Is dat juist?

Naar aanleiding van hetgeen we over de verhooging der predikantstractementen in verband met de subsidieering van het Christelijk onderwijs schreven, zond het bestuur van de Unie van Christelijke onderwijzers en onderwijzeressen in Nederland, ons het volgende protest:

M. d. R.

Het zij ondergeteekenden, vertegenwoordi gende het H.B. van de „Unie v. Chr. Oods. enz." vergund, naar aanleiding van „onze predikants tractementen", in 't nummer van 26 Maart j.l. een enkele opmerking te maken. Met instemming hebben zij het overgenomen stukje uit Hollandia gelezen en veel van wat de Heraut er verder aan toevoegt over de lage predikants tractementen onderschrijven zij van harte. Tegen het slot evenwel zij het hun ^roorloofd bedenking in te brengen. De verhoogde Rijkssubsidie, die straks voor onze scholen verwacht wordt, is bestemd om het Christehjk onderwijs ten goede te kcmen, in casu de school met alles wat haar belangt en den onderwijzers. Beiden, scholen zoowel als onderwijzers, hebben zich reeds te lang in finantieele moeilijkheden bevonden tot schade van het onderwijs, dan dat het wenschelijk zou kunnen geacht worden, verbetering der predikantstractementen in verband te brengen met de verhoogde Rijkssubsidie. Bovendien, de bedoeling van den wetgever is geen andere, dan het gesubsidieerd bijzonder onderv/ijs in minder ongunstige conditie te plaatsen ten opzichte van het openbaar onderwijs.

Met dank voor de plaatsing. Hoogachtend,

Uw dw. dnr., G. JPEMA, Voorz.

A. VOORRIPS JZN., Secr.

Amsterdam. Rotterdam,

27 Maart 1905.

Wanneer door ons geschreven was, dat het geld, dat door de vermeerderde rijks subsidie loskomt, uitsluitend dienst moest doen voor verbetering der predikantstractementen, dan zou de opmerking juist zijn.

Ongetwijfeld is het v/aar, dat niet alleen voor de tractementen onzer onderwijzers, maar ook voor de leermiddelen, de inrichting van het schoolgebouw enz. meer geld behoort te worden uitgegeven, om de concurrentie met het openbaar onderwijs te kunnen volhouden. Dat de rijkssubsidie in de eerste plaats daartoe moet medewerken, spreekt van zelf.

Maar het bestuur van de Unie vergeet o. i. te zeer, dat dit nooit het eenige doel van den wetgever is geweest. Uitdrukkelijk is telkens uitgesproken, dat het hier ging niet om een afgebedelde gave van het Rijk, maar om rechtsgelijkheid. Terwijl degenen, die van de openbare school gebruik maken, zoo goed als niets te betalen hebben, was het een krenking van h^t recht, dat de voorstanders van het bijzonder onderwijs door de belasting te zorgen hadden voor de instandhouding van de openbare school èn bovendien uit eigen middelen de Christelijke school hadden te onderhouden. Daarmede werd op een goed deel van ons volk een financieele druk gelegd, die vooral voor den minderen man veel te zwaar was.

Uit dat oogpunt heeft èn de wet Mackay èn de wet Borgesius èn de thans behandelde onderwijsnovelle getracht verbetering aan te brengen. Het motief van de billijkheid stond bij den wetgever op den voorgrond. De finantieele druk moest gelijkelijk worden verdeeld.

Waar dank zij de rijkssubsidie elk jaar een zoo aanzienlijk bedrag op de schoolkosten kan uitgespaard worden, daar wordt de financieele draagkracht van ons Christenvolk sterker, en kan van de offervaardigheid op ander gebied dus meer gevraagd worden. Dat was alleen onze bedoeling, en wij gelooven, dat ook het bestuur van de Unie er niet anders over oordeelen zal.

Of meent het bestuur soms, dat de totaalsom, die thans door de rijkssubsidie wordt uitgespaard, uitsluitend dienst zal moeten doen om de tractementen der onderwijzers te verhoogen .•" Hun tractement zou dan volgens deze berekening verdubbeld moeten worden. En hoe gaarne wij ook aan onze Christelijke onderwijzers verbetering van salaris toewenschen, wij gelooven dat naar verhouding van wat de predikanten ontvangen, daarmede de grens der billijkheid toch overschreden zou zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen