GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

„Verloochend.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

„Verloochend.”

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN HET LIJDEN ONZES HEBEEN.

V.

Maar hij zeide: Ik zeg u, Petrus, de baan zal heden niet kraaien, eer gij drie maal zult verloochend hebben, dat gij laij kent. Luk. 22 : 34.

Wat moest onze Heiland, toen de donkerste wolken zich om hem saawtrokken, dieper in de ziel grieven, door Judas verraden oi dooi Pettus verhoekend te worden ? Het is zoo, het verraad van Judas leverde hem aan het Sanhedrin over, en rechts'.reeksch gevolg had Petrus' verloochening voor zijn Meester niet. Maar dit is uitwendig gerekend, en het diepst moet ons toch altoos vooral bij Jezns treffen wat hij leed in zijn hart. In het Evangeïtseh verhaal wordt dan ook bijna geen sluk uil het lijden ons zoo omstandig geteekend als juist die verloochening van Petru'. Eerst de waarsctowing, toen de aankondiging, daarna de eerst on^^ooflijke daad, en hierop volgt dan het bitter & »®siw, en in het eind komt de weerinzetting m het apostolaat met het: Hoed mijne schapen.

Blijkbaar was Jezus reeds onder de iflstelllng J van het Avondmaal door de komende yerloochening van Petrus ontroerd. O/er Judas laat de Heer zich niet verder uit. Aan het Avondmaal zelf was de verrader reeds ontmaskerd. Maar nu heï de poorte uit naar Gethsemane, vlak bij den o Olijfberg, toegaat, vervult Petrus vooral Jezus' ge­ Ohlsg dachte. Hij denkt meer aan Petrus' verlooche ning dan aan zijn eigen kruis. „Simon, Simon, zoo vloeit de waarschuwing van zijn lippen, Satan heeft zeer begeerd, u, vooral u, te ziften als de tarwe", en reeds zoo lang vooruit was onze Heiland oader den druk hiervan, dat hij er reeds eer hij 't Avondmaal instelde, in het gebed mst zijn Vader over geworsteld had. Het zou gebeuren, het «on er toe komen. Jezus die Petrus geheel doorzag, wist vooruit, dat het er toe komen moest, en daarom had bij vooruit reeds gebsden, dat Petrus toch het geloof niet mocht verliezen; en opdat hij, na zijn verloochening, niet evenals Judas na zijn verraad, de hand aan zichzelf mocht slaan, voegt Jezus er bij: Als gij zult bekeerd zijn, wees dan de steun uwer broederen! Dit xias As worsteling. En als Petrus zich niet laat waarschuwen, en, zijn eigen geloofskracht overschattend, zich schier beleedigd gevoelt dat zijn Meester van hem 100 iets kon vermoeden, en er zich op beroemt, dat al vielen al de overige discipelen, hij. Petrus, staande zou blijven, en niet zou geërgerd worden, gaat de waarschuwing in de aankondiging over: „Ik zeg u, Petrus, de haan zal heden niet kraaien, eer gij driemaal zult geloochend hebben, dat gij mij kent". En ook nu weet Petrus het beter. Hij zijn Meester verloochenen! hij is veeleer bereid met Jezus tot in den dood te gaan; en hij wapent zich met een zwaard. Als een leeuw zal hij met dit zwaard tegen de bende ingaan. En dit doet hij ook. Hij trekt 't en houwt er op in, tot er bloed vloeit, en had hij in dit heroïsme mogen doorgaan, hij zou ook metterdaad als een dapper held voor zijn Meester gestorven zijn. Maar zoo mocht het niet. Niet zóó had Jezus het bedoeld. En nu zijn zwaard weer in de scheede moet, nu is Petrus weg. Strijden kan Petrus, maar trouw in stilte lijden nog niet. En nu komt de verzoeking. Ze herhaalt zich tot drie malen toe, en driemaal valt Petrus, zoo zelfs, dat hij ten slotte in zelfvervloekirg overslaat. En toen zag hij naar Jezus, en Jezus zag naar hem. En die blik van zijn Heer doorboorde zijn ziel. Opeens is Petrus gebroken, hij weent bitterlijk en vlucht de straat op. Ja, het was wel zoo, gelijk hij 't later bij de Zee van Tiberias getuigde: „Heer, Gij weet alle dingen. Gij weet dat ik u liefheb".

