Worsteling naar waarheid - pagina 110

EEN S C H U C H T E R

B E G I N V A N W I S K U N D E A A N DE VU

... EN GELOOF

Tot zover lijkt het erop dat aan de vu gewoon wetenschappelijk onderzoek en onderwijs werd gedaan, alsof de v u geen bijzondere universiteit was. Zoals boven al werd opgemerkt, was er natuurlijk het gebed aan het begin van de colleges en de tucht over zich misdragende studenten. 88 De eerstvolgende vraag die zich aandient, is natuurlijk of de ii2

grondslag van de vu inhoudelijke invloed had op de wiskunde die werd gedaan, of dat op andere manieren in het wetenschappelijk bedrijf van de wiskundigen het gereformeerde karakter van de v u naar voren kwam. In onderstaande paragraaf probeer ik de pogingen daartoe die de wiskundigen deden, samen te vatten. 89 In de collegezaal was van verband tussen wiskunde en geloof niet veel te merken; 9 0 over Koksma wordt bijvoorbeeld verteld dat hij een nogal formalistisch standpunt innam. Omstreden axioma's in de wiskunde (het beruchte keuze-axioma) zou hij zonder blikken of blozen gebruiken. Ook Grosheide moet op een formele manier met zijn vak zijn omgegaan; zijn colleges stonden als saai en formeel te boek. Koksma was echter wel de mening toegedaan dat zijn colleges een vormende waarde moesten hebben; de gevarieerde inhoud van zijn capita selecta was zo gekozen dat de studenten een brede wiskundige vorming zouden krijgen. 91 Dat lag voor Koksma ook meer voor de hand; hij gaf zijn colleges toch uit het hoofd en ging vrijer met de stof om. Grosheide had daar meer moeite mee, bereidde de colleges bijna woordelijk voor en week van dat stramien nauwelijks af. 9 2 Aan het begin van de eerste colleges werd natuurlijk wel gebeden - een praktijk die tot de jaren zeventig 'in' bleef - en de studenten kregen verplichte colleges reformatorische wijsbegeerte, van Vollenhoven (later van andere docenten). 93 De wijsgerige bezinning op wiskunde en geloof kwam eerder aan de orde in redevoeringen en referaten waarvoor de wiskundigen wel eens werden uitgenodigd. In inaugurele redes kwam de grondslag van de v u wel aan de orde, maar meestal bleef het bij algemene opmerkingen naast een korte inleiding in het eigen vakgebied. Bij Koksma en Van Haaften was het niet anders. 94 Haantjes, Van Rooijen en Grosheide werkten de relatie tussen wiskunde en geloof evenmin uit bij hun aantreden. 95 In verenigingsverband werd echter wel uitgebreid nagedacht over

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen