GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE WAGENMAKER.

V,

DE VERSPIEDERS.

Tegen den avond van den dag vinden we de twee verspieders weer, en wel op een plaats waar ge hen misschien niet gezocht zoudt hebben, namelijk in eene kerk, een Roomsche kerk, in Constanz,

Was de dokter die den jager daar besteld had. Slim als altijd, had hij ook nu zijn plan gemaakt. Was hij den jager gaan spreken in de herberg of was zijn medehelper bij hem gekomen in het achterstraatje, waar de dokter een woninkje had betrokken, dan zou licht op hen de aandacht zijn gevallen. Doch in de kerk liepen zij onder menschen die hen niet kenden, minder in 't oog, en kon ook niemand weten dat zij bij elkaar behoorden. Bovendien was er alle gelegenheid, als" men maar vroeg genoeg kwam, om met elkaar te spreken. Tevens had de dokter zeer goed begrepen, dat hij in een Roomsche kerk het minste gevaar liep vijanden te ontmoi ten. AVant al was hem niet alles verteld, toch wist hij zeer goed, dat de bedoeling van' genej-aal Vives of liever van den keizer was, Contianz in zijn macht te krijgen, en den ketters in de stad hun lust tot vrijheid betaald te zetten. Die van 't «oude geloof" hadden dus minder te vreezen, en zouden, ook al merkten ze ooit w.: , t de dokter in 't schild voerde, hem althans minder gevaarlijk zijn dan de Protestantsche burgers.

Lang vóór den dienst begon, waren allebei aanwezig; de jager zette zich neer, en de reizende koopman ging als toevallig naast hem zitten en begon een praatje. Er waren nog zeer weinig menschen; 't was een werkdag en nog vroeg in den avond, en zoo kon de een den ander gemakkelijk vertellen al wat hij weten moest.

De dokter deelde den officier mede wat hij. als reizend koopman, al reeds had gedaan en nog hoopte te doen. Op de markt waren heel wat menschen naar zijn boekenkraampja gekomen »cn, " zei de dokter_ sik had gezorgd van allerlei te hebben. Dr. Luther heeft hier bepaald leel vrienden, want ik heb meest Luthersche 'JOekjes verkocht. Ik had een mooie gelegenheid om met de lui in gesprek te komen en : iOO heb ik al heel wat gehoord. Ik kwam te weten hoeveel weerbare manschappen er in de stad zijn, onder welke kapiteins ze staan, en dat ze niet geheel gerust zijn en wt dus op n.oesten passen. Daar moet hier zekere Klaus, een wagenmaker, wonen; die schijnt wel een van de belhamels, die 't volk tegen den keizer opzetten. De raadsheeren zijn ook niet makkelijk en ....

Ge hebt echter al wat ge gehoord hebt, opgeschreven i"" vroeg de officier.

sZeker: maar ik moet nu eerst nog meei zien te v eten te komen, en ook, of al wat il gehoord ueb juist is. Dan teeken ik later alle; nauwkeurig op, , Ik hoop den generaal volledige inlichtingfcn te kunnen geven."

Best, " sprak de officier, sik ben begonner met een schets te maken van de stad en de vestingwerken en poorten. Gij moet nog zien te vernemen, hoe de poorten en bruggen bewaakt worden, vooral bij nacht, of ze ook kettingen spidinen en zoo meer.

De dokter beloofde de aanwijzing te zullen opvolgen, 't Gesprek kon nu echter niet zoo goed mef; r worden voortgezet, daar de dienst begon. Het tweetal had zich evenwel zoo geplaatst, (lat ze bijna geheel in de schaduw zaten. En zoo verlieten zij dan het kerkgebouw straks weder evenzeer onopgemerkt als ze er gekomen waren.

