaan en heeft men tevens rekening gehouden met de bebouwingsvoorschriften ter plaatse. Aldus heeft men een goede poging gedaan de nieuwe vorm van woningverwarming te combineren met de meer conventionele eisen, die aan woningen worden gesteld. De woning zal gedurende de k o mende j a r e n het middelpunt vormen in het v e r d e r e onderzoek. Vooral het op de voet volgen van de resultaten onder de verschillende weersomstandigheden, alsmede slijtage, storingen in de a p p a r a t u u r en dergelijke, zullen nu de essentiële elementen van het onderzoek gaan vormen. De vooruitzichten voor het gebruik van zonne-energie als bijdrage in de totale energievoorziening wordt voor de landen in het noordwesten van Europa op ongeveer 5% in het jaar 2000 geschat. Naarmate de prijzen van aardolie en aardgas zullen stijgen, zal de ontwikkeling van en de vooruitzichten voor de zonne-energie als verwarmingsbron toenemen. * Over het zonnehuis is een rapport verschenen, samengesteld door J. Hamaker, H. C. A. Hoekstra, C. W. J. van Koppen en J. T. T. van Wolde, allen verbonden aan de Eindhovense TH.

6

/p\

A

A vy/y/K y/A j

^

BI NOniGl) .....^ ...^^ 5s

v / / / / \

///// //^ //////// V '///, PT// ///v/v^ \ fL/y y/A fy/A

UIT BIJS1W)KBIJS1W)K7 / // / IN.STAUATlr ,«.„^ IN.STAUATlr / f/// / ^""^wy^^

4 3

y^///A

Fyy^

ƒ y Ï /V . / / UIT zo.NNEZO.NNEEMERGIE ^ - . ^ y _ \ / / /

2 1 11

11

11

11

1

11

6

1

1

^

1

1

BRODIGD ^_____^ ^_

5 4

• UIT UIT BIJ.STOOKLM-STULATII

^' ^ ^ ^

! V / C7 V ~ ^ . . ^ ^ A iX6^ ~^..^^^^ 0\\

^

i

^

^

JTx^ ^ ~ ^ ^^ ^ ^ ^ ^

i

Uil :o\Ni :o\Ni / nil INIRI.II ^^«!^, INlRl.ll

1

^~"

A

S

0

,

\V- N \ N% ^ N

,

\

li ^

^

n

Hl Rl kL\ül l'RI SIAI 11 HIRIkL\ül lil1 \a)R 1111 :OWlVUllvWll\(;sl\Sl'\Ll.\l II i\ \DT n.\ n . \ kOlinE kouni- 1\ i \ IIN I^AR \[IT 1E\ ".Vim iiivnR. 1\ r.r\ I'.IA .i\\R .I\\R \DT

"Poëzie Hardop" in Broodje Kuituur

"JTtï**»''

.**'_**

* * ' . '

1.J

Forse kritiek op toekomstplannen hoger onderwijs

F u n d a m e n t e l e kritiek levert de Raad op het feit, dat de arbeidsm a r k t een centrale rol in de nota speelt. De ontwikkelingen op de arbeidsm a r k t zijn onzeker en een dergelijke koppeling past niet in een onderwijsbeleid, waarin bevordering van de persoonlijke ontplooiing mede als. doelstelling geldt, aldus de AR. De Raad pleit overigens wel voor onderzoek op korte termijn naar de relatie onderwijs—arbeidsmarkt. Dat is zowel van belang voor aankomende studenten, die h u n studiekeuze mede van de beroepsmogelijkheden willen laten afhangen als van de onderwijsinstellingen zelf. Het streven naar één stelsel van

^

1

-

prioriteit krijgen, o.m. om de integratiemogelijkheden te toetsen.

In de nota Hoger Onderwijs in de Toekomst (de HOT-nota) van minister Van Kemenade wordt te veel nadruk gelegd op de financiële kant van de zaak. Natuurlek speelt het kostenaspekt een rol, maar onderwijskundige argumenten mogen daaraan niet ondergeschikt worden gemaakt. Waar over financiën in de nota wordt gesproken is dit bovendien onvoldoende onderbouwd.

\

ZACHTE WINTER f 1967-1968)

Het verdelen van de warmte over de verschillende vertrekken van de woning geschiedt door middel van het systeem van luchtverwarming; radiator- en vloerverwarming vonden de ontwerpers minder geschikt, omdat zowel verwarming als ventilatie bij de gekozen methode op eenzelfde wijze kan geschieden. De warmtebehoefte van de woning is, zoals te verwachten is, in een strenge w i n t e r groter dan in een zachte winter. Tevens blijkt echter, dat in een strenge w i n t e r meer u r e n heldere zonneschijn voorkomen, dus meer zonneenergie zal worden verkregen. In beide j a r e n is de besparing op het aardgasverbruik relatief even

KOUDE WINTER (1962-1961) •

y

' \

Verdeling warmte

Academische Raad:

Zo luidt de forse kritiek van de Academische Raad (AR), het overleg- en adviesorgaan van de universiteiten en hogescholen op de HOT-nota die de minister eind vorig j a a r presenteerde. In deze nota staat de integratie van hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs centraal. Het s t r a k k e onderscheid tussen HBO en WO moet vervallen. Er zal geen institutioneel onderscheid meer zijn m a a r slechts een onderscheid in programma's. Een verdere uitbreiding van het WO zal niet plaats vinden, terwijl de bewindsman juist voorrang wil geven aan de versterking yan het HBO. De nullijn, die Van K e m e n a d e de universiteiten in het vooruitzicht stelt, wordt door de AR afgekeurd.

