GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 95

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 95

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

.4P YALVAS — 22 Oltq^OBER 1976

11

Communicatiesysteem voor blinden

Oktober in teken van aktie Namibië

SWAPO heeft dringend steun nodig Onder de leus: „Namibië vrü, steun SWAPO" wordt gedurende de maand oktober in Nederland een landelijke aktie gevoerd ter ondersteuning van de SWAPO, be bevrijdingsbeweging van Namibië (de Afrikaanse naam voor Zuid-West-Afrika). Met deze aktie wordt door een aantal samenwerkende Nederlandse organisaties gehoor gegeven aan de oproep van de Internationale Conferentie over Namibië, in januari 1976 In Dakar gehouden, van de Verenigde Naties, de Lutherse Wereldfederatie, de Wereldraad van Kerken, etc, om overal ter wereld in oktober Namibië-campagnes te organiseren. Deze maand is gekozen omdat het precies 10 jaar geleden is (27 oktober 1966) dat de Verenigde Naties Zuid-Afrika het mandaat over Namibië beeft ontnomen. De studentenbond SILVA van de V.L.-VU, SRVU, Wereldwinkel VU en Kairos, ondersteunen deze aktie. Daartoe zal de SILVA op woensdag 27 en donderdag 28 oktober in de hal van de VU met een stand staan. Hier zal materiaal te koop worden aangeboden: boeken, werkmappen (met o.a. achtergrondinformatie, de rol van de kerken, Namibië-dokumenten), speldjes, bulletins. Tevens bestaat er de mogelijkheid de SWAPO geldelUk te ondersteunen door in te schrqven op één van de intekenlqsten. Namibië was het laatste land op het Afrikaanse kontinent, dat gekoloniseerd werd; in 1884 namen de Duitsers bezit van het gebied. Ze bleven er tot hun troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog in 1915 werden verslagen door die van Groot-Brittannië en ZuidAfrika. Daarop wees de toenmalige Vol- , kenbond (later de Verenigde Naties) in 1920 het mandaat over Namibië aan Engeland toe. Dit land droeg zijn verantwoordelijkheid echter over aan Zuid-Afrika. De onderdrukking van het volk van Namibië werd onder het Zuidaf rikaanse bewind nog scherper dan voorheen. De Afrikanen werden verdreven naar reservaten met meestal slechte grond. Bovendien werd hun levensstandaard aangetast door allerlei belastingverhogingen. Mogelijk verzet tegen de Zuidafrikaanse maatregelen werd de kop ingedrukt door het vermoorden of gevangen nemen van verzetsleiders, het platbranden van dorpen en het afslachten van vee. Tijdens de Tweede Wereldoorlog schortte Zuid-Afrika zijn raciale politiek op: Namibiërs werden gedwongen samen met blanke en zwarte Zuidafrikanen te vechten tegen de Duitsers.

Illegaal bestuur In 1950 en 1955 werden door het Namibische volk petities aan de Veiligheidsraad aangeboden. Het werd langzamerhand voor de wereld duidelijk dat het Zuidafrikaanse mandaat over Namibië bepaald niet werd gevoerd volgens de in 1920 gesloten mandaatsovereenkomst. Want daarin stond dat Zuid-Afrika „het materiële en morele welzijn en de sociale vooruitgang van de bevolking van het gebied tot het uiterste zal bevorderen". Omdat Zuid-Afrika zich hier in de praktijk niet aan hield, maakten twee Afrikaanse landen, Libië en Ethiopië, deze kwestie in 1960 aanhangig bij het Internationale Gerechtshof. Het hof kwam 6 jaar later tot de conclusie dat het om juridische redenen geen oordeel kon uitspreken. Nog in datzelfde jaar (1966) onthief de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ZuidAfrika van het mandaat over Namibië, en plaatste het gebied onder rechtstreekse verantwoordelijkheid van de V.N. De vergadering overwoog daarbij onder meer dat Zuid-Afrika „in feite de overeenkomsten van het mandaat met voeten heeft getreden". ZuidAfrika weigerde echter het V.N.Advertentie

DIKS Autoverhuur bv V. Ostadestraat 278, Amsterdam-(Z), Telefoon 714754 en 723366 Fil. W. de Zwijgerlaan 101. Tel. 183767 400 nieuwe luxe- en bestelwagens w.o.: FORD - VW - SIMCA - OPEL NIEUWE MERCEDES EN HANOMAG VRACHTWAGENS TOT 18 m' EN 3J TON (groot en klein rijbewijs) . Lage prijzen en studenten lOVo korting

besluit tot opheffing van het mandaat te erkennen, en zette het illegale bestuur over Namibië voort.

