GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. Een Engelschman over Duitsche toestanden. Wij vonden in een Engelsch Christelijk blad de volgende beschouwingen.

Duitschland is tegenwoordig een land waar de velden wit zijn om te oogsten. Hoog en laag, orthodoxen en onkerkelijken, intellectueelen en ongeletterden openen hunne harten voor de blijde boodschap des heils. Er is waarlijk een honger naar het Woord Gods in het land en niet slechts een roepen om uitwendige dingen. Velen zoeken hun geestelijke behoeften te voldoen door het occultisme, maar menigeen kwam tot de overtuiging, dat dit hem niet kan bevredjgen, en werd daardoor toegankelijk voor het Evangelie. -

Ik vond een geopende deur te Berlijn en Charlottenburg, daar waar ik 't het ; ^allerminst had verwacht.

In de diepe voren door de ploegschaar van den oorlog en van de revolutie getrokken, komt het zaad van Gods Woord overvloedig op. Slechts eenmaal hoorde ik een uitdrukking van bitterheid over den oorlog. Het was er ons om te doen, tot het volk te komen met de liefde, die geen geografische grenzen en geen onderscheidingen van rassen kent. Telkens werd mij verzekerd dat ik de eerste »vredes-duifc was, die tot hen kwam sedert Duitsche Christenen van de internationale gemeenschap werden afgesneden.

In Herrnhut, het hoofdkwartier van de Moravische broeders, werd ik verwelkomd in de kapel die door graaf Zinzendorf werd gesticht. Te Neurenberg heb ik onderscheidene malen in de vergaderingen der Evangelische Alliantie gesproken. Te Fürth noodigden de Communisten mij uit een toespraak te houden, die welwillend

werd aangehoord, al deed ik uitkomen dat Christus de eenige hoop is voor de menschheid. In de Uaiversiteitscentra van Marburg, Wü^zburg, Tubingen en Erlangen had ik gelegenheid studenten toe te spreken. Nooit zal ik een samenkomst met zestig studenten te Marburg vergeten.

Toen het middernachtelijk uur had geslagen, was de meeting nog in vollen gang. De intellectueele jeugd van Duitschland keert zich van het materialisme en militairisme af om Christus te zoeken. In Zuid-Beieren verkeerde ik in een Roomsche streek, waar de menschen iets diepers zochten dan dogma's en vormen, hetgeen de priesters hun niet kunnen geven.

De Kwakers (door hen was de schrijver uitgezonden) aan beide zijden van den Atlantischen Oceaan (dus in Engeland en Amerika) ïijn nog bezig met hulp te verkenen aan het Duitsche volk, dat met armoede geslagen is. Amerikaansche Kwakers hebben het voeden van kinderen en zoogende vrouwen ter hand genomen. Maar het is slechts een druppel van weldadigheid in een zee van ellende. Duitschland staat voor een economische ruïae. Zijn hulpbronnen zijn niet evenredig aan zijn bevolking, die tegenwoordig met millioenen vluchtelingen vermeerderd is. Het land is kennelijk overbevolkt. Zijn beste mijn-.en la.ndbouwdistricten zijn in andere handen, en door den lagen stand der valuta's kan het in den vreemde geen voedsel en grondstoffen koopen.

Ambtenaren en intellectueelen zijn kennelijk het ergste er aan toe. Honderden en, duizenden zijn niet alleen ondervoed, maar bezitten geen ondergoed, al is de bovenkleeding nog in orde, omdat Duitsch vernuft oude kleeren nog een goed aanzien weet te geven.

Anti-Semitisme is een wondeplek in Duitschland. Menigeen maakt van de Joden een zondebok, waaraan men de ellende van het land wijt. De vroeger regeerende klasse haat de Joden, omdat zij in de eerste rijen der Socialisten en Communisten staan. En de Joden zijn tegen de vroeger regeerende klasse, omdat zij bestaat uit de groote kapitalisten.