Teeken nu hierbij Petrus niet in donkerder beeld dan noodig is. Toen al de overige discipelen gevlucht waren, zag men alleen Petrus met Johannes, Jezus op zijn weg naar het paleis van het Sinhedrm volgen. De anderen vloden, bij niet. Hij wilde er bij zijn en zien hoe 't afliep, en Johannes, die onder de bedienden van het paleis kennissen had, hielp Petrus en liet hem binnen, en daar stond Petrus nu op den uitkijk als een trouwe wachter voor zijn Heer. Had toen de Hoogeptiester hem in het Sanhedrin geroepen, als getuige, dan ware er geen twijfel geweest, of hij zou in heiligen geloófs moed Jezus als zijn Meester beleden hebben. Maar die dienstmaagd, en die knecht, en die derde, wat hadden zij hem te ondervragen. Zijn Gaiileesch type had blijkbaar achterdocht gewekt. Door die leelijke vragers wilde hij zich niet laten verontrusten. Een leugen om bestwil zou niet schaden. En zoo sluipt de verloochening in ziln hart w komt de vn-looebening over zijn lippen. Sens begonnen, gaat hQ voort en verder. Waarom maakt men 't hem toch zoo i lastig. En nu, om er een eind aan te maken, w zet hij er een vloek op. Arme Petrust Neen, vbo in Jezus blik, toen hij Petrus op dit oogenblik aanzag, sprak geen bitter verwijt, maar veeleer diepgevoeld medelijden. En als Jezus bij de zee van Tiberias hem tot driemalen, met het / oog op zijn drievoudige verloochening, met zijn vraag: Simon, Jonas'zoon, hebt gij mij lief? door de ziel snijdt, dan voelt ge hoe Jezus dit waar­ v lijk niet doet om Petrus driemaal zeer te doen, v maar alleen om hem in het oog der jongeren weer in zijn apostolaat te herstellen. Petrus was een heroïeke natuur, bij wie de moed in overmoed kon omslaan, en die hoog dorst mikken maar ook diep kon vallen. Een echt Sanguinisch temperament, dat eigen kracht o verschatte. Een geboren leider, maar wien het schortte aan zelfkennis. Dit wist satan, en daarop viel satan hem aan. Hij kon hem ziften als de tarwe. £n zoo kwam Petrus tot zijn diepen val. Niet uit lafheid, niet uit gewilde ontrouw, maar door de omstandigheden, waarin hij zich ongeroepen waagde. Jezus had voor hem gebeden, maar toen Petrus den Voorhof inging, bad Petrus niet. Hij waande zich sterk genoeg en in dien overmoed is Petras bezweken, en heeft de man die voor Jezus sterven zou, het zielelijden van zijn Heiland zoo pijnlijk verzwaard.

Verloochend te worden is voor een ieder die op voorpost staat, zoo hard. Het slaat een wonde waar geen balsem voor is. Ontrouw krenkt zoo bitter. Hier vooral waar onze Heiland voor het Sanhedrin stond en de aanklacht van Godslastering door Gods hoogepriester tegen hem werd geslingerd. Het was voor Jezus het oogenblik van beslissing. Het doodvonnis volgde hem op zijn schreden. De getuigen, heel het Sanhedrin, de krijgsknechten, het kwam alles met een wreed en valsch fanatisme tegen Jezus op, ze spogen hem in het aangezicht, ze sloegen hem in het heilig gelaat. Niemand in de gerechtszaal had medelijden met hem. Met demonische nijd vloekte en wrong het al tegen den Nazarener in. Alleen is Petras daar nog. Jezus ziet em in de verte staan. En dan op zulk een oogenblik zelfs door den vurigste onder zijn eigen jongeren verloochend te worden, verloo chend tot driemalen toe. Was het voor Jezus niet om te bezwijken? Dieper dan een ander het ooit zou gevoeld hebben, voelde onze Heiland tot diep in zijn hart wat die verloochening was. Jezus leed er onder meer dan een onzer er onder zou hebben kunnen lijden. Zooals hij bij zoo iets leed, heeft nooit een kind des menschen er onder geleden, omdat zijn hart zooveel fijngevoeliger was. Hij zou straks deze aarde verlaten. Hij zou zijn heilige zaak dan aan zijn jongeren moeten toevertrouwen, en onder die jongeren zon Petras de leidsman moeten zijn. En nu reeds, nog eer het zoover is, valt die Petrus in zoo bittere zonde. Wat uit de wereld was, het zou zich alles tegen hem kettren, alleen in zijn jongeren zou zijn steunsel zijn. En nu reeds wankelt dat steunsel, bezwijkt het, en slaat in verloochening om. Moest het dan niet, menschelijk gesproken, zijn alsof in Petrus' verloochening heel zijn heilige zaak te loor ging? In den blik, waarmee de Heer toen Petrus aanzag, moet dan ook een snijdende ernst en een niet uit te spreken smart hebben gesproken, dat Pe'trus er zoo diep door onthutst en ge schokt werd, en na pas zijn betrekking tot ezus afgevloekt te hebben, op eens in tranen uitbarstte, in berouw verzonk, en een goed heenkom en zocht. Bij het kruis kwam Johannes, maar Peti'us dorst bij het kruis niet meer komen. Hij voelde zich als een verworpeling. Het was vermoed, het was ontrouw in Petrus geweest. m zijn zin door te zetten, en er bij te blijven, ad hij die vreeselijke woorden over zijn lippen aten komen. Eu nu reeds twintig eeuwenlang taat P'etrus in Caristus'Kerk als de eerste en de roote rerlooc henaar van zijn Heiland gebrandmerkt.

Toch heeft onder alles door zijn geloof niet opgehouden. Vrucht van Jezus' gebed, opgezonden tot den Vader nog eer de heiligschennende daad volbracht was. Daardoor kon Petrus weer opkomen, en toch weer onder de apostelen vooraan worden gesteld. En hierin juist ligt voor de Christenheid aller eeuwen de heerlijke vertroosting, dat, mits het geloof volharde, geen val in zonde, hoe diep ook, ons van Jezus liefde scheiden kan. Geen zonde kon verder gaan, dan om op zulk een oogenblik, met vervloeking zelfs, den Heiland te verloochenen. En als dan toch de man die zoo diep viel, weer aangenomen en zalig geworden is, wie zou dan onder ons bezwijken moeten? Is de verloochenaar van Jezus gered, dan kunt ook gii gered worden, wat schuld ook u op de conscientie drukke. Slechts op één beding, dat uw berouw even oprecht als het berouw van Petrus zij, en het ook uit uw hart, gelijk uit Petras' hart, weerklinke: „Heere, gij weet alle dingen, gij weet dat ik u liefbeb."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's

„Verloochend.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 maart 1911

De Heraut | 4 Pagina's