GIRO

Bij de „Aktie Namibië" gaat het dus om geld, dat „gebonden giften" en „projekthulp" effectief helpt maken. Voor verdere informatie verwijzen we naar het Angola-bulletin en de Namibië-krant Tenslotte roepen we iedereen op om de SWAPO te steunen. Stort uw bijdrage op: giro „14466", aktie Namibië, Amsterdam. Namens SRVU, Wereldwinkel VU, Kairos en SILVA, Tom Lantink, sekr. buitenland SILVA (V.L.-VU)

14466

OtganisatofBn Land Herv Jeugdraad Ned Luth Jeugdbond Land Centr v Geret Jeugdwerk Kath Jeugdraad voot Nedatrand Angola Comité Wetkgroep Kairos Land Ver v Wereldwinkels

Aan de Rüksuniversiteit te Groningen is een communicatiesysteem ontwikkeld, dat het aan een blinde medewerker mogelijk maakt werkzaamheden te verrichten aan het centrale universitaire rekenapparaat. Een mini-computer vertaalt de informatie die door de centrale computer over een telefoonlijn wordt doorgeseind, en geeft die informatie door aan een in Groningen ontwikkelde braille-drukker. Voor dit communicatiesysteem stelde de universiteit ƒ40.000 beschikbaar. Het project werd uitgevoerd o.l.v. prof. Ph. B. Smith en de visueel gehandicapte medewerker drs. H. J. Hmdriks. (ANP)

AR fel tegen Kleins visie op vakgroepsamenstelling

SWAPO Tijdens de Namibië-aktie zal geld worden ingezameld om de SWAPO de middelen te verschaffen haar werk voort te zetten. De SWAPO (South West African Peoples Organization) is in 15 jaar uitgegroeid van een kleine arbeidersbeweging, voornamelijk steunend op de stam van de Ovambo's, tot een krachtige nationale bevrijdingsbeweging, die door de V.N. wordt erkend als de enige legitieme vertegenwoordiger van het volk van Namibië. De SWAPO heeft een tweeledige structuur. Binnen Namibië bestaat de SWAPO als een politieke beweging, die wel op alle mogelijke manieren door de autoriteiten gedwarsboomd wordt, maar die niet verboden is. Daarnaast bestaat de SWAPO in het buitenland als een actiev'e bevrijdingsbeweging. Vooral nu de strijd rond de toekomst van Namibië zo verhevigd is, worden er enorme eisen aan de beweging gesteld. De SWAPO heeft dringend behoefte aan steun. In de praktijk blijkt dat hulp voor bepaalde onderdelen van het werk wel te krijgen is (onderwijs, medische projecten, wapens). Maar daarnaast zijn er honderd en een behoeften, vaak beperkt van omvang, waarvoor bijna geen geld te krijgen is. Voor bijna alle dagehjkse benodigdheden, zoals postzegels, de elektriciteitsrekening, etc, wordt door niemand geld beschikbaar gesteld. Voor de bouw van een ziekenhuis is wel geld te krijgen, maar voor het onderhoud van de gebouwen is de financiering moeilijk rond te krijgen.

In Leidse

De Akademische raad keert zich fel tegen enkele wijzigingen, die staatssecretaris Klein in de Wub (wet universitaire bestuurshervorming) wil aanbrengen. De nu nog experimentele wub graat binnenkort verlengd worden en de staatssecretaris wil bij die gelegenheid meteen die wüzigingen meenemen. Deze wijzigingen brengen een versterking van de positie van het wetenschappelük en niet-wetenschappeHjk personeel in vaste dienst met zich mee ten koste van de vertegenwoordiging van tijdelijk personeel en studenten. Ze hebben betrekking op de samenstelling van de vakgroep (het laagste bestuursnivo). Klein zou graag in de wet zien opgenomen, dat tenminste tweederde van het vakgroepsbestuur wordt gevormd door personeel in vaste dienst. Een meerderheid van de zetels moet naar zijn mening bezet worden door hoogleraren, lektoren, houders van onderwijsopdrachten en de in vaste dienst benoemde wetenschappelijk medewerkers. (Wit dat laatste betreft, oorspronkelijk was voorgesteld: tenminste de helft.) Deze wijzigingen kunnen er in sommige gevallen toe leiden, dat er in een vakgroep slechts één plaats over blijft voor het wetenschappelijk personeel in tijdelijke dienst en de studenten tezamen en in het meest extreme geval (bij een vakgroep in opbouw, die bestaat uit 1 hoogleraar of lector, enkele tijdelijke wp-ers en enkele studenten) kan het voorkomen, dat het vakgroepsbestuur alleen uit een hoogleraar bestaat. Van ernstige bezwaren tegen het functioneren van vakgroepsbesturen in hun huidige samenstelling is de ar niets gebleken. Dat de tweede wijziging de strekking van de wet beter tot uitdrukking zou brengen acht de ar een onjuist argument. Een praktisch bezwaar is, dat er nu veel vakgroepen vol-

gens de geldende regels zijn samengesteld. Als Klein z'n zin krijgt moeten al die vakgroepen hun bestuurssamenstelling veranderen. Het wijzigingsvoorstel van Klein, dat tenminste tweederde van het vakgroepsbestuur moet bestaan uit vast personeel verdedigt hij met het argument, dat studenten in het algemeen niet geconfronteerd worden met de gevolgen op langere termijn van door het vakgroepsbestuur genomen beslissingen. De academische raad stelt daartegenover, dat er in dit opzicht geen principieel verschil bestaat tussen de verschillende bestuursnivo's binnen de universiteit. De bepaling staat dan ook op zeer gespannen voet met de beginselen van de wub. Bovendien wijst de raad erop, dat de vak-

groep bij uitstek het orgaan is voor de uitvoering van de onderwijs- en onderzoekprogramma's. Het accent bij beslissingen van vakgroepsbesturen ligt dan ook eerder op de korte dan op de langere termijn.

'Meer

flexibiliteit'

Klein verdedigt dit wijzigingsvoorstel voorts met het argument dat het meer flexibiliteit in de toepassing van de wet zou mogelijk maken. De ar wijst er op, dat bij de totstandkoming van de wub is overwogen, dat de omstandigheden op de verschillende faculteiten zo verschillend kunnen zijn, dat het onmogelijk moet worden geacht de samenstelling van de vakgroepsbesturen op een eenvormige manier te regelen. De minister schreef in de memorie van toelichting op de wub, dat „op grond van deze overwegingen de nadere regeling aan de faculteit moet worden overgelaten". De ar vindt, dat de nadere reglementering, die Klein voorstelt, de flexibiliteit alleen maar kan verminderen. De raad wijst het wijzigingsvoorstel onvoorwaardelijk af.

ICabinet in memorie van antwoord over grondwetswijziging

Vrijheid bijzonder onderwijs wordt niet beicnot

universiteitsraad:

Spreelclcwartier voor de publieice tribune De universiteitsraad van de Leidse universiteit heeft het spreekrecht voor de publieke tribune, waartoe hy eerder dit jaar bfsloot, nu nader gereglementeerd. Besloten is, dat buitenstaanders tydens iedere eerste vergadering van de maand de gelegenheid zullen krügen de raad en het cvb toe te spreken. De tüd, die de tribune tot zgn beschikking krqgt, bedraagt een kwartier. Bovendien zal tijdens deze vergaderingen de vrije diskussie, waarin het spreekrecht van de publieke tribune is opgenomen, aan de rondvraag vooraf gaan zodat de raadsleden op het besprokene tijdens dit punt kunnen inhaken. De in de raad aanwezigen zullen de vragen, die door de publieke tribune worden gesteld naar vermogen onmiddellijk beantwoorden. Voor een goed verloop wordt erop aangedrongen, dat degenen, die van het spreekrecht gebruik willen maken hiervan vrijdags tevoren kennis geven aan de griffier van de ur,