Den volgenden dag kon men de dokter oi Linden, zooals hij zich liet noemen, weer op zijn plaats bij het boekenstalletje vinden, 't Was nu stiller dai op den marktdag, en de koopman had alle gelegenheid zijn klanten goed op te nemen. Int deed hij ook, wel wetend, dat het meest alk n burgers van de stad waren, en dat het goed kon zijn, hen ook maar van aangezicht te xennen. Wel gewoon met menschen om te gran, wist hij met meer dan één een gesprek tt beginnen. Dit liep meestal eerst over de boekj(.s die hij verkocht, dan over de tijdsomstandigheden, de onrustige dagen die men beleefde, ien strijd over het geloofen zoo meer. Linden was van alles goed op de hoogte, en zorgde wel de lieden naar den mond te praten en bovenal zelf niet te veel te zeggen, maar des te meer van de anderen te hooren. Zoo wist hij ilan al spoedig, dat men te Constanz beslist de nieuwe leer wilde handhaven en ook heel goed begreep, dat dit den keizer niet smaakte, en er vroeg of laat nog wel eens moeite kca komen. Doch dat de keizer een aanslag 0} de stad voor had vermoedde blijkbaar niem.xnd.

Zooveel v/ist de koopman reeds, toen op den vierden dag na zijn aankomst, op zekeren middag, twee mannen voor zijn kraampje stil hielden, die aanstonds eenige Luthersche boekjes uitzochten. Toen de koopman hoorde hoe een hunner werd aangesproken als heer Klaus, spitste i hij de ooren om te vernemen wat er gezegd werd. Tegelijk bespiedde hij de forsche en krachtige gestalte van den wagenmaker, en prentte zich diens trekken vast in het geheugen.

De koopers waren bezig de boek; es bij zich e steken, toen de handelaar opmerï te:

»Die zoudt ge niet overal zoo m£ kkelijk krijen, heeren; 'tis elders verboden wiar."

ïDan mogen we ons wel verblijden, dat de eere God ons hier ruimte gemaakt Leeft, " sprak laus.

sEn we staan op onze vrijheid" sprak de andere ooper. Constanz is een vrije stad en al was it ook zoo niet, »des Heeren Woord moet zijn oop hebben, overal." Z

> De keizer denkt er misschien anders over" sprak de koopman. k o

s'tKan wel zijn, maar we zullen't afwachten. Onze stad weet haar vrijheid te vevdedigen en kan het ook. Aan wakkere mannen is hier geen gebrek."

Dit is waar", voegde Klaus er aan toe, toch vergeten we niet wat de psalmist zegt: $ Zoo de Heere de stad niet bewaart, te vergeefs waakt de wachter."

En terwijl de twee mannen heen| ingen en de dokter hen nazag mompelde hij: »Gij moest eens weten wie u boeken verkocht heeft. Dan was mijn kans verkeken; thans zal de uwe 't spoedig zijn, "

AAN VRAGERS.

Een onzer lezers schrijft ons:

Weled. Heer!

In de rubriek »Voor Kinderen" van Heraut No, 922 schrijft u over de betrekking tusschen 't getal elf en de benaming, die daaraan gegeven wordt van 't smalle nummer." en schrijft onder meer: »Mocht iemand eene betere verklaring weten, dan hoop ik, dat hij die geven zal", enz, In verband daarmede neem ik de vrijheid u te wijzen op 't volgende stukje uit Schillers Piccolomini, 2de bedrijf, iste tooneel, en wel dit gedeelte, 'twelk (vertaald) luidt: Seni (telt de stoelen). Elf! dat 's een boos getal. Zet twalef stoelen!

De dierenriem telt twalef teekens, vijf en zeven. De twaalf bevat de heilige getallen. Tweede bediende.

Wat hebt ge tegen elf!' Doe mij het weten! Seni, Elf is de zonde, elf toch overschrijdt

De tien geboden. Enz,

Seni is een bekend, historisch sterrenwichelaar, en Schiller heeft alles, wat hij hem in den mond legt, wel gewikt en gewogen,

Intusschen, alhoewel ik de verklaring zeer aannemelijk vind, 't was niet mijne bedoeling, er een pleidooi voor te voeren, doch slechts ze ter uwer kennis te brengen, om voor betere te wijken,

HoogachUnd,

J, C, D, M,

CORRESPONDENTIE,

D. M. H, te W, We zullen zien, of het gaat uw vraag hier te beantwoorden. Een weinig geduld.

H00GENBIRK,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's