GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Engeland.

Afwijking van de confessie.

Gemeenlijkwijst men om aan te toonen dat de Ritualisten in Engeland met haastigen voet den weg naar Rome bewandelen, op het vermenigvuldigen van allerlei Roomsche ceremoniën in de Episcopale kerken. En zeker is dit onrustbarend, vooral nu men reeds zoover ge» komen is dat men het beeld der moedermaagd Maria is gaan plaatsen boven een der zijportalen van de Westminster Abdij, terwijl slechts sedert korten tijd een zelfde beeld onder den koepel van Londen's kathedraal, de St. Paul, troont. Doch zulke dingen zouden niet mogelijk zijn, indien men in de leer niet van lieverlede van de Gereformeerde kerken ware afgevallen om Rome toe te vallen.

Nog altijd geldt voor de Episcopale kerk de Westminstersche confessie uit 39 artikelen bestaande en daarin wordt datgene voor dwaze fabelen en Godslasterlijke bedriegerijen uitgekreten, wat thans door honderde zoogenaamde predikanten geleerd wordt. Immers is de Ritualistische partij druk in de weer om het misoffer voor levenden en voor dooden in te voeren, terwijl in de Westminstersche confessie deze leer ten nadrukkelijkste wordt verworpen. In de Church Times, een Ritualistisch blad, leest men daaromtrent het volgende:

»Het offer des altaars Was eeuwen lang de eenige openbare daad van Godsvereering. In dien tijd werd dagelijks voor God en de menschen het brood gebroken tot voortdurende herinnering aan het offer des doods van Jezus Christus. De Liturgie, welke daarbij gebruikt werd, was door de apostelen gevormd en goedgekeurd en rustte op den ouden dienst der Joodsche offers. Zelfs de namen dier offers bleven bij de indeeling der Liturgie onder de nieuwe wet van Christus behouden, namelijk het herinnerende »zondoffer'' of de kanon; het • Heilsoffer" of de communie, en de eucharistie of het «brandoffer" de aanbieding. Gelijk bij de Joden, was ook bij de Christenen het genieten van het heilsoffer niet meer dan driemalen in het jaar bij de groote feesten absoluut noodig. Wanneer men het offer op andere tijden voor het aangezicht des Heeren ontving, was dit eene vrijwillige zaak; daarentegen was het eene verplichting, aan de dagelijksche aanbieding van het zondoffer en aan de overgave van zich zelven deel te nemen, en dit wel voor alle dingen op den dag des Heeren , ., , Van den beginne af was deze vorm van God te dienen wet in de Christelijke kerk; het was het recht der geloovige leeken daaraan belijdend en dankzeggend deel te nemen, zonder verplicht te zijn het als Sacrament te genieten, behalve bij drie gelegenheden. De Protestanten hebben getracht deze oude offergodsdienstoefening af te schaffen en daarvoor samenkomsten te stellen om te bidden en een preek te hooren. In de plaats der mystieke communie met het lichaam van Christus, laten zij een gewoon liefdemaal aanrichten. Verder heeft de kerk van allen, die konden vasten, gevorderd, het lichaam des Heeren nuchter te genieten en daarom wordt des morgens voor de H. communie gelegenheid gegeven, , . . Wanneer gezonde, trage, zelfzuchtige lieden des middags communiceeren trots de ordening der kerk, wordt de communie der ouden en zwakken haast onmogelijk gemaakt. Een groote zingmis met hymnen en prediking duurt bijna 2 uur. Wanneer daarbij nog een communiceeren van 20 personen plaats heeft, wordt de godsdienstoefening ondragelijk lang."

Zoo gaat de Church Times voort. De Ritualisten beroepen zich met zekere voorliefde op het Book of Common Prayer, dat de kerkenordening van de Episcopale kerk genoemd kan worden. Doch dit boek, al vindt men er eene menigte bewijzen in voor de stelling dat de Episcopale kerk nooit in beginsel de Roomsche kerkvorm en kerkregeering heeft verworpen, toch vinden we daarin geen enkel woord over de mis, maar wel bepalingen „voor de uitdeeling van het Avondmaal des Heeren of de Heilige communie."

De toenemende invloed der Ritualistische partij in Engelands staatskerk is onrustbarend. Zou de bisschop van Salford den profetenmantel omgehad hebben, toen hij zeide dat Engeland, als deze eeuw ten einde is gespoed, weder Roomsch zal zijn? Wij hopen van niet. De bazuin van een Spurgeon begint op Albion te weerklinken. Maar gelijk deze prediker, wilde hij zich vrij maken van het bloed van het Engelsche volk, zich genoopt zag om te breken met hen, die gebroken hadden met de fondamenteele stukken der Christelijke leer, zoo zal men ook in de Episcopale kerk niet tot betere toestanden komen zonder schisma.

— Verband tusschen Staat en Kerk in Engeland.

Nu meer dan ooit in Engeland de eisch van «Disestablishment" (scheiding van Kerk en Staat) aan de orde komt is het wellicht niet ondienstig om een en ander mede te deelen, omtrent het verband van de Engelsche Episcopale kerk tot den Staat. Dat verband is zeer nauw; in Schotland geniet echter de Presbyteriaansche Staatskerk veel meer vrijheid, al ontvangt zij ook staatsgeld voor haren eeredlenst, terwijl in Ierland sedert 1869 alle eerediensten gelijk zijn voor de wet, en niet een kerk staatsgeld ontvangt.

Onder koningin Elisabeth kreeg de Anglicaansche Staatskerk de gestalte die zij thans nog vertoont. Toen werd de Westminstersche geloofsbelijdenis als verbindend voor de geheele Engelsche kerk gesteld en tevens het hook of Common Prayer ingevoerd. Deze vorstin matigde zich de suprematie over de geheele Engelsche kerk aan, en daar zij het er op gezet had om tot op zekere hoogte een Roomsch ritueel in de kerken in te voeren, bij eene streng Calvinistische belijdenis, zoo is het niet te verwonderen dat telkens zich in den loop der geschiedenis groepen van personen toonden van die kerk niets te willen weten en verschillende gemeenten van dissenters gingen vormen.

Sedert dien tijd is de verhouding tusschen Kerk en Staat in Engeland telkens gewijzigd, welke wijzigingen in hoofdzaak telkens plaats grepen door dat de dissenters in betere positie kwamen en men om hunnentwil wel eenige concessiën moest doen. Ten huldigen dage is de Episcopale kerk aan den Staat met een viervoudigen band gebonden. Vooreerst is de hoogste macht over de kerk in handen van den koning of van de koningin. Het bestuur van de kerk staat onder de controle van het Engelsche parlement. Ten derde zijn de aartsbisschoppen en de bisschoppen leden van de Kamer der Lords (iloogerhuis). En ten slotte wordt in de kosten van den eeredienst door den Staat voorzien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 augustus 1890

De Heraut | 2 Pagina's