GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 220

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 220

[Deel 1]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

'N

FYN

MISTIEKE

EENHEIDSBAND

se tijdschriften. Anderen dachten ook aan economische relaties, aan werkgelegenheid en emigratie, aan onderlinge steun in internationale zaken. Kortom: wat betekende de Groot-Nederlandse broederband? De onderlinge belangstelling en samenwerking kon in de eerste helft van de twintigste eeuw, en met name in het Interbellum, profiteren van de toenemende mogelijkheden van de moderne communicatiemiddelen: telefoon, fotografie, radio, geïllustreerde tijdschriften, het vliegtuig, de popularisering van het reizen per boot en spoor. Dit maakte het Zuid-Afrikaanse studenten gemakkelijker in Nederland te gaan studeren en Nederlandse hoogleraren Zuid-Afrika te bezoeken; in de jaren '30 werden diverse jongerenreizen naar Nederland respectievelijk naar Zuid-Afrika georganiseerd. Dat alles gaf de betrekkingen concrete gestalte. Het is overigens duidelijk, dat 'die mistieke eenheidsband' ook allerlei tegenstellingen liefderijk bedekte. Afrikaners en Nederlanders waren immers, ondanks veel gemeenschappelijks, twee zeer verschillende volkeren. In toenemende mate zelfs, naarmate de Afrikanercultuur en gemeenschap zich ontwikkelden. De werkelijkheid van de samenwerking tussen Nederlanders en Afrikaners was trouwens vanaf het begin een moeizaam verhaal geweest, een geschiedenis van adhesie en aversie. 2 Weinig mensen zagen echter voor 1940 dat Nederlanders en Afrikaners uiteengegroeid waren, nog minder trokken er conclusies uit. Algemeen vond men dat de tegenstellingen slechts oppervlakkig waren en door intensivering van de onderlinge betrekkingen zouden verdwijnen. De beeldvorming over en weer in die tijd, en de opvattingen en gedragingen rondom de verborge-een eenheidsband, in het bijzonder ook van Nederlanders en Zuid-Afrikanen die bij de v u betrokken waren, verdienen dus een nadere kennismaking. Wat zagen de vu-hoogleraren bijvoorbeeld, die vanaf 1924 een bezoek aan Zuid-Afrika brachten? Geestverwant broedervolk of niet - het duurde heel lang voordat de eerste vu-voorman naar Zuid-Afrika reisde. Abraham Kuyper had in 1881 wel willen gaan, maar mocht niet en later hoefde het voor hem niet meer. Dus ging Kuyper nooit naar de Transvaal maar wel naar Amerika, om er de Stone Lectures te geven (1898), evenals Bavinck tien jaar later (die was er trouwens al eerder een keer geweest,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 220

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 455 Pagina's