Maar de Heilige Geest werkt ook in Joodsche harten. Ik had ernstige gesprekken met Joodsche rechtsgeleerden, professoren, letterkundigen en zelfs rabbijnen, en steeds hoorden zij mij eerbiedig aan. Men begint van het Talmüdisme en Rabbinisme af te gaan, om zich te begeven tot de levensfontein, waaruit de Psalmdichters en Profeten dronken. Ik ontmoette den leider van deze nieuwe beweging. Deze leert dat God kan gevonden worden „door stilheid, reinheid, meditatie en liefde".

Hij haalt uitspraken van den Christus aan, en beschouwt de Evangeliën als Joodsche litteratuur. Het oorspronkelijk Christeudom is hem „een Joodsche wederopleving van het Godsdienstig leven, de schoone vrucht van het oude Hebreeuwsche Profetisme".

Wel kent hij niet de Messiaansphe glorie van den Heiland, maar hij schrijft hem toch een hoogere plaats toe, dan over het algemeen door de Joden gedaan wordt".

Nu moet men dit alles niet al te letterlijk nemen. De afgezant van de Engelsche en Amerikaansche „Society of Friends" (Kwakeis) ziet alles door zijn bril. Maar dit neemt niet weg, dat iets als het bovenstaande niet geschreven kon worden, als er geen teekenen van nieuw leven aanwezig waren, al meenen wij dat de geestelijke toestand van het Duitsche volk niet zoo gunstig is als de schrijver 't doet voorkomen. En bovendien is het een verblijdend feit dat de Society of Friends voor het zwaar geslagen Duitsche volk sympathie toonde.

Engeland. Drie Kerkgebouwen bouwvallig. Sieraden geofferd. Niet minder dan drie van de grootste histo­

rische kelkgebouwen zijn in bouwvalligen staat, en worden »met verwoesting bedreigd", gelijk wij in Engelsche bladen lezen. Buiten rekening wordt de prachtige Gothische Kathedraal van Reims gelaten, die, al heeft zij door het Duitsche kanonvuur zwaar geleden, toch kan hersteld worden. Maar de St. Paul's en de Westminster Abbey te Londen en de Aya Sophia te Constantinopel verkeeren in een toestand die krachtig ingrijpen noodig maakt, wanneer men wil voorkomen dat deze machtige historische gebouwen niet weldra tot de historie zullen behooren.

De fundeering van Londen's hoofdkerk de St. Paul's kathedraal blijkt zwak te zijn. De architect Christopher Wren, die den machtigen bouw ontwierp, voorspelde, dat de fundeering het slechts 260 jaar zou uithouden. De leden der Anglicaansche Kerk zullen wel niet dulden dat dit meesterstuk van bouwkunst zal verdwijnen. Het geheele Engelsche volk zal ook niet dulden dat Westminster's Abb^y gaat verdwijnen. In de 13e eeuw onder de regeering, van Hendrik III gebouwd, werd deze kerk gebruikt om er de graftomben van Engeland's Koningen, van zijn helden en groote mannen in te plaatsen. Reeds heeft de »Dean" van de Abbey een oproeping tot het Engelsche volk gedaan, waarin de noo' dige fondsen tot herstel van het historisch monument gevraagd worden. Opmerkelijk is, dat de Dean zich daarvoor tot het Engelsche publiek heeft gewend en geen hulp uit de staats kas zocht.

Wanneer de Aya Sophia, eene kerk die gebouwd werd ter nagedachtenis van de heilige Sophia, eene martelares ten dage van den Romeinschen Keizer Adrianus, te gronde ging, zou sommiger hoop dat dit gebouw weer aan zijn oorspronkelijke bestemming mocht beantwoorden, verijdeld worden. Bekend is, dat de Turken het inwendige van het prachtgebouw, dat eenmaal de hoofdkerk der geheele Chris tenheid was, geheel hebben bedorven, door het zoo te veranderen dat het als een Mahomedaansche moskee kon gebruikt worden. De verwachting is, dat het gebouw in. Christelijke, d.i. Engelsche, banden vallen zal, om dan weer iets van zijn oorspronkelijke schoonheid terug te ontvangen.

Toen in het begin van Juli en Augustus in Albert Hall te Londen samenkomsten gehouden werden in het belang van de uitwendige zending, deelde men daar mede welke groote sommen voor dit doel in deze dagen noodig waren. Honderden menschen gaven toen hun juweelen en andere kostbare sieraden als offers voor de zending. Dit herinnert aan vroeger dagen, toen op Keswick conferenties en elders gelijke offers voor de goede zaak werden gebracht. Ook ten onzent, in de eerste tijden der doleantie, kwam het dikwerf voor, dat in de collecte-zakjes gouden ringen, oorbellen enz. gevonden werden. Wij werden herinnerd aan de dagen toen Israël zijne offers bracht, opdat de tabernakel zou gebouwd worden, en zulk een ruime offervaardigheid werd betoond, dat er meer werd gebracht dan noodig was. Dit was in een tijd toen het volk zich bewust was, zich zwaar tegen den Heere bezondigd te hebben door het maken van het gouden kalf. Mochten die tijden wederkeeren, dan komen er ook overvloedige offers.

N.-Amerika. Enorme somm.en voor Christel ij ke doeleinden. In de laatste week van April was het er den leiders van de Interchurch World Movement om te doen, een finantieele «drive" (jacht) te houden teneinde een som van 350.000.000 dollars bijeen brengen. Dit doel wil men in een tijdperk van vijf jaar bereiken. Het geld zal men gebruiken voor In-en Uitwendige Zending en voor de actie der saamwerkende kerken. Het resultaat van deze poging is nog niet bekend, maar zij

die de beweging op touw hebben gezet, zijn vol moed. Het is niet voor het eerst, dat men in de nieuwe wereld tracht zulke fabelachtig groote sommen voor een kerkelijk doel te vergaderen. De «Church Centenary Movement" van de Episcopaalsche Methodistische Kerk (waaruit de Interchurch World Movement voortsproot) stelde zich verleden jaar ten doel, 115.000.000 dollars bijeen te brengen, en het gelukte een 165.000.000 doUas in te zamelen. De Zuidelijke Baptistische Kerk bracht 100.000.000 dollars bijeen.

De leiders van de London-Missionary Society hebben zich naar Amerika begeven, om het streven en de organisatie uit de eerste hand van deze en andere propagandabewegingen in Amerika te bestudeeren.

In Amerika heeft men ook «Home-Missions" in het plan van de Interchurch Movement opgenomen. Oader «Home Mission" verstaat men niet, gelijk men denken zou, een poging om hen die van het Christelijk leven vervreemd zijn, te Evangeliseeren. Men bedoelt daarmede een beweging om de menschen naar de kerk te krijgen. Op bepaalde tijden gaan dan zij die zich voor dien arbeid willen geven, er op uit om onkerkelijke menschen te bewegen den volgenden Zondag een bepaalde kerk te bezoeken. De predikers in de kerken voor welke gearbeid werd, hebben dan op afgesproken Zondagen hun prediking ingericht op bezoekers, die voor het kerkelijk leven moeten gewonnen Worden. Ons dunkt, hierin ligt iets dat ook in Nederland wel kan nagevolgd worden. Menigeen leeft te midden van een bevolking, die den weg naar de kerk verleerd heeft. Wellicht is menigeen door vriendelijke toespraak en noodiging voor kerkbezoek te winnen. Zulk een noodiging wordt ons op de lippen gelegd, wanneer wij Ps. 122 aanheffen: ".

Ik ben verblijd, wanneer men mij Godvruchtig opwekt; zie wij staan Gereed, om naar Gods huis te gaan; Kom, ga met ons, en doe als wij: Jerusalem, dat ik bemin. Wij treden uwe poorten in; Daar staan, o Godsstad, onze voeten. Jerusalem is wel gebouwd, Wel saamgevoegd; wie haar beschouwt. Zal haar voor 's Bouwheers kunstwerk groeten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juli 1920

De Heraut | 2 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 juli 1920

De Heraut | 2 Pagina's