Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 185
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
schuivende panelen
universiteiten beginnen met ontwikkelingswerk
184
In 1967 vond te Utrecht een conferentie plaats over de taak van de Nederlandse universiteiten en hogescholen ten aanzien van de ontwikkelingslanden. De conferentie werd georganiseerd door de Rijksuniversiteit Utrecht in samenwerking met de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Er waren ongeveer 150 deelnemers, onder wie vertegenwoordigers van universiteiten en hogescholen, van ministeries, van verschillende fracties uit het parlement, van studentenorganisaties die betrokken waren bij de ontwikkelingsproblematiek, van enkele wetenschappelijke instituten op dat gebied, en een aantal gasten, waaronder Prins Claus; voorzitter was prof. Egbert de Vries. De vu was aanwezig met een relatief grote delegatie van twaalf leden. De conferentie bereikte overeenstemming over de volgende punten: 1) Universiteiten hebben een eigen verantwoordelijkheid en een eigen taak met betrekking tot de ontwikkelingslanden en de ontwikkelingsproblematiek. Deze taak heeft verschillende aspecten: vorming, onderzoek en dienstverlening. 2) Om deze taak te kunnen uitvoeren wordt van de universiteiten een bijzondere inspanning gevraagd. De daaraan verbonden kosten dienen niet uitsluitend ten laste te worden gebracht van de direct betrokken faculteiten, afdelingen of instituten, maar dienen te worden gedragen door de universiteit in haar geheel. 3) Naast de financiële consequenties, welke voor de universiteit zelf voortvloeien uit de uitvoering van deze taak, zullen andere financiele voorzieningen nodig zijn, daar waar de bemoeienis overgaat in ontwikkelingshulp. 4) De studenten wier gemotiveerde belangstelling en engagement gebleken zijn, zullen in de uitoefening van deze taken moeten participeren. 5) Het aspect van hulpverlening is slechts een tijdelijk bestanddeel van de internationale samenwerking, welke voor de universiteit uit deze taak voortvloeit. 6) Het is noodzakelijk dat binnen de universiteit het overleg over de uitvoering van deze taak wordt begonnen c.q. voortgezet, en dat bij de universiteiten daadkrachtige executieven worden ingesteld. Op
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 184
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's