Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 263
De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005
de thuisbasis en de teruggekeerden
de facultaire betrokkenheid neemt af
262
Welke eenheden binnen de universiteit dragen de inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de verschillende vu-projecten? Het antwoord op die vraag hangt van de tijd af, maar aanvankelijk zijn de betreffende eenheden: de vakgroepen of de (sub)faculteiten. De bètaprojecten worden gedragen door de werkeenheid ‘Basic Science Projects’ (bsp) van de subfaculteiten Natuurkunde, Scheikunde en Biologie, en daarnaast door de subfaculteit Aardwetenschappen (geologie en fysische geografie). De overige projecten worden gedragen door de daarmee verwante afdelingen in de universiteit, waarvan de belangrijkste zijn: de vakgroep ontwikkelings- en agrarische economie (oae) en, op een kleinere schaal, de vakgroep niet-westerse sociologie. Tot medio jaren tachtig zijn de bètasubfaculteiten en de twee ontwikkelingsvakgroepen het meest betrokken bij de ondersteuning van projecten. Omstreeks 1986 komt echter een ontwikkeling op gang waarbij de dienst ontwikkelingssamenwerking een grotere rol bij de projecten gaat spelen, en in sommige gevallen de projectuitvoering geheel gaat overnemen. Waarom slaat rond die tijd de balans om, van een facultaire naar een centrale uitvoering van ontwikkelingsprojecten? Om die vraag te beantwoorden, kijken we eerst naar de ontwikkeling bij de vakgroep oae, en daarna naar de verschuivingen bij ‘basic science’. De vakgroep oae is halverwege de jaren tachtig betrokken bij de begeleiding van projecten in Indonesië, in Lesotho en Swaziland, en in Nicaragua. Eind 1985 begint binnen de vakgroep een discussie over de vraag of zij die verantwoordelijkheid nog wel op zich kan blijven nemen. De aanleiding is dat de vakgroep in die tijd een forse subsidie van dgis in de wacht heeft gesleept voor een nieuw project, om het bestaande vluchtelingenonderzoek in Soedan uit te breiden (zie hoofdstuk [10]). Maar valt de begeleiding daarvan nog wel te combineren met het reguliere wetenschappelijke werk? Nee, zegt dr. Henk J. Tieleman, die binnen de vakgroep bij een groot aantal projecten betrokken is. Het projectenwerk levert namelijk onvoldoende publicaties op in het kader van de voorwaardelijke financiering (vwf). Onderzoek in projecten moet vaak gericht worden op kortetermijnproblemen en op typisch lokale en regionale vraagstukken, waardoor het
Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 262
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's
![Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 263](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/kleine-luyden-in-ontwikkeling/2005/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Historische Reeks | 363 Pagina's