>

Bij de VU b estaat in feite geen spreekrecht voor de trib une. Wel is het zo, dat een niet­raadslid het woord mag voeren als hij daartoe eerst een gemotiveerd schriftelijk verzoek indient b ij het moderamen van de ur, dat dan over zo'n ver­ zoek een b eslissing neemt. Raadsvoorzitter Knijper voegde daar tegenover ons echter aan toe, dat het ja­woord op zo'n verzoek beslist geen automatisme is. „We zijn erg zuinig met het geven van toestemming, anders is straks het hek van de dam. We doen zoiets alleen in uitzonderingsgevallen, als iets niet goed verwoord kan worden door raadsleden. Een voorbeeld is het comité voor de­ polarisering, waarvan een woord­ voerder destijds het woord mocht voeren. Een andere mogelijkheid is, dat de raad, het moderamen of het cvb een deskundige (b ij voor­ beeld iemand van Personeelsza­ ken) uitnodigt het woord in de raad te voeren b ij voorb eeld als aanvulling op een b etoog." .

^ .

-

i'

^ '

'

J.K.

Niet meer en niet minder ruimte zal er zijn voor ontwikkelingen op het terrein van het onderwijs als de Grondwet wordt gewijzigd, zo­ als het kabinet heeft voorgesteld. Tot deze slotsom is het kabinet ge­ komen in de memorie van ant­ woord op het voorlopig verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen over het onder­ wös in de Grondwet. De Tweede Kamer is de memorie van antwoord afgelopen week toe­ gestuurd. Daarin wordt een ana­ lyse gemaakt van de ontwikkeling en van de inhoud van de geldende voorschriften en van de voorge­ stelde veranderingen. Het kab inet vindt, dat deze veranderingen vol­ ledig aansluiten b ij de b estaande bepalingen. De voorstellen voor de financiële gelijkstelling van het b ijzonder aan het openb aar onderwijs b e­ tekenen ook geen verruiming van de b evoegdheid van de overheid om voorwaarden voor b ekostiging te stellen. Uit de uiteenzetting over b„ ekostigingsvoorwaarden" en „eisen van deugdelijkheid" blijkt, dat deze b egrippen altijd nauw heb b en samengehangen en dat een scherp onderscheid niet gemaakt kan worden, aldus de memorie van antwoord. De veranderingen b eogen_opk. een j 4 fc 1 1

.

> '* 1 ï * i

uitdrukkelijke grondwettelijke grondslag te geven aan het dele­ geren van b evoegdheden, b ijvoor­ beeld aan de Kroon, onder andere voor het stellen van voorwaarden voor b ekostigiging. Dit houdt ver­ band met een systematisch onder­ scheid dat in de gehele grondwet gemaakt zal worden tussen b e­ palingen die, of de wetgever op­ dragen een onderwerp geheel in de wet te regelen, of toestaan dat bij dit regelen ook andere over­ heidsorganen kunnen worden in­ geschakeld. Al van het b egin af aan is in de onderwijswetgeving delegatie mo­ gelijk gemaakt. Ze is een vast ge­ bruik dat b ij juiste toepassing een bevredigende methode van wet­ geving is geb leken, meent het ka­ binet. Het legt daarb ij een lijst over met de vele gevallen, waarin delegatie in de onderwijswetge­ ving voorkomt. Met de memorie van antwoord is een nota van wijziging ingediend. Daarmee wordt de b epaling over de vrijheid van richting aange­ vuld. Daardoor wordt in de tekst van de voorstellen duidelijker tot uitdrukking geb racht, dat ze geen verandering inhoudt ten opzichte van het huidige artikel 208 van de Grondwet, aldus de memorie van antwoord. (ANP)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 95

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's