VERWAKMINaSVLTOiOGtN {Wï} Vr.RWAKMINaSVLRMOGtN 7

hoger onderwijs juicht de Academische Raad toe. Hij vindt echter wel, dat de universiteiten in elk geval h u n specifieke taak ten aanzien van het wetenschappelijk onderzoek moeten houden. Ook moeten de universiteiten een eigen middelenbeleid en een eigen organisatorische s t r u k t u u r behouden. De voorgestelde eenheid van stelsel mag dit niet frustreren. Van Kemenade wil geen verdere groei van het WO. De AR acht goede redenen aanwezig om het HBO te versterken, m a a r vindt de a r g u m e n t e n om intussen het WO buiten het vernieuwingsproces te houden niet steekhoudend. De faciliteiten en voorzieningen van het WO wenst de Raad uit te breiden, al mag dat niet ten koste gaan van het HBO. Hij wijst er ook op, dat in de HOT-nota geen aandacht w o r d t besteed aan universiteiten en hogescholen, die nog geen redelijke omvang hebben. Experimenten met samenwerking tussen HBO en WO moeten hoge

Een uitgangspunt van de nota is, dat e r n a a r gestreefd moet worden, dat ieder, die dat wenst en de vereiste kwalifikatie heeft hoger onderwijs moet k u n n e n volgen. De u i t w e r k i n g van deze grondgedachte is echter met zoveel beperkingen en onzekerheden omgeven, zo meent de AR, dat het de vraag lijkt of deze zal k u n n e n worden gerealiseerd op een manier, die overeenkomt inet de in de nota gewekte verwachtingen. In het toekomstig hoger onderwijs zullen vier typen onderwijsprogramma's bestaan. Eén van die programma's is het „algemeen onderwijsprogramma", dat in beginsel algemene toepasbaarheid heeft. De AR vermoedt hier echter een financieel addertje onder het gras. De behoefte aan goedkopere programma's zou bijv. bij het voorstel van algemene opleidingen wel eens een belangrijke rol k u n n e n spelen. Ook is onvoldoende nagegaan in hoeverre de stuvdénten en de maatschappij behoefte hebben aan dergelijke algemene opleidingen, meent de AR. Prof. dr. Wiegersma, kroonlid van de AR, is niet zo best te spreken over het k o m m e n t a a r van de Raad. Hij vindt het beneden de maat. Wiegersma meent, dat de universiteiten heilige koeien ten tonele slepen en dan van de maatschappij verwachten, dat zij grazige weiden ter beschikking stellen. (J. K.)

Op dinsdag 14 december brengt „Poëzie Hardop" in Broodje Kuituur een programma met gedichten van Remco Campert, getiteld „Zulke dingen vergeet je toch niet". In de VU-aula om half één. Entree: één gulden. Het programma is samengesteld o.l.v. H u u b Oosterhuis en wordt Eiitgevoerd door Mies de Heer, Wendela de Vos en Marnix K a p pers. De muziek erbij is een b a n d opname van Charlie P a r k e r . Remco Campert (47), a u t e u r van veelgelezen, sterk autobiografische romans en korte verhalen, w a a r v a n er onlangs enkele werden verfilmd („Alle dagen feest"), registreerde als dichter de emoties van een kind dat in de oorlogsjaren '40-'45 opgroeide, de naoorlogse ontgoocheling, de jaren '50 rondom het Leidseplein in Amsterdam. Bedeesde jongeling, jongen met het mes, „ellendige nietsnut", groot jazz-liefhebber. „Een geklofte Kees de Jongen", noemde iemand hem. Een poëzie van romantiek en zelfspot, grote gevoelens en kleine anekdotes. De elementen van zijn gedichten? „As en ijs: zalen vol v e r k o u d e n moeders; de vuilnisb a k k e n ; een sneeuwbal in een jongenshand; zeven kraaien in de lucht; de wind, kaal als een geschoren rat". Zijn thema? (b.v.): „Het is verschrikkelijk om met iemand te zijn, het is niet uit te houden, m a a r op een gegeven moment in je leven merk je dat er niets anders op zit, dat het andere nog erger is." Of (b.v.): „Nog steeds niet bang om dat woord te gebruiken: liefde? Durf je dat nog altijd, held die je b e n t ? " Poëzie Hardop rangschikte een 50-tal gedichten en prozafragmenten tot een twee-akter in flitsende scènes: Campert compleet op het toneel, zijn j e u g d h e r i n n e ringen, zijn humor, zijn kleine grote belevenissen en gevoelens waarin hij h e r k e n b a a r is voor velen die ook leven in „deze jar e n " („rare j a r e n " ) . (A.C.C.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 165

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's