GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 185

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 185

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

O R A N J E : RECTOR IN

OORLOGSTIJD

scherp protest tegen de behandeling van de weggevoerde studenten in te dienen bij Van Dam. Er werd uiteindelijk wel een protestbrief verzonden, maar die was naar de mening van velen, ook van de vudocenten, te zwak geformuleerd en bovendien ten onrechte niet aan de werkelijk verantwoordelijke, aan Seyss-Inquart gericht. Daarom hadden zij de brief niet mede ondertekend. Zijn Duitse reis ondernam Oranje op initiatief van dit Hooglerarencontact. 'En opeens was hij er', zo zei mr. N. Okma bij Oranjes herdenking na de oorlog. 'Ja, in het hartje van Duitsland, midden in die onzegbaar smerige rommel van barakken, sintels en prikkeldraad, waar elk menselijk leven in verdierlijking onderging, daar stond op die onvergetelijke dag van februari 1944 plotseling Prof. Mr. Jacobus Oranje, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. En met één slag leek alles anders geworden. Was er even geen angst meer voor die bullebak van een kampcommandant en werd er niet meer getwijfeld aan de overwinning op Duitsland!' 13 Oranje bezocht naast Berlijn en Stettin nog vijf andere studentenkampen. Hij bemoedigde de studenten en sprak ook met sommigen van hen over manieren om te ontkomen uit Duitsland. Een aantal van hen werd aan de grens weer door de Duitsers gepakt en voor straf gevangen gezet in de gevangenis van Kleef. Maar ook hier zocht Oranje hen op, sprak hen moed in en probeerde hen vrij te krijgen met geld en goede woorden. Enkelen hebben inderdaad hun vrijheid aan hem te danken. Toen hij Okma, die in Kleef gevangen zat, bezocht, hield deze zijn hart vast, dat niet iemand van de gevangengezette studenten uit de school zou klappen en hem daarmee zou verraden. Dat gebeurde gelukkig niet. Op zijn tocht door Duitsland bezocht Oranje ook niemand minder dan de in de kring van de vu en de ARP nog steeds vereerde oude, gevangen staatsman Hendrik Colijn in zijn ballingschapsoord Ilmenau. Ook hem sprak hij moed in en verzekerde hem, dat de oorlog gauw verloren zou zijn voor de Duitsers. Bovendien beloofde hij Colijn, een fervent sigarenroker die allang door zijn sigarenvoorraad heen was, te proberen in Nederland nog wat echte sigaren voor hem te 'organiseren'. En dat lukte. In mei 1944 kreeg Oranje, al weer terug in Nederland, de toezegging van de directie van de Karei I-fabrieken in Eindhoven, dat er voor gezorgd zou worden 'een kistje van haar privé-voorraad aan den heer Colijn toe te zenden, daar het ons uit vroeger jaren bekend is, dat de Heer Colijn een hartstochtelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 185

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's