Lidmaatschap van neutrale vereen , gingen.

Een onzer lezeressen vraagt ons, of leden eener Gereformeerde Kerk ook werkend Hd mogen zijn van een niet-Christelijke zangvereeniging ? Natuuriijkgeldt deze vraag niet alleen voor leden eener Gereformeerde Kerk, maar in het algemeen voor elk Christen, want van bepaalde eischen, hierbij aan een lid der Gereformeerde gemeente te stellen, kan geen sprake wezen. Ja, deze vraag raakt niet alleen de niet-Christelijke zangvereenigingen, maar in 't algemeen hetlidmaatschapyan alle neutrale vereenigingen, die zich aan de beoefening der kunst, der letterkunde enz. wijden.

Stelt men deze vraag in dien meeralgemeenen vorm, dan gevoelt men ook, dat ze niet zoo gemakkelijk te beantwoorden is. Ware het toch voor een Christen ongeoorioofd, lid te zijn van een neutrale of niet-Christelijke vereeniging, dan zou een Christen ook geen lid mogen zijn van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, VBn de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde, van het Historische Genootschap van Utrecht en tal van andere verenigingen, die aan de wetenschap, de unst-of de beoefening der historie zich ijden. Zulk een eisch nu ka» zeker niet ge-

steld worden, en wie de ledenlijsten van de genoemde instituten of vereenigingen nagaat, zal daaronder tal van namen van besliste Christenen vinden. Er is nu eenmaal een neutraal terrein, waarop saamwerking tusschen Christenen en niet-Christenen. mogelijk is. Alleen wanneer het doel van zulk een verecniging, of de arbeid door haar verricht, beslist in strijd zou komen met den eisch, dien het Christelijke beginsel ons stelt, zou het een Christen niet geoorloofd wezen, daarvan lid te wezen.

Op zich zelf is daarom het lidmaatschap van een niet-Christelijke zang-of muziekvcreeniging niet ongeoorloofd" te achten.

Maar wel schuilt er in dit lidmaatschap een gevaar. Vooreerst, dat vooral onze jonge mannen en meisjes daardoor in aanraking komen met een geheel anderen kring en levensopvatting, die allicht^chadelijk kan werken. Ook bij onze sportvereenigingen merkt dit men maar al te droef.

En ten tweede worden door zulk een niet-Christelijkc zang-of muziekvereeniging allicht liederen gezongen of muziekstukken uitgevoerd, die een bepaald Wereldsch karakter dragen en waaraan een Christen zijne medewerking niet mag verleenen. In het algemeen is het daarom veel beter, dat onze Christen jonge mannen en meisjes zich aansluiten bij een Christelijke verecniging, waar het intieme verkeer, waartoe zulk een véreeniging leidt, geen gevaar oplevert, en waar men ook zeker kan zijn, dat geen liederen worden gezongen of muziekstukken, uitgevoerd, die een onchristelijk stempel dragen.

Bestaat zulk een Christelijke véreeniging op de plaats waar men woont, echter niet, g en is er ook geen mogelijkheid zulk een op te richten, dan staat de zaak wel eenigszins anders. Alles hangt er dan van af, welke liederen in zulk een niet-Christelijke zangvereeniging of welke muziekstukken in zulk een niet-Christelijke muziekvereeniging worden uitgevoerd of gezongen.

Kan men niet zeggen, dat de.e liederen of muziekstukken bepaald een onchristelijk karakter dragen, dan kan de medewerking daaraan voor een Christen ook geen zonde worden geacht. Al zouden we met het oog op de gevaren, waarop we boven wezen, niet gaarne iernand aanraden lid van zulk een niet-christelijke of liever gezegd neutrale véreeniging te worden, toch kan niét gezegd, dat wie zulks doet een ongeoorloofde daad begaat, of zondigt. Zonde is toch altoos een ingaan tegen een gebad Gods, en een gebod Gods dat dit verbiedt, hebben we niet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen