GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 180

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 180

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

NAAR HET ANDERE

AFRIKA

(een kwart eeuw werkzaam Indisch bestuursambtenaar, het laatst 1953-1958 als Gouverneur van Nederlands Nieuw-Guinea) bevestigde die afkomst van de ontwikkelingshulp, maar waarschuwde juist daarom voor hooggestemd idealisme en het streven naar een absolute ethiek: 'Wie aan het venster op de wereld gaat staan doet goed de lamp van de hoop, die in zijn kamer brandt, laag te houden. Zij is te vaak een ernstig beletsel gebleken om die buitenwereld behoorlijk waar te nemen'. 191 Gevraagd naar hun motivatie verwezen inderdaad opvallend veel vu-mensen, die omstreeks 1970 in Afrika werkzaam waren, naar de christelijke inspiratie: 'Jezus heeft mij geleerd om zich in te zetten voor mensen die arm zijn en machteloos'. 192 En ze bekenden niet zelden ook, dat de werkelijkheid op gespannen voet stond met hun oorspronkelijke idealisme. Gereformeerd Nederland kende inderdaad een sterke traditie van steun aan de overzeese zending. Veel gereformeerde gezinnen verdeelden regelmatig hun kleingeld over het vubusje en het zendingsbusje. Nederlands koloniaal bezit vond naar antirevolutionaire opvatting sinds Keuchenius, Kuyper en Idenburg in wezen zijn raison d'être in de ethische politiek, die ruim baan moest geven aan de kerstening, ontwikkeling, modernisering en educatie van de onderdanen in de koloniën in Oost en West. Het is dus een wijd verbreid misverstand te menen, schreef Roelink in 1979, dat de v u pas in de laatste jaren mondiaal actief is.193 Het werd na de Tweede Wereldoorlog wel verbreed en geïntensiveerd, voegde hij daaraan toe. Voordien richtte die belangstelling - afgezien van de zending - zich vooral op het calvinistisch erfgoed, in het contact met calvinistische groeperingen in diverse landen. Maar na 1945 werd de gereformeerde wereld geleidelijk opener en de belangstelling verbreed tot alle christenen. Al spoedig vervulde de Vrije Universiteit een voortrekkersrol in de academische ontwikkelingshulp en samenwerking met de Derde Wereld. In de loop van de jaren '50 geraakten enkele vu-hoogleraren als W. F. de Gaay Fortman, mw. G . H . f . van der Molen, D.C. Mulder en J. Blauw betrokken bij de ontwikkelingshulp. De twee laatst genoemden namen deel aan de heroriëntatie van de zending van de Gereformeerde Kerken, De Gaay Fortman werd met de derde wereld geconfronteerd als lid van de Nederlandse delegatie bij de Algemene Vergade-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 180

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's