GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 45

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS — 24 SEPTEMBER 1976

Extra formatieplaatsen

5

nodig

Taalonderwijs buitenlanders in de knel In 1963 werd onder de naam „Talenpraktikum" binnen de faculteit der letteren de afdeling toegepaste taalwetenscliap opgericht voor het ondervirijs in het Nederlands-aan vluchtelingen, die aan de VU kwamen studeren. Naast deze duidelijk dienstverlenende taak, die zich later nog sterk uitbreidde ontwikkelden zich ook van begin af aan het onderzoek op het gebied van de taalbeheersing moderne talen en het onderwijs daarin aan studenten moderne talen van de faculteit der letteren. Als speciale vorm van dienstverlening ontstond ook nog het onderwijs in het Nederlands als vreemde taal aan buitenlandse studenten en stafleden en later ook aan buitenlandse werknemers bij de VU. Deze laatste vormen van dienstverlening ondervonden totnogtoe nogal wat problemen by hun ontwikkeling, die nu zelfs in een soort impasse l\jken te komen. Om te beginnen het onderwijs in h e t Nederlands aan buitenlandse studenten en stafleden. A a n dit onderwijs bestaat een grote b e hoefte. P e r j a a r worden er 60 beginners toegelaten, 100 leerlingen, die een vervolgcursus volgen en 160 zelfstudie-leerlingen. Dat alles moet verzorgd worden door slechts enkele mensen (2.3 formatieplaats) , w a t natuurlijk erg weinig is. Bij wijze v a n noodgreep is dan ook gegrepen n a a r de studiemethode van de zelfstudie. De student w e r k t dan zelfstandig met een boek en bandjes in een soort t a l e n p r a k t i k u m . Voor studieproblemen en huibwerk w o r d t hij b e geleid. Deze v o r m van onderwijs vraagt nog de minste tijd aan begeleiding.

Door Jaap Kamerling D a a r komt het probleem bij, dat de afdeling TTW ook nog eens de buitenlanders aan de G.U. moet begeleiden. De GU biedt namelijk op het p u n t van het onderwijs in het Nederlands geen faciliteiten en verwijst de buitenlandse studenten en stafleden n a a r de VU. De GU heeft dat in zoverre gehonoreerd door eerst ƒ 20 000 en n u ƒ38.500 te betalen, w a t neerkomt op ongeveer een halve formatieplaats. Het aanvankelijk bestaande aantal formatieplaatsen van 1.8 k w a m daardoor op 2.3. Daarop m e e n d e echter het cvb van de VU, dat zij deze tegemoetkoming van de GU best in minde-

Planning onderwijs en onderzoek langere termijn stap dichterbij De ontwikkeling van de planning van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek op langere termijn is een stap dichterbij gekomen. Elke universiteit en hogeschool heeft een meerjarenvisie opgesteld en staatssecretaris Klein van onderwijs en wetenschappen acht het mogelijk in het najaar van 1978 te komen met een algemeen financieel schema voor 1980-1983. Het ontwikkelingsplan '80-'83 met bijbehorend financieel schema moet dan wel worden ingediend met de begroting voor het jaar 1979. Dit blijkt uit de brief, die dr. Klein de universiteiten en hogescholen en de Academische Raad heeft gestuurd. Doel v a n de ontwikkelingsp l a n n e n en financiële schema's is het v e r w e r v e n van inzicht in de behoefte van de afzonderlijke universiteiten en hogescholen op iets langere termijn. Daardoor w o r d t het ook mogelijk de t a k e n beter tegen de middelen af te wegen. De opzet k a n slechts slagen als er vóór 1 februafi 1977 h a n t e e r b a r e richtlijnen zijn voor de p l a n n e n en schema's. Die richtlijnen k u n nen alleen goed worden ontwikkeld in overleg met de universiteiten en hogescholen, wat dit naj a a r staat te gebeuren in het planningsoverlegorgaan (POO). Daarin wordt ook besproken welke rol het d e p a r t e m e n t bij de opstelling van de p l a n n e n en schema's k a n vervullen ter ondersteuning v a n de universiteiten en hogescholen. Dr. Klein gaat met de Academische Raad overleg plegen over de rol van de r a a d bij een en ander. De r a a d k a n een nadrukkelijke invloed h e b b e n op de o n t w i k k e ling van de afzonderlijke instellingen. Bij het overleg k a n voorts het afstemmen van p l a n n e n en schema's van de academische ziekenhuizen en interuniversitaire

Socio-borrel De borrelavonden van de subfaculteit psychologie g a a n weer beginnen. Er wordt nu duidelijk op een breder publiek gemikt. Vooral op de eerste j a a r s sociale wetenschappers, m a a r óók de oudere j a a r s zyn van h a r t e welkom. Donderdag 30 september zal de socio-borrel zijn primeur hebben op Prins H e n d r i k l a a n 27 (PH'27). Aanvang 22.00 uur. Babbel en borrel worden tot in de zeer kleine uurtjes voortgezet.

instituten op die van de universiteiten en hogescholen ter s p r a k e komen.

ring k o n b r e n g e n op de totdantoe bestaande formatiegrootte en zo kreeg TTW nog m a a r 1.1 formatieplaats (1.8 minus 0.7). Wat dus betekende, dat de toch al geringe tegemoetkoming v a n de GU geen enkele verlichting bracht. De faculteit heeft tot d u s v e r r e steeds de kosten van deze formatieplaatsen moeten betalen. Zij vindt echter nu, dat dat m a a r eens afgelopen moet zijn. Deze dienstverlening moet niet betaald worden uit de gewone pot m a a r er moeten voor deze voorziening extra formatieplaatsen beschikb a a r w o r d e n gesteld. Het gaat hier immers om een bijzondere v o r m van dienstverlening, die niets heeft te m a k e n met de diverse subfaculteiten moderne talen. Ook h e t Nuffic adviseert in een r a p p o r t hierover het cvb om e x t r a formatieplaatsen beschikbaar te stellen. Het cvb is het intussen eens met de b e r e k e ning van die plaatsen m a a r de v e r r e k e n i n g laat op zich wachten.

Buitenlandse

werïaiemers

Een t w e e d e problematisch punt, dat speelt is het onderwijs in het Nederlands aan de buitenlandse w e r k n e m e r s van de VU. Al enkele j a r e n w o r d e n er in samenwerking met Teleac cursussen voor hen georganiseerd. De heer Matt e r v a n TTW vertelt ons, dat het weliswaar de eerste t a a k van de sektie Nederlands van TTW is om studenten en stafleden onderwijs te geven m a a r dat ook de buitenlandse arbeider aan de VU niet m a g worden vergeten. Het taalonderwijs voor buitenlandse arbeiders komt echter zeer moeizaam van de grond. „Personeelszaken zegt, dat h e t taalonderwijs a a n schoonmakers een zaak voor de Gom en de Cemsto is. Maar ik vind, dat je de zaak niet zo formeel k u n t spelen. Ook zij m a k e n deel uit van de VU-gemeenschap." Een onbillijkheid vindt hij het, dat studenten en stafleden de cursussen k u n n e n volgen in w e r k tijd terwijl de schoonmaker het in zijn vrije tijd zou moeten doen.

Buitenlanders

bezig met zel}(taal)

De I n t e r n e Beheersdienst en P.Z. stellen namelijk, dat deze mensen niet gemist k u n n e n worden in diensttijd. Ook zou je jaloezie krijgen als de ene wel diensttijd gebruikt voor een cursus terwijl de ander dat niet doet. Intussen hebben P Z en IBD zich bereid v e r k l a a r d tot cursussen voor de helft in de baas z'n tijd. Alleen het tijdstip overdag vormt nog een punt. Voor dit taalonderwijs aan de buitenlandse V U - w e r k n e m e r worden geen formatieplaatsen beschikbaar gesteld. Wel is er geld voor. S t u d e n t e n g a a n de lessen, als alles doorgaat, veraorgen a a n groepjes van drie w e r k n e m e r s Behalve Teleac-materiaal wordt er ook ander lesmateriaal gebruikt. Een laatste zorgenkind voor drs. Matter is tenslotte de taalvaardigheid van de student in het alge-

studie meen. Uit onderzoek is gebleken, dat een k w a r t tot een derde van de universitaire studenten en stafleden vindt, dat ze de moderne talen onvoldoende beheerst.

Frustraties „Veel studenten en stafleden voelen zich gefrustreerd als ze op een congres zijn en de v r e e m d e t a a l niet voldoende beheersen. Met eenvoudige middelen zou je daar veel aan k u n n e n doen m a a r wij krijgen daarvoor geen personeelsruimte. Alleen voor F r a n s bestaat er wat (goed voor 3/10 formatieplaats) " Matter meent overigens, dat er wel w a t te regelen is als de studenten bereid zijn zelf w a t te betalen voor zo'n cursus. Eigenlijk gaat h e t hier om een gewone studentenvoorziening.

Bedreiging milieu zeer relatief Ieder le-uensproces speelt zich in een bepaald milieu af; vanzelfsprekend wordt dus in elk biologisch laboratorium — qualitate qua —• milieuonderzoek verricht. Maar wanneer nu dan een verslag over algemene biologische onderzoekactiviteiten vaA de subfaculteit biologie zou volgen, zou de lezer van deze milieukolom zeker teleurgesteld zijn, omdat velen ten onrechte menen dat milieuonderzoek slechts het aangetaste of vervuilde milieu betreft. Gelet op de bedoeling van deze kolom wil ik mij daarom dan ook tot het onderzoek vari het bedreigde milieu beperken.

Milieukolom Daarbij moet men bedenken dat het begrip „bedreiging" ook zeer relatief is. Anders is het niet te begrijpen dat in Nederland een plant, het zinkviooltje, beschermd wordt op grond van de natuurbeschermingswet. Immers, pas na de middeleeuwse riviervervuiling van de Geul in Zuid-Limburg met zware metalen (zink, lood, cadmium) kon deze plant zich in Nederland handhaven. Vele be-

schermde heidegebieden zijn niets anders dan in de middeleeuwen zwaar aangetaste gebieden, die wij nu als mooie „schone" landschappen waarderen. Men moet in het oog houden dat, met uitzondering van vele biociden, alle andere vormen van milieubelasting op beperkte schaal ook in een schoon milieu aanwezig zijn, bijv. stank en SO2 in de buurt van actieve vulkanen, lawaaioverlast in de buurt van watervallen, overlast aan mineralen en straling in mineraal- en zoutrijke gronden, voedseltekort en ruimtetekort in iedere levensgemeenschap van plant en dier. Het verschil met deze natuurlijke stress-situatie is slechts de schaalgrootte en de expansiesnelheid van deze toestanden in andere milieus. Gebaseerd op deze algemene wetmatigheden heeft het onderzoek naar milieuaantasting een vaste voet in de algemene oecologie. Zo zal de vakgroep systematiek en oecologie van lagere planten bij het onderzoek naar de effecten van diverse menselijke activiteiten (peilbeheersing, bio-industrie, huishoudelijk water, etc.) in het Groene Hart van Holland niet slechts de graad van aantasting van het milieu signaleren, maar — in samenwerking met het Instituut voor Milieuvraagstukken, de milieuchemie en de vakgroep oecologie — ook organismen ontdekken die geschikt zijn voor het continu opsporen en controleren van milieubelastingen. Tegelijker-

tijd is in de werkgroep plantenoecologie getoetst welke waterplanten het meest geschikt zyn voor de ontgifting van metaal (cadmium, koper, lood, z ink)belaste wateren In de vakgro^^p oecologie wordt verder onderzoek verricht naar de reacties van planten en dieren op de belasting van het milieu met mineralen om inzicht te krijgen in de uitwerking van zout en zware metalen op de voedselketens in oecosystemen en op de genetische effecten Ook het in samenwerking met het Instituut voor Milieuvraagstukken uitgevoerde onderzoek naar de effecten van betreding in recreatiegebieden IS gebaseerd op een algemeen dierlijk gedrag, namelijk lopen, waarvan de effecten op het oecosysteem met de grootte van het organisme toenemen, van de mierenpaden via konijnenpaden tot de paden van herten, olifanten en mensen.

Energiekwestie Het beste voorbeeld van gevaren van een fout milieubegrip is de energiekwestie. De energieproblematiek is pas urgent wanneer tekort aan electriciteit of brandstoffen voor technische voorzieningen dreigt te ontstaan. Wanneer in de energienota 1976 van de Landelijke Stuurgroep voor Energieonderzoek (LSEO-nota: Energie 1976, Tweede Kamer 1976, 13250 nrs. 34) te lezen valt dat het gebruik van zonne-energie in 1976 nihil is, realiseert men zich blijkbaar niet

dat zonne-energie reeds sinds het ontstaan van groene planten via fotosynthese benut wordt en dat ons aller leven daardoor mogelijk wordt (voedsel, energieopslag in hout, steenkool, aardgas etc). Het toegankelijk maken van deze bronnen is geen primaire energiewinning (Energie-nota, p. 93), maar niets meer dan een energieafbraakproces, zoals het ook in ieder ademhalinasproces van ieder organisme continu gebeurt. Juist m b.t. een efficiënt gebruik van aanwezige energie wordt in het Biologisch Laboratorium in de werkgroep microbiologie onderzoek verricht, om — zoals voor andere micro-organismen reeds in het buitenland toegepast — verdere organismen te ontdekken, welke een economisch aanvaardbare energiewinning uit het waterzuiveringsproces mogelijk maken. Door de koppeling van basaal met toegepast onderzoek wordt in de subfaculteit biologie voorkomen, dat de in de milieukunde aanwezige vrees voor „dilettantisme, grootspraak en oppervlakkigheid" (Nota inzake het wetenschappelijk onderwijs in de m.ilieukunde, Acad. Raad 1976, p. 4) realiteit wordt. Prof. dr. W. H. O. Ernst, hoogleraar plantenoecologie In Ad Valvas van 10 september werd in de milieukolom abusievelijk het portret van de polemoloog Johan Galtung afgedrukt inplaats van dat van de auteur J. van Baars. Onze excuses. - Redaktie.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's

Ad Valvas 1976-1977 - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 september 1976

Ad Valvas | 440 Pagina's