GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 34

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

GESPREK

Steengoede

MET JAN

LEVER

studentes

De eerste groeiperiode van de subfaculteit vond plaats in de tweede helft van de jaren vijftig. In 1955 kwam Vroman om plantensystematiek te doceren; Voous werd aangesteld voor de diersystematiek en zoƶgeografie. In 1957 nam Kuilman de plantenecologie voor zijn rekening en Vlijm in 1958 de dierecologie. 'Voor de ecologen waren de kampen op Schiermonnikoog bijzonder interessant en voor hen werd dan ook het veldlaboratorium gebouwd, zodat er het hele jaar onderzoek kon worden gedaan. Het bestaat nog steeds.' In de jaren zestig begon de moleculaire biologie belangrijk te worden. In 1 9 6 3 werd microbioloog Stouthamer daarom aangesteld; in 1 9 7 2 geneticus Nijkamp. De al aanwezige richtingen groeiden ook: Antheunisse vergezelde Lever vanaf 1 9 6 2 in de diermorfologie; Joosse werd in 1 9 6 6 hoogleraar experimentele dierkunde. In 1 9 6 7 werd Boer hoogleraar histologie en De Vlieger hoogleraar neurofysiologie. Ook op botanisch gebied was er uitbreiding: Verleur werd in 1 9 6 9 hoogleraar plantenfysiologie. De nieuw aangestelde hoogleraren en docenten waren niet allemaal gereformeerd of hervormd. Nijkamp, bijvoorbeeld, was katholiek. In de jaren zeventig werd ook de populatie van biologiestudenten wat oecumenischer van samenstelling, evenals de rest van de vu. Lever: i n het begin kwamen studenten vooral biologie bij ons studeren omdat ze dat moesten van hun gelovige ouders: nu er eenmaal een christelijke biologieopleiding was, moesten hun kinderen daar heen. Later kwamen er ook studenten omdat bekend werd dat biologie aan de v u goed was. Wij probeerden namelijk altijd goede docenten en medewerkers naar de vu te halen en nieuwe mogelijkheden te scheppen voor de studenten.' 'Als onze studenten naar een andere universiteit of een instituut wilden om een richting te volgen die wij niet hadden, stond ik dat alleen toe als ze echt goed waren. Dat klinkt hard, maar omdat gemotiveerde studenten altijd goed zijn, was het dat niet.Twee steengoede studentes wilden bijvoorbeeld naar het Tropeninstituut waar de beroemde parasitoloog Swellengrebel werkte. Hij was vol lof over deze vu-studenten. Een van de twee, Lies Meuleman, heeft van mij de colleges parasitologie overgenomen, nadat ik ze vijftien jaar had gegeven.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's